3 januari 2021
“ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij.” – Galaten 2:20
Beste trouwe kinderen van de Armeens Apostolische Heilige Kerk․
Ik feliciteer iedereen met het nieuwe jaar en de komende kerst. Met Gods genade en barmhartigheid hebben we een heel moeilijk jaar doorgebracht voor onze mensen en ons land. Met Gods genade en barmhartigheid verwelkomen we dit nieuwe jaar. Alle lof voor de Heer dat we alle beproevingen en moeilijkheden hebben mogen verslaan en trouw aan Hem zijn gebleven.
Geprezen zij de Heer voor Zijn genade, want door Zijn genade proberen we te herstellen van de fysieke, geestelijke en materiele moeilijkheden van de pandemie en de oorlog in Artsakh. Eeuwige glorie en eer aan onze martelaars, onze broeders en landgenoten, die hun leven hebben gegeven voor ons vaderland. De wond in onze harten
is nog niet geheeld maar we vervolgen ons leven, we blijven creëren en met gezamenlijke inspanningen voorwaarts te gaan. Het land tot bloei te brengen waar, voor de bescherming hiervan, duizenden zich hebben opgeofferd. Over aantal dagen zal het goede nieuw van de geboorte van Christus gehoord worden vanuit de altaren van onze kerken.
De incarnatie van de eniggeboren Zoon van God heeft een wonderbaarlijk effect op de harten van ons allemaal, op onze gevoelens en emoties. Zijn geboorte troost onze droevige harten, herstelt onze verstoorde relaties, baart liefde en goedheid in ons, vernieuwt onze gedachten en ideeën, vernieuwt onze familiale, zakelijke en over het algemeen intermenselijke omgang en leidt deze tot het goede. Het christendom predikt en tolereert op geen enkele manier ongelijkheid en onverenigbaarheid. In het christendom hebben jaloezie en woede, hebzucht en laster, oordelen en roddelen, wrok en wraakzucht geen plek. Het christendom tolereert geen hypocrisie. In het christendom zijn alle relatie gebaseerd op oprechte liefde. De persoon die de weg heeft gekozen om Christus te volgen heeft geen andere keus dan de weg van de liefde te volgen.
We geven onze eigen levensprincipes op en verheffen ons tot de Heer om Zijn bergrede te horen en ons hele leven proberen we te leven volgens deze lessen. Als je wordt beledigd door je naasten, volg Christus’ oproep en vergeef. Als het verlangen naar wraak je blind maakt, vergeef en bid voor je vijand. Als je voor jezelf zorgt, help een arme dan ook. Als het in je opkomt dat er gesproken moet worden over de goede daden die je hebt gedaan herinner het gebod van de Heer: “Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet.” (Mattheüs 6:3). Als woede en boosheid je niet loslaat en je gedachten en daden leidt, herinner de boodschap uit de Bijbel: “Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid.” (Efeziërs 4:26), of: “De toorn van een man brengt immers geen gerechtigheid voor God teweeg.” (Jakobus 1:20). Als je met schijnbare eerlijkheid spreekt over een ander, besef dat je op weg bent naar roddelen en oordelen. De wetten van het Koninkrijk van God zijn humaner en leiden naar de verlossing.
De apostel Paulus zegt: “ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij.” (Galaten 2:20). Op dezelfde manier moeten we ernaar streven dat Christus ook in ons leeft. Laten we onze verkeerde ideeën opgeven en Zijn geboden naleven. Laten onze geesten door de Heer opnieuw opleven. Laten we dit jaar weer voortgaan als christenen. Laten we strijden voor christelijke normen en waarden, en ons niet terugtrekken van het pad van gerechtigheid. Laten we de dragers zijn van Christus’ liefde en verspreiders zijn van Zijn liefde.
Moge de genade, liefde en vrede van onze Heer Jezus Christus met ons allen zijn.
Evangelie: Lucas 22:24-30
24Toen ontstond er onder hen onenigheid over de vraag wie van hen de belangrijkste was. 25Jezus zei tegen hen: ‘Vorsten oefenen heerschappij uit over de aan hen onderworpen volken, en wie macht heeft laat zich weldoener noemen. 26Laat dat bij jullie niet zo zijn! De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar. 27Want wie is belangrijker, degene die aanligt om te eten of degene die bedient? Is het niet degene die aanligt? Maar ik ben in jullie midden als iemand die dient.
28Jullie zijn in al mijn beproevingen steeds bij mij gebleven. 29Ik bestem jullie voor het koningschap zoals mijn Vader mij voor het koningschap bestemd heeft: 30
Jullie zullen in mijn koninkrijk eten en drinken aan mijn tafel, en zetelen op een troon om recht te spreken over de twaalf stammen van Israël.
6 januari 2021
“Maar toen de tijd gekomen was zond God Zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet, maar gezonden om ons vrij te kopen van de wet opdat wij Zijn kinderen zouden worden.” – Galaten 4:4-5
Lieve gelovige mensen,
Met alle lof voor God in ons hart, groeten we u met de groet voor de geboorte van de Heer Jezus Christus: “Christus is geboren en heeft Zich geopenbaard.” De geboorte van de Verlosser brengt vreugde en blijdschap voor de gehele christelijke wereld. Deze vreugde heerst vandaag in onze harten en zielen, en heeft ons samengebracht om lof te zingen voor de geboorte van kind Jezus Christus.
“Maar toen de tijd gekomen was zond God Zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet, maar gezonden om ons vrij te kopen van de wet opdat wij Zijn kinderen zouden worden.” (Galaten 4:4-5). Voor de menselijke gedachte is het moeilijk om te begrijpen hoe de grenzeloze God begrensd werd, hoe de Schepper een menselijke vorm kreeg. Geschiedschrijver heilige Movses van Khoren noemt de wonderbaarlijke geboorte van Christus in zijn hymne: “Groot en prachtige mysterie.” “Hij, die niet ingesloten kan worden door de hemel en aarde, werd geëerd in een bakermat… en naam plaats in de heilige wieg.” De pracht van de heilige geboorte is zichtbaar door het geloof. Net zoals je door geloof Gods verzorging en Zijn werken ziet en Zijn aanwezigheid en invloed voelt. Vandaag luisteren wij samen met de gelovige herders naar de lofzang van de engelen die het goede nieuws brachten. Samen met de wijzen uit het oosten zien we, door ons geloof, het heilige gezin dat onderdak vond en buigen we voor de pasgeboren Christus, die kwam, zoals de apostel zegt, zodat wij Zijn kinderen zouden worden.
De geboorte van Christus is een gift waarmee het leven van de mens wordt gewaardeerd. Hiermee wordt er een nieuw begin gegeven, een nieuwe weg waar we God leren kennen en Gods erfgenamen worden. De geboorte van Christus is de getuigenis van Gods oneindige mensliefhebbendheid. Liefde die zich volledig opoffert, waarmee de Almachtige God vanuit Zijn hoogtes Zich vernederde en als Heer zijnde de rol van een dienaar aannam. Zodat de mens werd geleid richting de verlossing, richting het Koninkrijk van God, zodat de gedachten en gevoelens van mensen gezuiverd werden en hun daden eerlijk en rechtvaardig. Kerkvader heilige Johannes Chrysostomus leert dat de adoptie door God de vernieuwing van de mens is. Onze Verlosser brengt die vernieuwing, de geestelijke wedergeboorte. Met Christus smelten alle zondes en wordt de wanhoop verscheurd. Angst verandert in moed, vijandigheid verandert in broederschap, bedrog en onderdrukking veranderen in eerlijkheid en rechtvaardigheid. In moeilijkheden en verdriet ontstaat het licht van de heilige geboorte en brengt de aarde hoop op een nieuw leven.
Wij, als christelijk volk, moeten met de gaven van Christus op deze dag opnieuw ons geloof versterken met ons doorzettingsvermogen. We moeten nog duidelijker getuigen van onze christelijke identiteit, ons leven als volk organiseren op basis van liefde en solidariteit. We moeten ons verenigen rondom onze geestelijke waarden, ons geloof, ons vaderland en onze heilige Kerk. Christus heeft met Zijn geboorte de weg van vereniging met elkaar en met God getoond. Laten we die weg volgen en onze levens verbeteren, ons individuele leven en ons leven als volk en land.
Laten we op deze gezegende dat van de geboorte van Christus bidden naar onze Verlosser met de woorden van de heilige Nerses de begaafde: “Hersteller van het oude, herstel mij en sier mij opnieuw.”
Laten we samen smeken dat Gods heilige Rechterhand altijd over ons vaderland waakt, over onze heldhaftige verdedigers van ons land, over alle Armeniërs die leven in de diaspora en over heel ons volk. Laat al uw levens en gezinnen versierd zijn met de gaven en goedheden van de Verlosser en moge Gods zegeningen en behoedzaamheid altijd met u zijn.
Christus is geboren en heeft Zich geopenbaard.
Groot nieuws voor u en ons.
Evangelie: Mattheüs 1:18-25
18De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. 19Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim te verstoten. 20Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer. De engel zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. 21Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ 22Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: 23‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent ‘God met ons’. 24Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam haar bij zich als zijn vrouw, 25maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf hem de naam Jezus.
10 januari 2021
“U staat voor de Sionsberg, voor de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en voor duizenden engelen die in vreugde bijeen zijn, voor de gemeenschap van eerstgeborenen, die in de hemel ingeschreven zijn, voor God de Rechter van allen, en voor de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid gekomen zijn, voor de bemiddelaar van een nieuw verbond, Jezus, en voor het gesprenkelde bloed dat krachtiger spreekt dan dat van Abel.” – Hebreeën 12:22-24
Zonder de Allerhoogste te prijzen en te verheerlijken kunnen we de onbeschrijflijke mysteries van de Heer niet betreden. Vooral om een bewust beeld te creëren van de grenzeloze liefde en barmhartigheid van onze hemelse Vader. Grenzeloze liefde en genade waarmee wij verlost zijn uit de klauwen van de zonde en opnieuw de mogelijkheid hebben gekregen om de hemel te betreden.
De schepping van de mens en zijn verlossing zijn mysteries die elkaar wonderbaarlijk aanvullen. Ten tijde van de schepping werd de gelijkenis van God ingeprent in de menselijke ziel. “En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis.” (Genesis 1:26). Ten tijde van de redding werd deze gelijkenis, die verstoord was door de zonde, volledig hersteld.
Uiteraard heeft Christus de zondige mensheid in één keer en voor altijd gered aan het Kruis maar Hij werkt en leeft voort in de reddende heilige Sacramenten. Als christenen, die door de heilige doop, kinderen van God zijn geworden, zijn we ertoe geroepen om onze verlossing te leven en te verwezenlijken. Het hoogtepunt hiervan is de heilige Communie. Wat begon als de Schepping en vervolgd werd als de Verlossing wordt vervolgd in de heilige Communie. Het leven gevende Heilige Lichaam en Heilige Bloed van onze Verlosser verandert de mens in het evenbeeld van God.
Jezus is de middelaar van het nieuwe verbond, waardoor het mogelijk werd om door middel van Hem een nieuwe relatie met God aan te gaan. Hij is de volmaakte Hogepriester en het volmaakte offer, Die het ontoegankelijke ten koste van zijn bloed toegankelijk heeft gemaakt. Toen de onschuldige Abel werd vermoord, riep zijn bloed op aarde om wraak (Genesis 4:10). Toen de onschuldige Jezus werd gedood, opende zijn bloed de weg voor verzoening tussen de mensen. Door Zijn offer kon de mens een nauwe band met God hebben.
De incarnatie van Jezus bracht God dichter bij de mensheid en maakte de weg, naar de aanwezigheid van God, vrij. Door Christus kreeg de mensheid een nieuw verbond, een nieuwe relatie met God.
Evangelie: Lucas 1:39-56
Maria en Elisabet
39Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, 40waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. 41Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest 42en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! 43Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? 44Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. 45Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.’
46Maria zei:
‘Mijn ziel prijst en looft de Heer,
47mijn hart juicht om God, mijn redder:
48hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
49ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
50Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie hem vereert.
51Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
52heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
53Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar rijken stuurt hij weg met lege handen.
54-55Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:
hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.’
56Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar, en ging toen terug naar huis.
17 januari 2020
“Wees volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is” – Mattheüs 5:48
God is liefde en goedheid, en Zijn liefde en goedheid staan niet op zichzelf maar zijn altijd zichtbaar in het hele universum, in de wereld en in het menselijk leven. Die liefde is dynamisch. Dat wil zeggen dat die liefde altijd beweegt en naar ons toe stroomt. God verwacht ook zo een liefde van ons. Liefde die bewezen wordt door daden. Liefde moet onze menselijke natuur zo vullen dat de liefde in ons voortduren groeit, ontwikkelt en volmaakt wordt. Onze Heer Jezus Christus zegt: “Wees volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.” (Mattheüs 5:48). Die liefde moet zich ontwikkelen en zich uiten in het leven.
Grigor van Lambron (1170-1230) zegt tegen God, in zijn gebed gewijd aan de Heilige Drie-eenheid: “Volgens Uw goedheid, kon U Uw onbeschrijflijke goedheid niet tot Uzelf beperken maar door voort te vloeien daalde U neer en schiep, uit het immateriële schiep U het materiële en plaats, een woonplaats en een bewoner, en dit alles deed U bewust en gevoelsmatig.” Alles in het leven heeft zijn betekenis en mysterie. Zoals het staat in Spreuken: “De HEER heeft alles wat Hij heeft gemaakt zijn doel gegeven” (Spreuken 16:4). Wij moeten onze missie in dit leven vinden.
In de natuur is alles mooi en juist geschapen. God heeft de aarde zo geschapen dat alles ontkiemt, groeit en ontwikkelt en zelfs als het verandert een bepaald doel dient. Kijk om je heen. Een steen wordt vervaardigd en wordt een gebouw, wol wordt verwaardigd en wordt draad en vervolgens kleding. Een boom wordt vervaardigd tot hout en hoeveel houten producten kennen we wel niet.
Ons leven moet op dezelfde manier nuttig zijn voor anderen. De gedachte van de mens ontwikkelt zich ook. De gedachtes worden woorden en woorden worden op hun beurt daden. Onze gedachtes moeten zich ontwikkelen tot goede daden en ons richting barmhartige werken leiden. De transformatie van materiële zaken komen voort uit menselijke gedachten en daden. De transformatie van mensen komt voort uit liefde. Het leven van een christen zijn de werken van liefde. Door werken van liefde wordt het leven van iemand gekleurd, getransformeerd en verrijkt en troost het de harten van anderen als aangename muziek.
Evangelie: Johannes 2:1-11
Bruiloft in Kana
21Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, 2en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. 3Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ 4‘Wat wilt u van me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ 5Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat hij jullie zegt, wat het ook is.’ 6Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete. 7Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’ Ze vulden ze tot de rand. 8Toen zei hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’ Dat deden ze. 9En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde – hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel – riep hij de bruidegom 10en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’ 11Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste wonderteken; hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in hem.
24 januari 2021
“Het vasten van het lichaam, is het voedsel van de ziel”- Johannes Chrysostomus
Deze zondag wordt op de kalender van de Armeense Apostolische Heilige Kerk vermeld als ‘barekendan’ (blije viering) voor het Eerste Vasten. Volgens de legende is dit de eerste vastentijd van de Armeense kerk, vastgesteld door heilige Grigor de Verlichter, als teken van de bekering van het Armeense volk van het heidendom, daarom bestaat dit vasten alleen in onze kerk. Veel gelovigen associëren het ten onrechte met het feest van heilige Sargis, aangezien het onmiddellijk volgt op het vasten. Maar dit vasten heeft niets te maken met het feest van heilige Sargis.
Het is belangrijk om in eerste instantie te begrijpen wat vasten werkelijk is en wat het doel ervan is. “Het vasten van het lichaam, is het voedsel van de ziel”, zegt Johannes Chrysostomus. Dus het weerhouden van jezelf van voedsel is niet voor het lichaam maar voor de ziel. De perioden van vasten worden ook wel de perioden van berouw en gebed genoemd, wat ons duidelijk eraan herinnert dat echt vasten onlosmakelijk verbonden is met gebed, berouw en bekering, en gericht is op de ziel. Daarom, als je het pad van het vasten wilt volgen, weiger je het voedsel, lekkere gerechten en activiteiten die je leuk vindt. Dat wil zeggen: je offert, maar als dat pad niet gepaard gaat met gebeden voor de redding van jou en je dierbaren, is het vasten zelf zinloos. Als je vast, maar niet je slechte en zondige gewoonten opgeeft, geen berouw toont of bekeert, is vasten zinloos. Als je vasten niet gepaard gaat met daden van liefde en barmhartigheid, het je hart niet verzacht, dan is je vasten wederom zinloos.
De heilige kerkvaders beschouwen vasten als één van de belangrijkste, sterke en verplichte aspecten van het geestelijk leven, wat een geweldige manier is om de zonden in te zien en de ziel te zuiveren. En waarom is het zo belangrijk om zonden in te zien en de ziel ervan te reinigen? De mens is geschapen met pure en onvoorwaardelijke liefde, ware vreugde en een ziel vol goddelijk licht. De mens werd geschapen met deze goddelijke schatten, leefde in de gelukzaligheid die hen werd geschonken en verloor ze door zich van God af te keren. En nu, bewust of onbewust, is de mens overal op zoek naar deze gevoelens, om de leegte van de ziel te vullen, de pijn van de beklemmende leegte het zwijgen op te leggen.
De mens zoekt de schatten van de ziel in het lichaam en verbindt de gevoelens van geluk, liefde, volwaardigheid en veiligheid alleen met het sterfelijke lichaam. We proberen vreugde te halen uit eten en drinken, uit plezierige feestjes, uit het vervullen van de verlangens van het lichaam, zonder te beseffen dat de vreugde die wordt veroorzaakt door een tijdelijk en onvolmaakt lichaam, onvolledig en tijdelijk zal zijn. En hier schiet het vasten ons te hulp. Tijdens het vasten onderdrukt de mens zijn lichaam, richt zijn aandacht op de ziel, zodat hij in het goddelijke licht alle gebreken van de ziel kan inzien en de verlossende hulp van de Heer krijgt voor het reinigen en zuiveren ervan. Dit om in de gezegende aanwezigheid van Christus te worden gevestigd. Voor ons christenen is vasten een middel om de ziel te reinigen, haar te bevrijden van geestelijke ziekten en haar te genezen. De beloning van het echte vasten is de aanwezigheid van Christus in onze ziel.
Evangelie: Johannes 6:15-21
15Jezus begreep dat ze hem wilden dwingen om mee te gaan en hem dan tot koning zouden uitroepen. Daarom trok hij zich terug op de berg, alleen.
16Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer; 17ze stapten in een boot en zetten koers naar de overkant, naar Kafarnaüm. Het was al donker geworden, en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen. 18Er stak een hevige wind op en het meer werd onstuimig. 19Toen ze vijfentwintig of dertig stadie geroeid hadden, zagen ze plotseling Jezus over het meer lopen; hij was dicht bij de boot en ze werden bang. 20Maar hij zei: ‘Ik ben het, wees niet bang.’ 21Ze wilden hem aan boord nemen, maar meteen kwam de boot aan land op de plaats waar ze naartoe wilden.
31 januari 2021
“Hij stapte in de boot en Zijn leerlingen volgden Hem. Plotseling begon het meer enorm te kolken, zodat de boot bijna door de golven werd verzwolgen. Maar Jezus sliep. Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Heer, red ons toch, we vergaan!’ Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed, kleingelovigen?’ Toen stond Hij op en sprak de wind en het water bestraffend toe, en het meer kwam geheel tot rust. De mensen zeiden vol verbazing: ‘Wat is dit toch voor iemand, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen?’” – Mattheüs 8:23-27
De boot waarin Jezus en Zijn leerlingen varen kunnen we zien als onze geesten, onze harten waar we Jezus hebben geaccepteerd. De Heer slaapt rustig in de diepten van onze harten maar wij vergeten Hem vaak, want we zijn, net als Zijn leerlingen, bang voor de golven in het leven. De golven die onze geesten soms overstromen met verleidingen en onzuiverheden. We zijn dan hopeloos en bang en denken dat we bijna gaan verdrinken maar dat Jezus zorgeloos slaapt. We zijn bang want we vergeten dat de Heer, de Schepper van het universum, met ons is. Wij denken dat Hij, die volmaakte liefde is en de verzorgende Heer, slaapt maar Hij vergeet ons nooit. We herinneren ons Hem alleen wanneer we voelen dat het leven ons opslokt. Dat we alleen in de woeste zee zijn, krachteloos en volledig eenzaam achtergelaten door de mensheid. Dan rennen we, net als Zijn leerlingen, naar Jezus toe en maken Hem wakker met onze smekingen, terwijl Hij beter weet wat wij nodig hebben voor wij iets vragen aan Hem. Jezus, met Zijn grenzeloze geduld en liefde, staat op en vervult onze smekingen. De storm in onze geest komt tot rust, want de Heer van het leven bemiddeld voor ons.
Het leven vervolgt zich dan weer en wij vergeten weer dat het de Heer was die rust in ons leven bracht en niet wijzelf of een ander. Dat de Heer ons enige hoop en steun is. Ons enige loyale vriend en ouder die altijd aan onze zij staat, geestelijk en fysiek, als God en als Mens. Dat Hij onze zorgen, angsten, wantrouwen, onverschilligheid en ongeloof volledig begrijpt maar zich verheugt als iemand eerlijke spijt heeft en terugkeert naar Zijn schoot.
Evangelie: Johannes 6:22-38
22De volgende dag stond de menigte weer aan de oever van het meer. Ze hadden gezien dat er maar één boot was en dat Jezus niet aan boord was gegaan, maar dat zijn leerlingen alleen vertrokken waren. 23Nu legden er andere boten uit Tiberias aan, dicht bij de plek waar ze het brood gegeten hadden nadat de Heer het dankgebed had uitgesproken. 24Toen de mensen zagen dat Jezus en zijn leerlingen er niet waren, stapten ze in die boten en voeren ze naar Kafarnaüm om hem te zoeken.
25Ze vonden hem aan de overkant van het meer en vroegen: ‘Rabbi, wanneer bent u hier gekomen?’ 26Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: u zoekt me niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent. 27U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft hem die volmacht gegeven.’ 28Ze vroegen: ‘Wat moeten we doen? Hoe doen we wat God wil?’ 29‘Dit moet u voor God doen: geloven in hem die hij gezonden heeft,’ antwoordde Jezus.
30Toen vroegen ze: ‘Welk wonderteken kunt u dan verrichten? Als we iets zien zullen we in u geloven. Wat kunt u doen? 31Onze voorouders hebben immers manna in de woestijn gegeten, zoals geschreven staat: “Brood uit de hemel heeft hij hun te eten gegeven.”’ 32Maar Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader; hij geeft u het ware brood uit de hemel. 33Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld.’ 34‘Geef ons altijd dat brood, Heer!’ zeiden ze toen. 35‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben. 36Maar ik heb u al gezegd dat u niet gelooft, ook al hebt u me gezien. 37Iedereen die de Vader mij geeft zal bij mij komen, en wie bij mij komt zal ik niet wegsturen, 38want ik ben niet uit de hemel neergedaald om te doen wat ik wil, maar om te doen wat hij wil die mij gezonden heeft.