7 augustus 2022
‘Wat een mens zaait, zal hij ook oogsten.’ – Galaten 6:7
Deze woorden van de apostel hebben betrekking op de laatste oogst ofwel het laatste oordeel. Ook ons geweten en intellect zijn in overeenstemming met de woorden van apostel Paulus en herinneren ons eraan, dat de dag van de oogst vroeg of laat zal komen. Denken wij daadwerkelijk over deze dag? Hoe verschillend zou ons leven zijn als wij deze boodschap van de apostel continu voor ogen zouden hebben.
Ook gedurende ons leven oogsten we de door ons gezaaide zaden. Op deze aarde krijgen wij al onze beloning of straf op basis van het goed of kwaad dat we gezaaid hebben. We oogsten zoveel als dat ons is toegestaan door de lengte van ons leven of door onze vermogen. Met andere woorden, wijzelf belonen of straffen ons.
Ieder mens heeft in overeenstemming met zijn geestesgesteldheid een reeks intellectuele mogelijkheden. Iemand is begaafd met hoge intelligentie, een ander met een uitzonderlijk geheugen, een ander met wetenschappelijk inzicht etc. Er zijn ook mensen die moeizaam leren en hun geheugen kort of opstandig is. Hoe verschillend mensen ook kunnen zijn, ieder mens kan door zijn inspanningen meer bereiken. Er zijn voorbeelden van mensen die geboren zijn in zeer nederige omstandigheden maar door hun constante inspanningen de hoogste sociale klasse hebben bereikt.
Dit geldt ook voor het moreel van de mens. Wij vormen zelf ons innerlijke en uiterlijke mens. Een mens komt op aarde als vrije wezen. Hij heeft een vrije wil die niemand kan tiranniseren. En met deze vrije wil werken wij of in het voordeel van ons of in het nadeel van ons. Met deze wonderlijke vrije wil zijn wij allen begaafd. De wil van iemand is in sommigen zeer klein en in anderen zeer krachtig. Wat het ook is, je moet je vrije wil niet doden. Je kan je wil misschien niet verveelvoudigen maar je kunt hem wel doden en juist dan wordt iemand als moreel dood beschouwd. God laat de mens vrij, zodat die zelf zijn beloning of straf kan verzamelen. Zoals gezegd wordt: ‘Een mens maakt zelf de staf van zijn straf.’
Deze morele dood komt vaker voor bij mensen die in gelukkige omstandigheden leven. Onze jeugd moet niet denken dat dit geluk iets is om jaloers op te zijn. Integendeel. Vaak is dit een van de grootste gevaren van het leven, aangezien dit ‘geluk’ de rijke jongere ertoe drijft om onzorgvuldig te leven. Dit soort mens staat zichzelf toe dat zijn wil gaat slapen, doven en uiteindelijk dood gaat.
Diegenen die geboren zijn in moeilijke omstandigheden moeten hard werken, zich inspannen, met al hun krachten strijden, en zie in het morele leven zijn dit de mensen die overwinningen behalen. Zonder strijd is er geen overwinning.
Het is niet mogelijk om met een magisch staf het morele leven te veranderen. Dit kun je veranderen door inspanning en lijden. Wanneer we in onze geesten goede zaden zaaien, zullen die ontkiemen en smakelijke vruchten werpen. En als we in plaats van goede zaden, kwade zaden zaaien zullen die uiteraard giftige vruchten werpen.
Dus we moeten zorgvuldig zijn met het zaaien van zaden in onze geesten. Als we een volle koren willen en een goddelijke oogst, moeten we zuivere en heilige zaden zaaien. Die moeten we met zorgvuldigheid, waakzaamheid, liefde en nederigheid zaaien, zodat we met vreugde en blijheid goede vruchten kunnen plukken en de bewondering en respect van onze omgeving kunnen genieten.
Evangelie: Marcus 2:1-12
Jezus’ gezag betwist
21Toen Hij enkele dagen later terugkwam in Kafarnaüm, werd het bekend dat Hij weer thuis was. 2Er stroomden zo veel mensen toe dat er zelfs voor de deur geen plaats meer was, en Hij verkondigde hun Gods boodschap. 3Er werd ook een verlamde naar Hem toe gebracht, die door vier mensen gedragen werd. 4Omdat ze door de menigte niet bij Jezus konden komen, haalden ze een stuk van het dak weg boven de plaats waar Hij was. En toen ze een opening hadden gemaakt, lieten ze de verlamde op zijn slaapmat naar beneden zakken. 5Toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde: ‘Mijn kind, uw zonden zijn u vergeven.’
6Er zaten ook een paar schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf: 7Hoe durft Hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit! Wie kan zonden vergeven dan God alleen? 8Jezus wist meteen wat ze dachten en dus zei Hij: ‘Waarom denkt u zoiets? 9Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen: “Uw zonden zijn u vergeven” of: “Sta op, pak uw mat en loop”? 10Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’ Toen zei Hij tegen de verlamde:
11‘Ik zeg u, sta op, pak uw mat en ga naar huis.’ 12Meteen stond hij op, pakte zijn mat en ging weg. Alle mensen zagen het; ze stonden versteld en loofden God. ‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze.
14 augustus 2022
Vandaag wordt de transformatie van de Heilige Maagd Maria gevierd. Van de in totaal vijf viering, is dit de vierde.
De Heilige Maagd Maria is de eerste heilige in de christelijke kerken, die voor haar fatsoenlijke en voorbeeldige levensstijl werd gekozen door de Heer om de vrouw te worden die de Zoon van God, Jezus Christus en de Verlosser van de wereld, heeft mogen baren.
Wie was Maria? Een gelovige vrouw, die met haar reine leven en Godsvrees tot het einde haar moederlijke verplichtingen heeft vervuld. Door te luisteren naar wat God haar heeft opgedragen.
“Maria zei: Zie, de dienares van de Heer, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord” (Lucas 1:38). Deze nederigheid en gereedheid is wat God in ons wil zien. Hij heeft op vele manieren en wegen ons Zijn wil laten zien, maar wij willen Zijn stem niet horen omdat de materialistische en de dagelijkse zorgen ons tegenhouden. Wij gunnen onszelf daardoor geen moment om aan God en Zijn hemelse zegeningen te denken. Wij willen niet begrijpen dat de Heer ons heeft geschapen naar Zijn evenbeeld. Wij hebben de heilige missie om Zijn licht te zijn. Wij hebben de missie om het zout te zijn, dat smaak geeft aan het leven.
De Heilige Maagd Maria stond boven dit allemaal. Om deze reden heeft de engel de Heilige Maagd Maria het goede nieuws gebracht. Toen de engel haar het goede nieuws bracht, stemde zij stilletjes en met nederigheid in met de wil van God. Stap voor stap heeft zij haar zoon gevolgd in Zijn missie tijdens Zijn leven op de aarde tot Zijn kruisiging. De Armeense moeders hebben de Heilige Maagd Maria als voorbeeld en inspiratiebron genomen. Elke moeder krijgt van God de boodschap om haar leven toe te wijden aan haar kinderen. Van nature is de plicht van een moeder om haar kinderen te voorzien van eten en de dagelijkse zorg. Maar vanaf een jonge leeftijd moet elk kind ook de geestelijke opvoeding krijgen. Onze heilige feestdagen zijn in werkelijkheid gelegenheden om ons leven onder een vergrootglas te nemen. Zo kunnen wij zien hoe goed wij hebben geleefd en onze verantwoordelijkheden hebben vervuld. Dit is de reden dat wij de transformatie van de Heilige Maagd Maria vieren, zodat we kunnen nadenken over het leven dat wij leven. Maar ook zodat wij het waard zullen zijn om de titel als christelijke te kunnen krijgen.
Evangelie: Johannes 19:25-30
25Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala. 26Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ 27en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis.
28Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij: ‘Ik heb dorst.’ 29Er stond daar een vat zure wijn; ze staken er een majoraantak met een spons in en brachten die naar zijn mond. 30Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog zijn hoofd en gaf de geest.
21 augustus 2022
“Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen…” – Lucas 1:48
De Heilige Maria sprak de genoemde profetische woorden uit toen ze haar vriendin Elizabeth bezocht, de moeder van Johannes de Doper, die vrij op leeftijd en zwanger was. Toen Elizabeth de groet van Maria hoorde, maakte het kindje in haar baarmoeder een sprong omdat hij Zijn Redder herkende. Elizabeth werd vervuld met de Heilige Geest en riep met een luide stem: “De meest gezegende ben je van alle vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloof heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan” (Lucas 1:42-45). En Maria zei: “Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder: Hij heeft oog gehad voor mij, Zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen…” (Lucas 1:46-48). En de profetie van de heilige kwam uit. Haar geloof was zo volmaakt en haar nederigheid zo voortreffelijk dat ze de grootste gelukzaligheid ontving om de Moeder van de eniggeboren Zoon van God te zijn. Nadat zij het nieuws van de aartsengel Gabriel had ontvangen, verzette zij zich niet tegen de wil van God, maar zei nederig: “Ik blijf de dienstmaagd van de Heer. Moge mij geschiede naar Uw woord.” Met dat geweldige nieuws begon de redding van de mensheid. Vanaf dat moment ontving de Moeder van God de Eniggeboren Zoon van God in zichzelf en werd het begin van de vernieuwing van de verdorven en genadeloze menselijke natuur. Terwijl ze haar grootheid realiseerde, verloor ze nooit haar nederigheid en tot haar hemelvaart bleef ze de gehoorzame dienaar van God. Zij brandde met grote liefde voor de hele mensheid, bad en leed voor de wereld. Dankzij die liefde nam ze genadig het zwaard weg dat door haar hart ging, rouwend om het lijden van de Zoon zonder woede en walging, zonder het heldere geloof in Zijn opstanding en redding in haar hart te verliezen.
Het is dankzij de Moeder van God dat de vrouw eindelijk haar plaats in de menselijke beschaving heeft gevonden. Vóór het christendom werd de vrouw niet beschouwd als een gelijkwaardig persoon aan de man, in tegenstelling tot haar verdiensten, maar het christendom voedde de vrouw op. Dankzij de Moeder van God werd de vrouw bevrijd van de vloek en veroordeling die ze ontving vanwege de ongehoorzaamheid van haar voormoeder Eva. Volgens Matian zei God tegen Eva voor de eerste keer na haar zonde: “Je zwangerschap maak ik tot een zware last, zwoegen zul je als je baart” (Genesis 3:16). Aan Maagd Maria zond God vreugde en genade, omdat door onze voormoeder Eva de vloek de wereld is binnengekomen en door de Heilige Maria, genade en licht, heil en leven. Zoals de heilige Grigor Tatevatsin zegt: “Door de maagdelijke en onvergankelijke geboorte van haar eniggeboren Zoon heeft de Moeder van God onze eer groter gemaakt dan die van Adam en de engelen. Want hij heeft ons niet alleen de heerlijkheid van Adam gegeven, die hij in het paradijs had, maar ook wat God hem beloofde, het koninkrijk der hemelen.” Ook werd de Zoon van God geboren in de grot waar Eva’s stoffelijke resten waren begraven, zodat Eva zou worden genezen door de Zoon van God, bevrijd van de vloek van beide (“Preek over de geboorte van Christus”). En daarom noemt de heilige Grigor Narekatsi in zijn boek de Moeder van God “Eva’s pijnstiller” Zo verhief het christendom de vrouw tot een vitale kracht. De vrouw is begiftigd met de gave van toewijding, liefde, zachtmoedigheid, gehoorzaamheid en zoetheid. En christendom, waarvan de liefde haar essentie is, maakte de vrouw gewaardeerd en veranderde van een “tempel van duisternis” in een “tempel van licht”. En al deze zegeningen werden geïnitieerd door de heilige Maagd Maria, die de meest gezegende van alle vrouwen is en deze deugden belichaamt.
Het voorbeeldige en deugdzame leven van de Moeder van God is al eeuwenlang een onuitputtelijke bron van inspiratie voor de hele mensheid. Haar zachtmoedigheid en nederigheid zijn altijd een voorbeeld van moederschap geweest en zelfs vandaag de dag is ze het beste voorbeeld voor een Armeense vrouw. Laten we met een zuiver hart en een onvermengde koers vragen om de onherroepelijke voorspraak van de Heilige Moeder, smekend: “Wij knielen voor u, Heilige Moeder van God en smeken u om voor ons te bemiddelen en smeken uw eniggeboren Zoon om ons te redden van beproevingen en al onze gevaren. Amen.”
Evangelie: Lucas 1:36-56
Maria en Elisabet
39Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, 40waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. 41Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest 42en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! 43Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? 44Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot.
45Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’
46Maria zei: ‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
47mijn hart juicht om God, mijn redder:
48Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
49ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
50Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie Hem vereert.
51Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
52heersers stoot Hij van hun troon
en wie gering is geeft Hij aanzien.
53Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven,
maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.
54-55Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd:
Hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.’
56Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis.
28 augustus 2022
Op 28 augustus viert de Armeense Apostolische Heilige Kerk een van de zeven feestdagen gewijd aan de Heilige Maagd Maria. De feestdag is verplaatsbaar, het wordt gevierd van 26 augustus tot 1 september, op de tweede zondag na de Transfiguratie.
De Heilige Moeder van God is de belichaming van christelijke deugden en de onweerlegbare bemiddelaar voor de hele mensheid. Voor de gezondheid van ouders en kinderen, vrede, gezinswelzijn en in veel andere gevallen wenden we ons naar haar en vragen om haar voorspraak. De Moeder van God blijft met haar wonderen, haar levende aanwezigheid invloed in ons leven hebben.
Zowel de relieken van de heiligen als sommige dingen die hen toebehoren, hadden een groot mysterie en macht voor de kerk en de gelovigen en de Bijbelse episodes documenteren hun kracht. Na de transformatie van Onze-Lieve-Vrouw, de gordel van de heilige, toonde het bewijs dat de Moeder van God ons niet heeft verlaten. Ze is bij ons met haar voorspraak, moederlijke liefde en zorg.
Er zijn veel wonderen verricht met de genezende kracht van de gordel van de Maagd. De Griekse keizerin Zoya leed lange tijd aan een ernstige ziekte. Tijdens die pijnlijke dagen kreeg zij in een droom te horen dat haar genezing alleen zou plaatsvinden als de gordel van de Moeder van God haar werd omgedaan. En zo gebeurde het. De gordel werd uit de ark gehaald en genas de ziekte.
Volgens de volksoverlevering bevond zich tijdens het bewind van keizer Arcadius (395-408) de gordel van de Heilige Maagd in Jeruzalem, die behouden wordt in Constantinopel. Daar gingen de gelovigen met grote angst heen. Later wordt het gebied van de Heilige Moeder van God verdeeld in verschillende kerken. Toen de dochter van de Griekse keizer Romanos Argyris trouwde met de Georgische koning Bagrat, bracht ze een deel van de gordel mee, die zich nu in Georgië bevindt, in de tempel gebouwd door keizer Alexander. Het andere deel bevindt zich in de Atheense kerk. De gordel van de Heilige Maagd werd door de keizer versierd met parels en smaragden.
In 1774 introduceerde patriarch Simeon van Yerevan de feestdag van de vondst van de gordel van de Heilige Maagd in de Armeense realiteit.
De feestdag voor de heilige Maagd Maria is een van de zeven feesten gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van de Armeense Kerk. Deze zeven kerkelijke feestdagen tonen de belangrijke en betekenisvolle plaats en rol van de Moeder van God in het spirituele leven van het Armeense volk. Zij, als een perfect voorbeeld van moederschap en deugd, creëerde en vormde eeuwenlang het profiel en het gezicht van een Armeens meisje, vrouw en moeder met haar kenmerken, terwijl ze met haar levendige aanwezigheid en invloed in ons leven vandaag de dag met wonderen blijft bevinden.
Evangelie: Marcus 4:35-41
Geloof en ongeloof
35Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei Hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ 36Ze lieten de menigte achter en namen Hem mee in de boot waarin Hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. 37Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. 38Maar Hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’ 39Toen Hij wakker geworden was, sprak Hij de wind bestraffend toe en zei tegen het water: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het water kwam helemaal tot rust. 40Hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo angstig? Geloven jullie nog steeds niet?’ 41Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: ‘Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen?’