1 december 2023

“Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont” – (2 Petrus 3:13)

Wij, zolang wij bestaan ​​en leven, voorspellen altijd graag vaker positieve dan negatieve dingen voor onze toekomst. We verwachten altijd verbetering in ons leven. De zieke denkt dat hij beter zal worden en van de pijn af zal komen die hem kwelt. De arme denkt dat zijn zaken met Gods wil spoedig zullen worden geregeld. De vader van het gezin denkt dat zijn zonen zullen opgroeien en zijn last met hen mee zullen dragen. Kortom, ieder van ons verwacht een beter leven en positieve dingen voor in de toekomst.

Komen al deze verwachtingen en plannen voor onze toekomst altijd wel uit? Veel mensen denken weleens met meer geluk terug aan de dagen die al voorbij zijn. Degenen die in onze ogen gelukkig lijken, zijn vaak ontoereikend in hun huidige situatie, maar herinneren zich met nostalgie de zorgeloze dagen van hun verleden, terwijl ze hoop tonen om in de toekomst gelukkiger te leven.

Wat betekent het wanneer niet alleen de armere mensen, maar ook de mensen die een gelukkig en welvarend leven lijken te leiden en ondanks alle middelen die zij hebben om hun leven te verbeteren, niet tevreden zijn met hun huidige leven en streven naar een nog beter leven? Het betekent dat wij slechts voorbijgangers zijn in dit leven, dat dit aardse leven niet ons ware leven is waarvoor wij geschapen zijn. Er is al voor ons besloten dat wij het beste leven moeten leiden, waarnaar de mens automatisch naar verlangt. Vandaar dat de apostel zegt: “Maar wij vertrouwen op Gods gelofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont” (2 Petrus 3:13).

Er komt dus een dag waarop alles zal veranderen, hemel en aarde: “De dag van de Heer zal komen als een dief” vertelt de apostel. “De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op, de aarde wordt blootgelegd en alles wat daarop gedaan is komt aan het licht” (2 Petrus 3:10). Daarna zal onze verwachting en hoop verdwijnen, want wij zullen de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zien waar wij op hebben gewacht. Daar zal het geluk van het nieuwe leven heersen, we zullen er niet van streek raken door ziekte of verdriet en geluk zal daar voor altijd zal heersen.

Om de bewoners van die nieuwe hemel en aarde te worden, moeten wij ook onszelf vernieuwen. Laten wij dus met dit nieuwe jaar ook ons ​​leven vernieuwen met goede voornemens. Laat het oude jaar onze fouten en ons verdriet wegnemen. Laten wij onszelf vernieuwen met alle goede daden en gedachten die God waardeert en heilzaam zijn aan de mensheid. Laten we niet vergeten dat wij christenen zijn en verplicht zijn te leven volgens de heilige geboden die ons door Christus zijn toevertrouwd, waarbij wij de hulp van de Heer vragen voor onze menselijke zwakheid. Laten wij kritisch onszelf oordelen, aandacht schenken aan ons gedrag en moraal, zodat wij rechtvaardig voor God kunnen staan en eeuwig gelukkige bewoners kunnen zijn van de nieuwe hemel en aarde, waarin volgens de goddelijke openbaring alleen gerechtigheid kan verblijven.

Evangelie: Lucas 22:24-30

24Toen ontstond er onder hen onenigheid over de vraag wie van hen de belangrijkste was. 25Jezus zei tegen hen: ‘Vorsten oefenen heerschappij uit over de aan hen onderworpen volken, en wie macht heeft laat zich weldoener noemen. 26Laat dat bij jullie niet zo zijn! De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar. 27Want wie is belangrijker: degene die aanligt om te eten of degene die bedient? Is het niet degene die aanligt? Maar Ik ben in jullie midden als iemand die dient.

28Jullie zijn in al mijn beproevingen steeds bij Mij gebleven. 29Ik bestem jullie voor het koningschap zoals mijn Vader Mij voor het koningschap bestemd heeft: 30jullie zullen in mijn koninkrijk eten en drinken aan mijn tafel, en zetelen op een troon om recht te spreken over de twaalf stammen van Israël.

 

6 januari 2023

“Glorie voor U grote God in de hoogten, dat U kwam en het universum redde met Uw openbaring”

(Hymne van het heilige Kerstfeest)

In verband met het heilige feest van de geboorte van onze Heer Jezus Christus feliciteer ik onze geliefde gelovigen met de hemelse boodschap “Christus is geboren en heeft Zich geopenbaard” en samen met de herders en engelen die zich neerbuigen voor God, prijs ik de geïncarneerde Verlosser door te zeggen: “Glorie voor U grote God in de hoogten, dat U kwam en het universum redde met Uw openbaring”

De boodschap van de geboorte van Christus brengt wederom de hoop en genade voor de redding op de wereld die wordt getreiterd door rampen en catastrofes. De duisternis van hopeloosheid verdwijnt uit  Bethlehem dankzij de geboorte van het kindje Jezus. Met de geboorte van zijn eniggeboren Zoon nodigt God de hele mensheid uit om van hun hart een getuige te maken van de openbaring van goddelijke oneindige liefde, om gereinigd te worden van zonden, getransformeerd en gered te worden door vernieuwing. “Geef dus uw vroegere levenswandel op en leg de oude mens af, die te gronde gaat aan bedrieglijke begeerten; laat u voortdurend vernieuwen in uw geest en uw denken en trek de nieuwe mens aan, die naar Gods wil geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid.”,dringt de apostel aan (Efeziërs 4:22-24).

De vernieuwing en verlossing van de mens is het naleven van Gods geboden, de bevrijding van de boeien van de zonde. Dit is de garantie van het voortbestaan van de mensheid en de belofte van de eeuwige zaligheid. Onze verlossende Heer, als bevestiging van Gods oneindige liefde en zorg voor de mens, overtuigt ons ervan dat de wereld kan worden getransformeerd. De realiteit van lijden en onrecht kan worden veranderd in een plaats van gelukzaligheid, volgens de getuigenis van de profeet Jesaja: “Laat elke vallei verhoogd worden en elke berg en heuvel verlaagd, laat ruig land vlak worden en rotsige hellingen rustige dalen. De luister van de HEER zal zich openbaren voor het oog van al wat leeft” (Jesaja 40:4-5).

De kerstboodschap brengt troost en verlichting in onze harten die gekweld worden door onzekerheden, zodat we versterkt worden door de reddende genade van de Heer, veranderd door geloof en overwonnen door hoop. Met dergelijke moed en ontwikkeling zouden we in staat moeten zijn om als volk sterker te worden. Laten we door de genade van redding die door Christus is gegeven, de loop van ons leven veranderen en altijd het pad van liefde bewandelen.

Laten we op deze ziel verwarmende dag van de geboorte en openbaring van God samen bidden dat God ons vaderland en de hele wereld zegent, beschermd en in vrede bewaard. Laten we bidden dat ons vaderland een kribbe van goddelijke aanwezigheid wordt, en dat de zielen van ons volk versterkt worden met geloof en optimisme. Moge de Heer, met Zijn heilige Rechterhand, ons leiden om het pad van geloof en goede werken te bewandelen en Zijn Heilige Naam te verheerlijken vandaag, voor altijd en in de eeuwigheid. Amen

Christus werd geboren en heeft Zich geopenbaard

Goed nieuws voor u en voor ons

Քրիստոս ծնաւ եւ յայտնեցաւ,
Ձեզ եւ մեզ մեծ աւետիս

Christos cnav yev haytnecav,

Dzez yev mez mec avetis

Evangelie: Mattheüs 3:1-17

Optreden van Johannes de Doper

31 In die tijd trad Johannes de Doper op in de woestijn van Judea. Hij verkondigde: 2‘Kom tot inkeer, want het Koninkrijk van de Hemel is nabij!’ 3 Dit was de man over wie de profeet Jesaja sprak toen hij zei: ‘Een stem roept in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden.”’ 4 Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij voedde zich met sprinkhanen en wilde honing. 5 Uit Jeruzalem, uit heel Judea en uit de omgeving van de Jordaan stroomden de mensen toe 6en ze lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, waarbij ze hun zonden beleden.

7 Toen hij zag dat veel Farizeeën en Sadduceeën op zijn doop afkwamen, zei hij tegen hen: ‘Adderengebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je het komende oordeel kunt ontlopen? Breng liever vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn. 9 En denk niet dat je bij jezelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! 10 De bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. 11 Ik doop jullie met water als teken van jullie inkeer, maar na mij komt iemand die machtiger is dan ik; ik ben het zelfs niet waard om Zijn sandalen voor Hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de Heilige Geest en met vuur; 12 Hij houdt de wan in Zijn hand, Hij zal Zijn dorsvloer reinigen en Zijn graan in de schuur bijeenbrengen, maar het kaf zal Hij verbranden in onblusbaar vuur.’

13 Toen kwam Jezus vanuit Galilea naar de Jordaan om door Johannes gedoopt te worden. 14 Johannes probeerde Hem tegen te houden met de woorden: ‘Ik zou door U gedoopt moeten worden, en dan komt U naar mij?’ 15 Maar Jezus antwoordde: ‘Toch moet je het doen, want zo dienen wij de gerechtigheid geheel en al tot vervulling te brengen.’ Toen deed Johannes het. 16 Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoog kwam, opende de hemel zich voor Hem en zag Hij hoe de Geest van God als een duif op Hem neerdaalde. 17En uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde.’

8 januari 2023

In het Nieuwe Testament wordt de vreugdevolle viering van de geboorte van Christus gevolgd door een verschrikkelijke dood. In opdracht van koning Herodes de Grote, (37-4 v.C.) worden duizenden kinderen van twee jaar en jonger vermoord in Bethlehem, de geboorteplaats van Christus (Matteüs 2:16-18). Als de koning van de Wijzen uit het oosten verneemt dat de Koning der Joden in Israël is geboren, verliest hij zijn kalmte (zie Matteüs 2.1-4). Koning Herodes begrijpt heel goed dat het gaat over de Messias, die Mozes en alle profeten hadden voorspeld, op wie heel Israël eeuwenlang had gewacht. Door Herodes en zijn pas opgerichte koninkrijk wordt de Messias echter gezien als een rivaal en een vijand, van wie hij zich moet ontdoen ter wille van zelfbevestiging, in feite vechtend met het Heilige Boek en God. Een grotere waanzin dan dit is moeilijk voor te stellen. Herodes stond bekend om zijn wreedheid, maar het bloedbad van de kinderen van Bethlehem overtreft al het kwaad dat hij ooit heeft gedaan. Het is bekend dat hij door een gruwelijke dood is gestorven en onderging de rechtvaardige vergelding van zijn wandaden daarmee.

Hier rijst echter een vraag in het hart van iedere gelovige: Waarom stond Christus het toe dat Zijn geboorte gepaard ging met een dergelijk afslachting? Was het onmogelijk om die misdaad te voorkomen? Tot slot, wat is de spirituele betekenis van deze gebeurtenis?

Voor ons ligt een beslissing over leven en dood. Hij die kwam om te regeren had geen aards gezag nodig, want Zijn koninkrijk is in de hemel. Net zoals geen enkel menselijk of demonisch middel Zijn komst en vestiging in het hart van de mensheid zou kunnen voorkomen, zo kan geen afslachting het eeuwige leven wegnemen dat aan de mens in Christus is gegeven. De kinderen van Bethlehem werden gemarteld voor de naam van Christus en werden daarmee de eerste martelaren. Hun bloedbad toonde niet alleen aan hoe erg het kwaad vreesde voor de komst van de Zoon van de Mensheid, maar ook dat de komst van de Messias niet voor dit voorbijgaande leven was en dat Hij de mensheid een veel groter leven bracht dan die van hen is, namelijk een eeuwig bestaan. Want de kinderen van Bethlehem, die getuigen waren van de komst van Christus, verdienden het eeuwig leven dankzij hun opoffering in de vorm van hun bloedbad.

De Kerk ziet de kinderen van Bethlehem als de eerste martelaren van het menselijk ras voor Christus en doet een beroep op hun barmhartigheid als “een zwerm duiven, gevlogen vanaf de aarde en gerangschikt onder de engelen van de hemel” (zangkoor).

Evangelie: Mattheüs 2:13-23

13Nadat zij op die manier de wijk genomen hadden, verscheen er aan Jozef in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Maak je gereed en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte. Blijf daar tot ik je weer roep, want Herodes is naar het kind op zoek en wil het ombrengen.’ 14Jozef maakte zich gereed en week nog diezelfde nacht met het kind en zijn moeder uit naar Egypte, 15waar hij bleef tot de dood van Herodes. Zo moest in vervulling gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘Uit Egypte heb Ik mijn Zoon geroepen.’

16Toen Herodes begreep dat hij door de magiërs misleid was, werd hij verschrikkelijk kwaad, en afgaande op het tijdstip dat hij van de magiërs had gehoord, gaf hij opdracht om in Betlehem en wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger om te brengen. 17Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia: 18‘Er klinkt een stem in Rama, geween en luid geklaag. Rachel beweent haar kinderen en wil niet worden getroost, want ze zijn er niet meer.’

19Nadat Herodes gestorven was, verscheen er in een droom aan Jozef in Egypte een engel van de Heer, 20die zei: ‘Maak je gereed en ga met het kind en zijn moeder naar het land Israël. Want zij die het kind om het leven wilden brengen, zijn gestorven.’ 21Jozef maakte zich gereed en ging met het kind en zijn moeder naar Israël. 22Maar hij durfde niet naar Judea te gaan toen hij hoorde dat Archelaüs daar zijn vader Herodes als koning was opgevolgd. Nadat hij in een droom een aanwijzing had gekregen week hij uit naar Galilea, 23waar hij ging wonen in de stad Nazaret. Zo moest in vervulling gaan wat gezegd is door de profeten: ‘Hij zal Nazoreeër genoemd worden.’

15 januari 2023

“Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard” – Johannes 2:10

Er was een bruiloft in een bescheiden huis in Kana in Galilea. De moeder van Jezus was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen hem: “Ze hebben geen wijn meer”. “Wat wilt u van me?” zei Jezus. “Mijn tijd is nog niet gekomen” (Johannes 2:3-4).

In tegenstelling tot dit antwoord van Jezus, beveelt Zijn moeder de bedienden om te doen wat Hij zegt. Jezus geeft opdracht om de zes stenen kommen, die volgens de Joodse traditie in een hoek van het huis stonden, met water te vullen. De bedienden vullen die kommen met water en geven deze aan het hoofd van de tafel (toastmeester). Als het hoofd van de tafel het veranderde wijwater proeft, is hij verrast en zegt tegen de bruidegom:  “Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard” (Johannes 2:10).

Hier eindigt het verhaal. Johannes de Evangelist voegt er alleen aan toe: “Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste teken; Hij toonde zo zijn grootheid en Zijn leerlingen geloofden in Hem” (Johannes 2:11).

Deze bruiloft in Kana roept bij ons enkele gedachten en waarheden op. Hij verrichtte het eerste wonder in een eenvoudig gezin in aanwezigheid van een groep bruiloftsgasten. Jezus toonde Zijn heerlijkheid in de familiekamer en probeerde de aanwezigheid van God en de heiligheid van het gezin te benadrukken. Wat ook opvallend is, is dat het wonder tijdens een huwelijksfeest werd verricht. Jezus is niet op de wereld gekomen om de mensheid van de wereldse vreugden te ontnemen. Integendeel, Hij is er zelf een deelnemer van geworden, met misschien één verschil dat Hij deze aardse vreugde zag als een voorbereiding op een groot eeuwig feest.

Velen beschouwen Jezus als een prediker van sober en ascetisch leven en door daarop te wijzen, proberen ze in zijn leer de ontkenning van plezier en genot van het menselijk leven te zien. Natuurlijk zijn de lessen van Jezus gebaseerd op eeuwige goddelijke waarheid en onze moraliteit. Hij riep Zijn volgelingen op tot matiging, niet alleen in vreugde, maar ook in verdriet en lijden.

Tijdens zijn heilige missie liet Jezus, door samen met zijn discipelen dergelijke uitnodigingen te accepteren, zien dat Hij deelgenoot was van vreugde en verdriet, wat tevens geschikte gelegenheden waren om Zijn volgelingen het belang van het eeuwig leven uit te leggen.

Het wonder op het huwelijk in Kana, is een oproep aan ons allen als ieder christenen om diep van binnen ons leven in harmonie te brengen met het leven dat Christus heeft nagelaten. Vooral vandaag, in deze omstandigheden in de 21e eeuw, wordt het zelfs nog belangrijker dat wij de goddelijke waarheden inzien die ons leven gemakkelijk kunnen veranderen, zoals de wonderbaarlijke wijn van Christus, om te transformeren, voor de tempel van genade en blijvende goddelijke aanwezigheid in ons.

De wijn die geserveerd werd aan het begin van de bruiloft, die volgens het hoofd van de tafel “gewoon” was, lijkt een symbool te zijn van de wereldse, tijdelijke en soms aantrekkelijke verschijnselen waarmee mensen hun tijd willen doorbrengen, en de “uitgelezen” wijn, geserveerd door Jezus, is een leven dat geworteld is in goddelijke waarheid, boven alle bedrieglijke schijn en genoegens.

Het is alleen door Christus en Zijn genadewijn dat de mens de ware levensvreugde en de volmaakte kennis van de goddelijke waarheid kent.

Evangelie: Johannes 2:1-11

Bruiloft in Kana

21Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, 2en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. 3Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen Hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ 4‘Vrouw, wat wilt u van Me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ 5Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.’ 6Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete. 7Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’ Ze vulden ze tot de rand. 8Toen zei Hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’ Dat deden ze. 9En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde – hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel – riep hij de bruidegom 10en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’ 11Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste teken; Hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in Hem.

22 januari 2023

“Het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden” – Johannes 3:19-20

Zonde scheidt de mens van het goddelijk gevende Licht in het leven, omdat licht onwaarheid en ongerechtigheid openbaart. “Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet” (Johannes 3:21). Geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God, streeft de menselijke ziel van nature naar het goede, het goddelijke, het licht. In deze zondige wereld is het echter erg moeilijk om niet af te wijken van het pad van verlossing dat door de Heer is aangegeven en om niet in de draaikolk van zonden te vallen of in de wereld van duisternis en kwaad. We hebben de hulp van de Heer nodig om ons af te wenden van het pad van zonden en ongerechtigheden, om het heldere pad van de redding te kiezen.

We moeten een sterke wil tonen en met de hulp van een menselijke God proberen op te staan, om naar het Ware Licht te lopen, naar Christus, die altijd zijn humanitaire vermaning tot ieder van ons richt. “Wie naar mij toekomt, zal niet door de duisternis gaan, maar zal het licht van het leven ontvangen.”

Laten we dus in het Licht wandelen, in de voetsporen van het Ware Licht en de Verlosser van de wereld, op Zijn pad van verlossing, waarvan het einde het eeuwige leven en de onsterfelijkheid is. In het stralende en vreugdevolle Hemelse Koninkrijk, waar leven zonder dood bestaat, onsterfelijkheid zonder ouderdom, licht zonder duisternis, vreugde zonder verdriet en waar geen nacht is, want de heerlijkheid van God verlicht het elk uur (zie Openbaring 21:23-27). Laten we de barmhartige en al genadige God vragen om de stralen van Zijn genade en licht in onze zielen en gedachten te laten druppelen die zwart zijn gemaakt door duisternis en zonden. Laten we Hem vragen om ons hart te verlichten met het licht van de theologie en ons op menselijke wijze te leiden door het netelige maar heldere pad van redding. Geef ons een sterk geloof en een sterke wil om verlossing onder ogen te zien en verschillende beproevingen en moeilijkheden die de obstakels op de weg zijn te doorkomen. Laten we altijd de ogen van onze ziel openhouden en ze gericht houden op ons Ware Licht, Christus, Die de glorie, macht en alle eer waard is, voor nu en altijd. Amen.

Evangelie: Johannes 3: 13-21

13Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon?

14De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, 15opdat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven heeft. 16Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door Hem te redden. 18Over wie in Hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in Hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. 19Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. 20Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. 21Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’

 

29 januari 2023

God weet wat het beste is voor ons. In elke situatie zal God ons het beste geven zolang wij Hem opzoeken.

Vaak bidden we voor of na de stormen van het leven, maar we moeten ons concentreren op gebed tijdens die stormen. Laten we God zoeken op het meest cruciale moment en niet toelaten dat paniek en angst de situatie overnemen.

In plaats van in de war te raken en te wachten op hulp van onze medemens, laten we de Almachtige God om hulp vragen en met vertrouwen en geloof tot Hem bidden. Laten we de wil van de Heer zoeken voor de gegeven situatie en vasthouden aan Zijn beloften.

Deze stormen hebben een positieve invloed op ons leven. Ze geven leven aan onze gebeden en maken ons bewuster van God en Zijn grootheid. In deze stormen zien we de eindeloosheid en de heerlijkheid van de Goddelijke macht.

Jezus kalmeerde de storm in de gigantische zee met slechts één woord (Matteüs 8:23-27, Marcus 4:35-41, Lucas 8:22-25). Tijdens de storm beantwoordde Jezus de verwarring en angst van de discipelen. “Waarom zijn jullie zo bang? Waar is jullie geloof, ongelovigen?” De discipelen moesten geen angst en verwarring ervaren, maar met zich vertrouwen tot Jezus richt. Hier zien we hoe, nadat de storm was bedaard, de discipelen de goddelijke heerlijkheid en eindeloosheid van de macht van Jezus realiseerden: “Wie is Hij, dat zelfs de wind en het water Zijn Woord gehoorzamen?”

Jezus sliep in de boot. Vaak laten we Gods Woord ook in ons leven “slapen” en als we in een storm terechtkomen, vervallen we gemakkelijk in verwarring en angst in plaats van vrede en vertrouwen te hebben.

Laten we Gods Woord altijd helder in ons leven houden. Laten we vol geloof nader tot God komen, vertrouwend op Zijn beloften in elke situatie.

Evangelie: Johannes 6: 15:21

15Jezus begreep dat ze Hem wilden dwingen mee te gaan, om Hem dan tot koning uit te roepen. Daarom trok Hij zich terug op de berg, alleen.

16Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer; 17ze stapten in een boot en zetten koers naar de overkant, naar Kafarnaüm. Het was al donker geworden, en Jezus was nog niet naar hen toe gekomen. 18Er stak een hevige wind op en het meer werd onstuimig. 19Toen ze vijfentwintig of dertig stadie geroeid hadden, zagen ze plotseling Jezus over het water lopen; Hij was dicht bij de boot en ze werden bang. 20Maar Hij zei: ‘Ik ben het, wees niet bang.’ 21Ze wilden Hem aan boord nemen, en meteen kwam de boot aan land op de plaats waar ze naartoe wilden.