In de Nieuwe Testament van de Bijbel komt tongentaal een aantal keer voor. Er zijn twee onderscheidingen in tongentaal, namelijk de apostolische tongentaal en de tongentaal van de Korinthiërs.
De apostolische tongentaal is de Gift van de Heilige Geest aan de apostelen.
‘‘21Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. 2Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. 3Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, 4en allen werden vervuld van de Heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven. 5In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. 6Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring doordat iedereen hen in zijn eigen taal hoorde spreken.’’ (Handelingen 2:1-6).
Dit wordt de universele taal genoemd, omdat Joden die uit verschillende plekken komen de taal hebben verstaan die de apostelen hebben gesproken.
De tongentaal van de Korinthiërs is een ander fenomeen. In de eerste brief van Paulus aan de Korintiërs in hoofdstuk 12 staan de gaven van de Heilige Geest. Eén daarvan is de tongentaal, wat benoemd wordt in de Nieuwe Bijbelse Vertaling als klankentaal.
‘‘En weer anderen de kracht om wonderen te verrichten, om te profeteren, om te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is, om in klankentaal te spreken of om uit te leggen wat daar de betekenis van is.’’ (1 Korintiërs 12:10).
Klankentaal is dus een taal dat afkomstig is van de Heilige Geest die anderen niet begrijpen: ‘‘om uit te leggen wat daar de betekenis van is’’. Paulus legt in 1 Korintiërs 14 uit dat Tongentaal alleen gebruikt dient te worden om te spreken tot God en niet tot de mens.
‘2Iemand die in klanktaal spreekt, spreekt niet tot mensen maar alleen tot God. Niemand kan iemand die klanktaal spreekt verstaan, want door toedoen van de Geest spreekt diegene geheimtaal. 3Maar iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend. 4Wat iemand in klanktaal zegt is alleen opbouwend voor hemzelf; de woorden van iemand die profeteert, zijn opbouwend voor de gemeente. 5Ik zou willen dat u allen in klanktaal kon spreken, maar ik wil nog liever dat u profeteert. Iemand die profeteert is nuttiger dan iemand die in klanktaal spreekt, tenzij hij uitlegt wat hij zegt, zodat het opbouwend is voor de gemeente.’’ (1 Korintiërs 14:2-5).
Paulus legt uit dat de tongentaal van de Korintiërs alleen moet worden gebruikt om te spreken tot God. Want wanneer iemand voorspellingen doet in tongentaal, heeft het geen betekenis voor de mensen voor wie hij profeteert, door de liefde hieraan ten grondslag ligt. Een priester profeteert over het woord van God, omdat hij iets aan de mensen in de kerk wil leren om God beter te leren kennen, lief te hebben en de mensheid meer liefde te willen geven. Paulus zegt : ‘‘2Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.’’ (1 Korintiërs 13:2).
De orthodoxe kerk gelooft dat bepaalde personen de gave krijgen van de Heilige Geest om in tongentaal te kunnen spreken. Dit komt echter zelden voor. Zelfs de monniken in de kloosters spreken zelden in tongentaal en wanneer zij dit doen, spreken zij dit alleen met God. In tongentaal spreken is namelijk een gave die ingezet moet worden om met God te spreken en Hem daarmee te aanbidden, niet om voor een publiek te spreken.