5 mei
“De gemeenten dan in heel Judea, Galilea en Samaria hadden vrede en werden opgebouwd; en zij wandelden in de vreze des Heeren en de vertroosting door de Heilige Geest en namen in aantal toe.” Handelingen 9:31
De tweede zondag na de heilige Wederopstanding van Christus wordt de groene zondag, of de zondag van de wereldkapel, genoemd. Het is opgedragen aan het stichten van de Kerk van Christus. Het huis van God, zoals de heilige apostel Paulus zegt, is de kerk van de levende God, de pijler en fundament van de waarheid (1 Timotheüs 3:15). De 5e-eeuwse historicus Yeghishe zegt over de kerk: “Het is de gratie van de grote God, die haar niet aan één mens heeft gegeven, maar aan alle volkeren die zijn voorbestemd om onder deze zon te wonen. Haar basis is gelegd op een solide rots. Diegenen die in haar zitten het niet verplaatsen en diegenen die boven haar zijn kunnen het niet laten trillen. En wat hemel en aarde niet kunnen breken, laat niemand het wagen om haar proberen te verslaan.
De kerk werd gevestigd en bevestigd door de wereldwijde prediking van Christus’ discipelen. Vóór de hemelvaart stuurde de Heer hen om te prediken aan alle volken. “Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.” (Mattheüs 28:19)
Dankzij aan de prediking van de apostelen van Thaddeus en Bartholomeus en de gebeden en het lijden van heilige Grigor de Verlichter is de onwrikbare fundament van de Armeense Apostolische Kerk gesticht.
Eeuwenlang is de kerk de boot van de verlossing geweest die ons van alle ontberingen van de geschiedenis heeft kunnen redden, zoals Noach en zijn familie werden gered van de zondvloed.
In een van de evangelische lezingen wordt vertelt hoe Christus in de boot was met zijn discipelen toen een storm de zee trof. Christus sliep toen zijn discipelen geschokt Hem wekten. “En Zijn discipelen kwamen bij Hem, wekten Hem en zeiden: Heere, red ons, wij vergaan! En Hij zei tegen hen: Waarom bent u angstig, kleingelovigen? Toen stond Hij op en bestrafte de winden en de zee, en er kwam een grote stilte.”(Mattheüs 8: 25-26). Als gemeenschap, volk maar ook als individuen, moeten we ons overdragen aan de reddende leiderschap van de Kerk van Christus. Onze lichamen zijn ook een kerk, zoals de apostel Paulus zegt. “Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?” (1 Korintiërs 3:16). Met dit bewustzijn moeten we consistent de tempel van onze ziel en onze Moederkerk schoon, heilig en welvarend houden. De Kerkvaders hadden waarschijnlijk dit in gedachten toen ze deze zondag, de groene zondag noemden. Met deze gedachte van de dag, wilden ze ons inspireren om de tempels van onze geest, onze lichamen, en onze door de apostelen gestichte heilige kerk altijd in groen te houden, ofwel vol met leven, bloei en frisheid.
Laat ons de Almachtige God vragen dat de kerk altijd groen blijft, dat de heilige kerk vol met leven blijft, zodat met de verrijzenis van Christus zij voortdurend bloeit en vruchten werpt. Dat diegenen die rust zoeken en hun geestelijke behoeftes proberen vervullen, de goedheden van de Hemelse Heer kunnen genieten. Laat de tempel van onze geest oneindig te voortdurend te laten bloeien en Christus met de opstanding te roven, en zij die rust zoeken en mensen die honger hebben, kunnen genieten van de gaven aangeboden door onze hemelse Heer en de tempel van onze ziel eindeloos vervult zijn met de Heilige Geest.
Evangelie: Mattheüs 8:18-9:8
Het volgen van Jezus
Toen Jezus een grote menigte om Zich heen zag, gaf Hij bevel naar de overkant te varen. En er kwam een schriftgeleerde naar Hem toe en zei tegen Hem: Meester, ik zal U volgen, waar U ook heen gaat. En Jezus zei tegen hem: De vossen hebben holen, en de vogels in de lucht nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets waarop Hij het hoofd kan neerleggen. Een ander uit Zijn discipelen zei tegen Hem: Heere, sta mij toe dat ik eerst wegga en mijn vader begraaf. Maar Jezus zei tegen hem: Volg Mij, en laat de doden hun doden begraven.
De storm gestild
En toen Hij aan boord van het schip gegaan was, volgden Zijn discipelen Hem. En zie, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee, zodat het schip door de golven bedekt werd; maar Hij sliep. En Zijn discipelen kwamen bij Hem, wekten Hem en zeiden: Heere, red ons, wij vergaan! En Hij zei tegen hen: Waarom bent u angstig, kleingelovigen? Toen stond Hij op en bestrafte de winden en de zee, en er kwam een grote stilte. De mensen verwonderden zich en zeiden: Wat voor Iemand is Dit, dat zelfs de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn?
De genezing van bezetenen
En toen Hij aan de overkant was gekomen, in het land van de Gergesenen, kwamen twee mensen die door demonen bezeten waren, Hem tegemoet; zij kwamen uit de grafspelonken en waren zeer gevaarlijk, zodat niemand langs die weg voorbij kon gaan. En zie, zij riepen: Jezus, Zoon van God, wat hebben wij met U te maken? Bent U hier gekomen om ons te pijnigen vóór de tijd? En ver bij hen vandaan was een grote kudde varkens aan het weiden. De demonen smeekten Hem: Als U ons uitdrijft, sta ons dan toe dat wij in die kudde varkens gaan. En Hij zei tegen hen: Ga. En zij gingen uit hen weg en trokken in de kudde varkens; en zie, de hele kudde varkens stortte van de steilte af de zee in, en zij stierven in het water. En zij die ze weidden, vluchtten; en toen zij in de stad gekomen waren, berichtten zij al deze dingen én wat er met de bezetenen gebeurd was. En zie, heel de stad liep uit, Jezus tegemoet; en toen ze Hem zagen, smeekten ze Hem of Hij uit hun gebied wilde vertrekken.
De genezing van een verlamde
En nadat Hij in het schip gegaan was, voer Hij over en kwam in Zijn stad. En zie, men bracht een verlamde bij Hem, die op een bed lag. En Jezus, Die hun geloof zag, zei tegen de verlamde: Zoon, heb goede moed, uw zonden zijn u vergeven. En zie, sommigen van de schriftgeleerden zeiden bij zichzelf: Deze lastert God. En Jezus, Die hun gedachten zag, zei: Waarom overweegt u verkeerde dingen in uw hart? Want wat is gemakkelijker, te zeggen: De zonden zijn u vergeven? of te zeggen: Sta op en ga lopen? Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven (toen zei Hij tegen de verlamde): Sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis. En hij stond op en ging naar zijn huis. Toen de menigten dit zagen, verwonderden ze zich en verheerlijkten God, Die zo’n macht aan de mensen gegeven had.
Preek 12 mei 2019
“Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen. Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt, en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen, want zo hebben ze de profeten vervolgd die er vóór u geweest zijn.” Mattheüs 5:10-12
Deze zondag wordt de rode zondag of de zondag van de Martelaren genoemd.
Dit is ook de kleur van het bloed van Gods trouwe volgelingen dat is gevloeid omwille van hun heilig geloof, waardoor het fundament van de kerk wordt versterkt. De heilige martelaren goten hun bloed uit als tekenen van eindeloze dankbaarheid die zij voor God hadden en leken daardoor een deel van het lijden van Christus te zijn. Ze hebben hun leven opgeofferd met de vaste overtuiging dat als ze zouden sterven met de herrezen Christus in hun ziel, ze zouden leven in het koninkrijk dat de Heer beloofde aan degenen die voor Hem vervolgd werden (Mattheus 5:10-12). Het hemelse koninkrijk was geen verre droom voor hen, maar een vaste realiteit die al in hun ziel was gevestigd. Hierdoor waren zij er klaar voor om zonder aarzeling afstand te nemen van hun leven. Zij leefden en ademden met Christus. Zij waren ook blij dat ze op een gegeven moment hun sterfelijke lichamen zouden moeten verlaten en met onsterfelijke zielen zouden worden verenigd met hun Heer. Niet alleen verbaasden en bewonderden de ongelovigen hun moed, standvastig geloof en nederigheid, maar hierdoor bekeerden velen zich. Hun dood was een levend getuigenis van het ware geloof, hun lijden en hun geduld hierin was een ware prediking die alle woorden te boven gaat.
Het woord martelaar komt uit het Grieks en betekent getuige. De heilige martelaren getuigden, door hun vervolgingen moedig te verduren, door tot hun laatste adem trouw te blijven aan Christus, van de ene ware God. Zij werden een voorbeeld voor verdere martelaren en volgelingen van Christus. De tijden zijn veranderd en wij leven in een tijd en plaats waar wij niet vervolgd worden voor ons geloof en het ook niet nodig is om met ons leven te getuigen dat wij in onze Here God geloven. Wij belijden ons geloof zonder vervolgingen, vrees voor de dood en ons te verbergen. Vaak is er niet de behoefte om mondeling te preken maar om enkel een goed en deugdelijk gedrag te tonen. Het rest ons enkel om niet te verzwakken in ons gekozen pad en ons niet terug te trekken van moeilijkheden maar om ons te bevestigen in het levende geloof en overtuigd te lopen volgens het pad dat de heilige martelaren voor hebben voorbereid.
Evangelie: Lucas 9:18-36
De belijdenis van Petrus
En het gebeurde, toen Hij in persoonlijk gebed was, dat de discipelen in Zijn nabijheid waren. En Hij vroeg hun: Wie zeggen de menigten dat Ik ben? Zij antwoordden en zeiden: Johannes de Doper, en anderen: Elia, en weer anderen dat een van de oude profeten opgestaan is. Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? Petrus antwoordde en zei: De Christus van God.
Eerste aankondiging van het lijden
En Hij sprak hen streng toe en beval dat zij dit tegen niemand zeggen zouden. Hij zei: De Zoon des mensen moet veel lijden en verworpen worden door de oudsten, overpriesters en schriftgeleerden, en Hij moet gedood en op de derde dag opgewekt worden.
Aansporing tot zelfverloochening
Hij zei tegen allen: Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis dagelijks opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven verliezen zal omwille van Mij, die zal het behouden. Want wat baat het een mens heel de wereld te winnen en zichzelf te verliezen of zelf schade te lijden? Want wie zich voor Mij en Mijn woorden geschaamd zal hebben, voor hem zal de Zoon des mensen Zich schamen, wanneer Hij zal komen in Zijn heerlijkheid en in die van de Vader en in die van de heilige engelen. En Ik zeg u in waarheid: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven, voordat zij het Koninkrijk van God gezien hebben.
Preek 19 mei 2019
Elke vijfde zondag na de Paaszondag viert de Armeense Apostolische Kerk de ontdekking van Het Heilig Kruis in het jaar 351 van de 4e eeuw in Jeruzalem. Vandaag is het onze plicht dat waargebeurde verhaal te herinneren, te prijzen en te herleven. Wij moeten onze gedachten richten op de grote redding van het kruis en realiseren dat ieder van ons de plicht heeft om zijn eigen kruis te dragen.
“Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.’’– zegt onze Heer (Mattheus 16:24). Er is geen andere weg van leven leiden en het hebben van innerlijke vrede dan de weg van het kruis. Gedurende de hele geschiedenis van het christendom was de betekenis van het kruis hetzelfde voor alle christenen in de wereld, in het bijzonder voor onze mensen. In de verschrikkelijkste en wreedste momenten van onze geschiedenis, werd onze hoop gevestigd op de kracht van het kruis. En die kracht bleef onafscheidelijk van al onze mensen in alle gevechten voor de bescherming van geloof en vaderland. Het kruis en ons daarmee geheiligde geloof behield, beschermde en deed ons volk herleven door het worden van een brug tussen de dood en het leven. Wij hebben niet eenmalig het pad van de kruisiging belopen en de diepte van de dood gemeten. De helden van onze geschiedenis waren onze getuigen, toen we vochten “voor het geloof en voor het vaderland”, omdat het bestaan, het verlangen, de gevoelens en het bewustzijn van de Armeniër de basis zijn geweest van deze twee gekoesterde waarden: geloof en vaderland, geloof en erfgoed.
Het christendom is geen religie van terugtrekking, het is een religie van strijdlust en overwinning om het kwaad en geweld te bestrijden. Het Armeense volk is nooit terneergeslagen geweest door de slagen van het leven en weet hoe hij zijn marteling tot overwinning kan maken. Een volk die omwille van de grootste waarden vecht en zelfs wordt gemarteld, maar niet verliest, niet eindigt in martelaarschap en leeft, omdat het gelooft dat de geestelijke opstanding de vleselijke kruisiging zal opvolgen en de donkere ochtend van de dood opgevolgd zal worden door de heldere ochtend van de opstanding. Aan diegene, die de kracht van God altijd en overal ziet, zullen geen bedreigingen en beproevingen doorbreken. Tegenover wapens en kracht staat de kracht van de geest dat zich uitdrukt in de kracht van het geloof. In deze geestelijke kracht heeft het Armeense volk het geheim van zijn redding, eeuwigheid en vitaliteit gevonden.
Het besef van de kracht van het kruis is mooi en bemoedigend. S. Cyril de patriarch van Jeruzalem zegt: “Ik belijd het kruis, omdat ik de opstanding ken”. Door de zondige aard van onze menselijkheid op zich te nemen en het aan het kruis te brengen, herrees Christus onze natuur door een stervende en glorieuze opstanding en gaf ons daarmee het eeuwige leven. Aldus veranderde het kruis van het instrument van lijden en dood in een boom des levens, als teken voor hoop, liefde, overwinning en verlossing. Een ieder draagt zijn kruis in mate van zijn eigen verantwoordelijkheid in het leven, neemt het mee naar Golgotha, waar zijn leven en dood, met zijn offer, gerechtvaardigd en geheiligd moet worden en de goddelijke eeuwige glorie en het licht van God waardig moet worden.
Evangelie: Johannes 7:14-23
Maar toen het feest al half voorbij was, ging Jezus naar de tempel en gaf onderwijs. En de Joden verwonderden zich en zeiden: Hoe kent Hij de Schriften zonder daarin onderwezen te zijn? Jezus antwoordde hun en zei: Mijn onderricht is niet van Mij, maar van Hem Die Mij gezonden heeft. Als iemand de wil heeft om Zijn wil te doen, zal hij van dit onderricht weten of het uit God is, of dat Ik vanuit Mijzelf spreek. Wie vanuit zichzelf spreekt, zoekt zijn eigen eer, maar Wie de eer zoekt van Hem Die Hem gezonden heeft, Die is waarachtig en geen ongerechtigheid is in Hem. Heeft Mozes u niet de wet gegeven? En niemand van u doet de wet. Waarom probeert u Mij te doden? De menigte antwoordde en zei: U bent door een demon bezeten; wie probeert U te doden? Jezus antwoordde en zei tegen hen: Eén werk heb Ik gedaan en u verwondert u allen. Welnu, Mozes heeft u de besnijdenis gegeven – niet dat zij van Mozes komt, maar van de vaderen – en u besnijdt iemand op de sabbat. Als een mens de besnijdenis ontvangt op de sabbat, juist om de wet van Mozes niet te breken, bent u dan verbitterd tegen Mij, omdat Ik een heel mens gezond gemaakt heb op de sabbat?
Preek 26 mei 2019
” En wie zijn kruis niet draagt en achter Mij aan komt, kan geen discipel van Mij zijn. ” (Lucas 14:27)
Met deze passage in de Evangelie van Lucas, openbaarde de Heer de enige ware en permanente voorwaarde voor het volgen van Hem, die de basis zou moeten zijn voor ieder mens voet zet op de door Christus gemarkeerde weg.
Deze woorden van de Heer Jezus Christus zijn ouder dan tweeduizend jaar, maar vandaag de dag worden ze nog steeds elke dag gehoord in de heilige altaren van de kerken. Zoals veel volgelingen van Christus in de tijd van Christus talrijk waren, maar weinigen trouw bleven (Johannes 6:66), zo is dat ook vandaag de dag dat velen christenen zijn, de volgelingen van Christus worden genoemd, maar niet allen van hen de roeping volledig volgen.
Voor een ware christen moet alles gebaseerd zijn op het ware geloof in God, de grenzeloze liefde, de volledige toewijding en de trouw. Ieder die de weg van Christus kiest neemt vanaf dat moment zijn symbolische kruis en volgt samen met Christus zijn weg naar de redding. En dat kruis impliceert ook de keuzes die we tijdens ons leven bewust maken. Wanneer we op de volgende kruising van het leven staan en we een beslissing moeten nemen om het pad te bewandelen dat Christus heeft aangewezen, wat moeilijk is en buiten onze macht voelt, of om een meer aantrekkelijke en gemakkelijke weg te kiezen, dat echter tot een onvermijdelijke ondergang leidt. Dus hoe kunnen we de discipelen van Christus worden genoemd of verdienen zo genoemd te worden als onze keuze in strijd is met de wil van de Heer? Hoe kunnen we zeggen dat we Christus volgen, als we kiezen voor ons eigen verlangen in plaats van Zijn wil te volgen. Hoe kunnen we zeggen dat we Christus liefhebben als we in de kleinste en moeilijke tijden mompelen en Hem verloochenen met onze gedachten, woorden of daden? Hierover zegt Christus zelf: “Waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen mij, maar doen jullie niet wat ik zeg?'(Lucas 6:46). Er zijn veel vragen, maar er is maar één antwoord. Vaak houden we alleen van God met de woorden die we uitspreken, maar in de werkelijkheid wanneer we dit met daden moeten doen keren wij rustig onze rug toe naar onze Heer en geven wij de voorkeur aan de ons zo aangename zonden. Dat is het moment dat wij het kruis, dat de weg is naar de verlossing, opzij zetten en het verwerpen. Want het dragen van het kruis betekent nederig zijn in moeilijkheden, een zachtmoedig hart hebben en de Heer vertrouwen.
Evangelie: Lucas 14:25-35
Alles verlaten om Jezus’ wil
En vele menigten trokken met Hem mee, en terwijl Hij Zich omkeerde, zei Hij tegen hen: Als iemand tot Mij komt en niet haat zijn eigen vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. En wie zijn kruis niet draagt en achter Mij aan komt, kan geen discipel van Mij zijn. Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien? Opdat niet misschien, als hij het fundament gelegd heeft en niet in staat is het te voltooien, allen die het zien, hem beginnen te bespotten, en zeggen: Deze man begon te bouwen, maar heeft het werk niet kunnen voltooien. Of welke koning die een oorlog in gaat om te strijden met een andere koning, gaat niet eerst zitten om te beraadslagen of hij bij machte is met tienduizend man tegemoet te gaan die met twintigduizend man tegen hem optrekt? En zo niet, dan stuurt hij, als de ander nog ver weg is, een gezantschap om te vragen wat de vredesvoorwaarden zijn. Zo kan dan ieder van u die niet alles wat hij heeft, achterlaat, geen discipel van Mij zijn. Het zout is goed, maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het smakelijk gemaakt worden? Het is niet geschikt voor het land en ook niet voor de mesthoop: men gooit het weg. Wie oren heeft om te horen, laat die horen.