5 april 2020
De laatste zondag van het Grote vasten is gewijd aan de blijde intocht van Jezus Christus in Jeruzalem.
De mensen die naar Jeruzalem waren gekomen voor het Pesach feest, kwamen buiten naar Christus toe. Zij spreidden hun kleren uit op de weg voor de voeten van Christus. Toen Hij dicht bij de helling van de Olijfberg was gekomen, begon de hele menigte van de discipelen zich te verblijden en God met luide stem te loven om alle machtige daden die zij gezien hadden. En zij zeiden: ‘Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Gezegend het komende Koninkrijk van onze vader David. Hosanna in de hemel!’ (Markus 11:9-10).
De menigte die vreugdevol Hosanna riep naar Christus en palmtakken voor Zijn voeten legde dacht dat Christus gelijk de vijanden zou verslaan en de Romeinen zou verdrijven uit hun land. Dat Hij de troon van David zou herstellen en Zelf daar plaats zou nemen, want ze noemden Hem Zoon van David. Dit was de lichamelijke, fysieke gedachtegang van de mensen maar het geestelijke was iets heel anders, hoger dan de gedachten van de mens. Het was dezelfde menigte, nadat die inzag dat haar wens niet vervuld werd, Christus verloochende en verraadde. Geldt dit niet voor velen van ons? Wanneer het geestelijke onze aardse plannen en doelen stoort, verloochenen en wijzen wij vaak de waarheid af, en proberen we het sluw aan te passen aan onze aardse voortgang. Heer Jezus zei: ‘Waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen Mij, maar doen jullie niet wat Ik zeg?’ (Lukas 6:46).
Palmzondag, een feestelijke stemming in de kerk, de heilige Liturgie wordt gevierd, palmtakken worden gezegend die wij verblijf meenemen naar onze huizen, vaak als talisman voor succes en voorspoed maar wanneer het aankomt op het leven volgens het Woord van het Evangelie lijken we op iemand uit de menigte die riep: ‘Kruisig Hem, kruisig Hem!’ (Lucas 23:21) toen Pilatus hen vroeg: ‘Wie wilt u dat ik vrijlaat, Jezus Barabbas of Jezus die de Messias wordt genoemd?’ (Mattheüs 27:17) en de menigte koos voor de moordenaar Barabbas. Hetzelfde gebeurde toen in het huis van God, toen Jezus voor de laatste keer Jeruzalem binnentrad en Zijn Vaders huis reinigde van verkopers en geldwisselaars door hun tafels en stoelen omver te gooien. ‘Hij hield de omstanders voor: ‘Staat er niet geschreven: “Mijn huis moet voor alle volken een huis van gebed zijn?” Maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’ De hogepriesters en de Schriftgeleerden hoorden wat er gebeurd was en zochten naar een mogelijkheid om Hem uit de weg te ruimen; ze waren bang voor Hem, omdat het hele volk in de ban was van Zijn onderricht.’ (Markus 11:17-18). Ze vonden uiteindelijk een manier, met de hand van Pilatus en de stem van het volk, bereikten ze hun doel en kruisigden de schuldigen de enige Onschuldige. En dit was alles, want meer konden ze niet doen. Maar God deed meer en het onmogelijke. Hij verrees Zijn 3 dagen dode Zoon, en dit wordt Pasen ofwel heilige Opstanding genoemd.
Evangelie: Mattheüs 20:29 – 21:17
29Toen ze uit Jericho vertrokken, volgde hem een grote menigte. 30Er zaten daar twee blinden langs de weg die, toen ze hoorden dat Jezus voorbijkwam, begonnen te roepen: ‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ 31Men snauwde hun toe dat ze hun mond moesten houden. Maar ze riepen nog harder: ‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ 32Jezus bleef staan, hij riep hen en vroeg: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ 33Ze antwoordden: ‘Heer, open onze ogen!’ 34Jezus kreeg medelijden en raakte hun ogen aan. Meteen konden ze weer zien en ze volgden hem.
Intocht in Jeruzalem
211Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus er twee leerlingen op uit. 2Zijn opdracht luidde: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Vrijwel direct zullen jullie er een ezelin zien, die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij me. 3En als iemand jullie iets vraagt, antwoord dan: “De Heer heeft ze nodig.” Dan zal men ze meteen meegeven.’ 4Dit is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat gezegd is door de profeet: 5‘Zeg tegen Sion: “Kijk, je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.”’
6De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. 7Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels op en lieten Jezus daarop plaatsnemen. 8Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. 9De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!’
10Toen hij Jeruzalem binnenging, raakte de hele stad in rep en roer. ‘Wie is die man?’ wilde men weten. 11Uit de menigte werd geantwoord: ‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.’ 12Jezus ging de tempel binnen, hij joeg iedereen weg die daar iets kocht of verkocht, gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver 13en riep hun toe: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie maken er een rovershol van!’
14Toen kwamen er in de tempel blinden en verlamden naar hem toe, en hij genas hen. 15De hogepriesters en de schriftgeleerden zagen welke wonderen hij verrichtte en hoorden de kinderen in de tempel ‘Hosanna voor de Zoon van David!’ roepen, en ze waren hoogst verontwaardigd. 16Ze gingen hem vragen: ‘Hoort u wat ze zeggen?’ En Jezus antwoordde hun: ‘Jazeker! Hebt u dan nooit gelezen: “Door de mond van kinderen en zuigelingen hebt u zich een loflied laten zingen”?’ 17Zo liet hij hen staan, en hij ging de stad uit, naar Betanië, waar hij de nacht doorbracht.
12 april 2020
Met ongelooflijke vreugde, onbeschrijfelijke gelukzaligheid en onuitsprekelijk plezier verheugen zich vandaag de hemel en aarde, de overwonnen en strijdende kerken, de spirituele en lichamelijke wezens, door de Almachtige God te prijzen en te verheerlijken, aangezien vandaag het grootste, stralende en overwinnende feest is. Vanuit alle heilige altaren van onze kerken wordt het evangelie van de heilige Opstanding van onze Heer en Redder, Jezus Christus gehoord: CHRISTUS IS VERREZEN UIT DE DODEN!
Er is geen belangrijker feit voor de sterfelijke mens dan de opstanding. Er is geen grotere troost voor een christen dan het besef van de opstanding. Er is geen christendom zonder opstanding en geen leven zonder opstanding. Christus is verrezen uit de doden, lieve christenen, en hiermee is alles gezegd. Deze uitdrukking bevat het universele verhaal van de schepping tot de wederkomst. Deze uitdrukking geeft de betekenis en het doel van het menselijk leven weer. In deze uitdrukking getuigen miljoenen christenen van het enige ware geloof. Verheug u daarom, lieve gelovigen, want wij zijn de kinderen van de verrezen God, de kinderen van God die de dood en de hel omver hebben geworpen, de kinderen die leven en onsterfelijkheid van de Vader erven.
Tweeduizend jaar geleden sprak Jezus tot Lazarus’ zus Martha onderweg naar Bethanië: “
De woorden van Christus gesproken door Lazarus’ zuster Martha op weg naar Bethanië, tweeduizend jaar geleden waren: “Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft.” (Johannes 11:25). Deze woorden bevestigen de onmiskenbare feit van de opstanding van de Heer en worden een anker van hoop voor gelovigen.
Twee millennia geleden was een nieuwe zonsopgang voor de gehele mensheid, toen de vrouwen die Christus kwamen zalven het graf van de Heer leeg vonden. Deze heilige vrouwen, die moedig en trouw Christus hebben gevolgd van Galilea tot Golgotha, werden volledig beloond voor hun loyaliteit en ontvingen als eerste de begroeting en het goede nieuws van de verrezen God. En moge onze persoonlijke prestaties, toewijding en vastberadenheid om niet te zondigen, een prachtige zonsopgang vol met Gods liefde aanbreken in onze geesten en het leven gevende nieuws in onze geest bestempelen:
CHRISTUS IS VERREZEN UIT DE DODEN. GEZEGEND IS DE VERRIJZENIS VAN CHRISTUS.
Evangelie: Markus 16:2-8
2Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. 3Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen?’ 4Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de steen al was weggerold; het was een heel grote steen. 5Toen ze het graf binnengingen, zagen ze rechts een in het wit geklede jongeman zitten. Ze schrokken vreselijk. 6Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. U zoekt Jezus, de man uit Nazaret die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar hij was neergelegd. 7Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: “Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie hem zien, zoals hij jullie heeft gezegd.”’
8Ze gingen naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want ze waren bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand iets zeiden.
19 april 2020
Afgelopen zondag vierden we de wonderbaarlijke opstanding van de Heer Jezus Christus, Pasen, en vandaag, terwijl we de glorieuze paasvreugde blijven beleven, viert de kerk de herhaalde Pasen ‘Krknazadik’ of de Nieuwe Zondag.
“Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in de eeuwigheid!” (Hebreeën 13:8). De apostel Paulus verkondigt de universele waarheid in zijn brief aan de Hebreeën. Daarom is het mysterie van de opstanding van Christus niet alleen beperkt tot de Paasviering, maar het is de eeuwige, hoopvolle en levende wegwijzer die 20 eeuwen geleden werd verlicht door het wonderbaarlijke licht van de opgestane God en de eeuwige metgezel en gids werd voor degenen die het pad naar het hemelse Koninkrijk volgen.
Onze kerkvaders, gekleed in goddelijke wijsheid, hebben het noodzakelijk geacht om deze zondag de ‘herhaalde Pasen’ ofwel ‘Krknazadik’ te benoemen om de vreugde en het vuur van de Paasviering in leven te houden in de zielen van de gelovige. Een andere benaming voor deze zondag is de ‘Nieuwe Zondag’, omdat het de eerste zondag is na de opstanding van de Heer.
Hoe gelukkig en gezegend zijn alle mensen die het lege graf van de Heer met geestelijke ogen hebben gezien en in Zijn opstanding hebben geloofd! Want er zijn ongekend veel zielen die niet geloven in de opstanding en geen hoop hebben op de redding, en die geloven dat de dood het laatste woord zal hebben. En wij, die met de heilige doop geadopteerd zijn door God, leven het tijdelijke leven op aarde met de hoop op hemelse eeuwigheid, en spannen ons in om de laatste dag van het aardse lijden het begin te maken van onze redding en eeuwige gelukzaligheid.
Christus verrees glorieus uit de doden en overwon de dood. Maar onthoud dat een overwinning alleen volgt na een strijd. Als er geen strijd is, geen oorlog, geen lijden dan is er ook geen overwinning. Ook de Heer Jezus heeft nooit over Zijn opstanding gesproken zonder de kruisiging en de dood te noemen (Mattheüs 16:21; Lucas 9:22). Aangezien er geen opstanding is zonder te sterven, moeten we dus bereidwillig de dood accepteren om de zaligheid van de verrijzenis waardig te worden. Het gaat over de dood van zonden, passies, verlangens en andere geestelijke vuiligheden die deel uitmaken van onszelf. Alleen na het doden hiervan kunnen we het waarlijke geestelijke verrijzenis hebben. Om deze zonden, passies, verlangens en andere geestelijke vuiligheden te laten sterven moeten wij ons wapenen met Gods wapenuitrusting, iedere dag en ieder uur strijden zonder te vrezen of te klagen, de verrezen Christus voor ogen hebben en hartelijk streven naar ons eigen verrijzenis. “en weten dat Hij Die de Heer Jezus heeft opgewekt ook ons, net als Jezus, zal opwekken en ons samen met u naar Zich toe zal voeren.” (2 Korintiërs 4:14). Amen.
Evangelie: Johannes 20:26-31
26Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, 27en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ 28Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ 29Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’
30Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, 31maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de Messias is, de Zoon van God, en opdat u door te geloven leeft door zijn naam.
26 april 2020
“En buiten alle twijfel, groot is het geheimenis van de godsvrucht: God is geopenbaard in het vlees, i gerechtvaardigd in de Geest, is verschenen aan de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.” (1 Timoteus 3:16)
Vandaag vieren we de zondag van de Wereldkapel of de Groene zondag. Wereldkapel wordt als een zondag genoemd ter nagedachtenis van de eerste christelijke kerk. Het wordt ook de groene zondag genoemd ter ere van de opstanding en het ontwaken van het leven en de natuur.
Het is sinds twee weken dat het goede nieuws van de heilige opstanding van onze Heer en Verlosser, Jezus Christus, de wereld van de christenen heeft opgeschud. De vijftig dagen na de heilige Opstanding, die binnen onze kerk bekend staat als ‘Hinoenk’, hebben hun eigen betekenis en rol voor ons, namelijk ons vertellen over het vreugdevolle feest van het hemelse Koninkrijk. Deze periode van vrede en rust die volgde op het proces van bekering, herinnert ons eraan dat de mens niet is veroordeeld om voor altijd in droefheid en verdriet te blijven en brengt troost in de harten van de mensen.
Het evangelie van de opstanding inspireert de volgelingen van Christus, verlicht hun pad, geeft warmte en maakt het leven groen, geeft leven en zuurstof aan het universum voor alles en iedereen, omdat de dood machteloos wordt met de opstanding van Christus. Door de kruisiging en opstanding van de eniggeboren Zoon van God is er een verzoening tussen hemel en aarde. Door de incarnatie, kruisiging en opstanding van Christus realiseren we dat, ondanks alles, de mens niet wordt genegeerd door zijn Schepper. Dat Gods liefde voor de mens geen grenzen kent en dat onze Heer, door Zijn reddende bloed, niet alleen redding aan ons verdeelt, maar ook eeuwig leven belooft.
Vandaag is ook de dag van de vestiging van de kerk. Door de opstanding van Christus wordt de apostolische kerk gevestigd om mensen naar hun redding te leiden. Het is de kerk die ons redt en beschermt tegen wereldwijde stormen, net zoals de ark van Noach. Het bestaan van de kerk moet de mensheid vreugde brengen, want het is daar dat Jezus Christus elke zondag wordt geofferd voor de redding voor ons zondaars. Dit kan nooit onnodig of fout zijn, omdat God eeuwig is en de mens voortdurend zijn hemelse Ouder nodig heeft. “Zoals een moeder haar zoon troost, zo zal Ik jullie troosten; in Jeruzalem zul je troost vinden”, zegt de Heer in Jesaja’s profetie (Jesaja 66:13). En inderdaad, de kerk is als een moederlijke omhelzing voor ons, waarin onze emoties en kwellingen rust vinden en onze harten vrede en gemoed; “Kom naar Mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal Ik jullie rust geven”, zegt Jezus Christus (Mattheüs 11:28).
De kerk heeft veel beproevingen doorstaan maar heeft dat altijd overwonnen, omdat Jezus Christus zelf het hoofd van de kerk is. We moeten de kerk niet zien als een organisatie dat los staat van ons, maar we moeten dat als ons huis beschouwen en onszelf als een lid van dat huis. Het is een hemelse tuin op aarde waar alle vruchten groeien die nodig zijn voor onze ziel en die vruchten zijn eindeloos. Geen mens, die van deze vruchten wil genieten, zal tekort komen. De kerk staat, de tijden en de mensen gaan voorbij en slechts weinigen openen de deur naar deze tuin om daar naar binnen te gaan en te genieten van de goede dingen die voor hen zijn geschapen, die hemelse goedheid hebben en hen eraan herinneren dat de Heer nog meer en betere vruchten klaar heeft gemaakt voor ze.
Evangelie: Markus 3:6-12
6De farizeeën verlieten de synagoge en gingen meteen met de herodianen overleggen hoe ze hem uit de weg zouden kunnen ruimen.
Jezus, de menigte en zijn leerlingen
7Jezus week met zijn leerlingen uit naar het meer, en een grote menigte uit Galilea volgde hem. Ook uit Judea 8en Jeruzalem, uit Idumea en het gebied aan de overkant van de Jordaan en uit de omgeving van Tyrus en Sidon kwamen veel mensen naar hem toe, omdat ze hadden gehoord wat hij allemaal deed. 9Hij zei tegen zijn leerlingen dat ze een boot voor hem gereed moesten houden, om te voorkomen dat hij door de menigte onder de voet zou worden gelopen. 10Allerlei zieken verdrongen zich om hem aan te raken, want hij had al veel mensen genezen. 11Telkens als de onreine geesten hem zagen, vielen ze voor hem neer en schreeuwden: ‘Jij bent de Zoon van God!’ 12Hij sprak hen bestraff