6 november 2022

“Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn” – Efeziërs 5:31

De apostel Paulus, sprekend over de ware liefde van echtparen, benadrukt het belang van het huwelijk door te zeggen: “Dit mysterie is groot – en ik betrek het op Christus en de kerk” (Efeziërs 5:32). Deze verzen suggereren ook hoe groot en heilig de betekenis van de huwelijksband is. Daarom vergeleek de apostel het rechtstreeks met de verbinding tussen Christus en de kerk. Met andere woorden, het huwelijk is een vergelijking van de verbinding tussen Christus, de hemelse bruidegom, en de kerk, de aardse bruid.

De apostel Paulus, die opnieuw een vergelijking maakt met de verbinding tussen Christus en de kerk, zegt: “Gehoorzaam elkaar uit eerbied voor Christus. Vrouwen, gehoorzaam uw man zoals ook aan de Heer, want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk, het lichaam dat Hij gered heeft. En zoals de kerk Christus gehoorzaamt, zo moeten vrouwen in ieder opzicht aan hun man gehoorzamen. Mannen, heb uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad en zelfs Zijn eigen lichaam verraden heeft voor haar. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. “Daarom zal een man zijn moeder en vader verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één lichaam zijn. Dit mysterie is groot – en ik betrek het op Christus en de kerk” (Efeziërs 5:21-32).

Net zoals Christus niet van Zijn kerk is gescheiden, mogen ook de gekroonde echtgenoten niet van elkaar worden gescheiden. Zoals Christus zich bij Zijn kerk heeft aangesloten uit oneindige liefde, zo mag het sacrament van het huwelijk nooit worden verricht zonder wederzijdse liefde, zoals Gregory van Tatev (Grigor Tatevatsi) getuigt. “De zeven sacramenten bereiden ons voor om de zeven deugden te verwerven. Wie de heilige sacramenten met geloof en vrees aanvaardt, ontvangt goddelijke zegen en genade”.

De vrijgevochten echtelijke vereniging van twee mensen impliceert een vereniging van ziel, geest, hart en interesse, wat leidt tot het mysterieuze en sublieme idee van “Die twee zullen tot één vlees zijn”.

Ware liefde is het grootste geschenk dat alleen door God kan worden gegeven. Als een liefhebbend hart in staat is positiever, vriendelijker, vergevingsgezind en verdraagzaam te worden, in wonderen begint te geloven en heroïsche stappen zet, oneindige kracht en energie geeft, vreugde en gelach, getuigt het al van de genade die door God is gezonden. En zoals de apostel zegt: “De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze” (1 Korintiërs 13:4-7).

Het is terecht om de belangrijkste tekenen van ware liefde te onthouden die door Gregory van Tatev zijn geïdentificeerd, vooral het gewillig naar elkaars verlangen te luisteren, te onthouden en te dienen zonder aarzeling. Dat wil zeggen dat de belangrijkste voorwaarde voor het in stand houden van de liefde, respect is. Zonder respect zal de liefde niet lang stand houden.

Dit nobele gevoel is het enige dat twee liefhebbende harten naar de Heilige Tabernakel en het heilige sacrament kan leiden waardoor, elkaar aanvullend, de missie van het vervullen van Gods wil wordt gerealiseerd. Dit advies is bovenmaats omdat het christelijke gezin een voorbeeld is van de onschendbare eenheid van Jezus Christus en Zijn kerk. De missie van het gezin is om Gods wil op een verenigde manier te vervullen.

Liefde, nederigheid, een zuiver hart, oprechte gedachten en loyaliteit zijn de door God goedgekeurde hoge waarden die elk persoon die zich op het huwelijk voorbereidt zou moeten hebben, want alleen dan zal het gezin sterk en voorbeeldig zijn. Godminnende familie is de onwrikbare band die één van de belangrijkste voorwaarden wordt voor het hebben van een machtig moederland.

Als we nadenken over deze hoge waarden, worden we onbedoeld herinnerd aan de volgende woorden van Karekin II Catholicos van alle Armeniërs: “Het gezin is de voorwaarde voor het voortbestaan ​​van onze natie, de kracht van onze Heilige Apostolische Kerk en de Armeense staat. Met de kracht van de Heilige Tempel van God en de familiekerk hebben we eeuwenlang geleefd en overleefd, veel beproevingen doorstaan ​​en de meester van ons vrije moederland geworden.

Laten we onze ziel zoveel mogelijk met deze waarden omhullen, als we het huwelijksleven ingaan, zodat ons gezin één van de belangrijkste onderdelen wordt van de versterking van de kerk van Christus en ons Moederland.

Evangelie: Lucas 8:49-56

49Nog voor Hij uitgesproken was, kwam er iemand uit het huis van Jaïrus tegen de leider van de synagoge zeggen: ‘Uw dochter is gestorven. Val de meester niet langer lastig.’ 50Maar Jezus hoorde het en zei: ‘Wees niet bang, maar geloof, dan zal ze worden gered.’ 51Toen Hij bij het huis kwam, stond Hij niemand toe om met Hem naar binnen te gaan behalve Petrus, Johannes en Jakobus, en de vader en moeder van het meisje. 52Alle aanwezigen waren aan het weeklagen en sloegen zich van verdriet op de borst. Hij zei: ‘Houd op met klagen, want ze is niet gestorven, ze slaapt.’ 53Ze lachten Hem uit, omdat ze wisten dat ze gestorven was. 54Hij nam haar hand vast en zei met luide stem: ‘Meisje, sta op!’ 55Haar levensadem keerde terug en ze stond meteen op. Hij gaf opdracht haar iets te eten te geven. 56Haar ouders waren verbijsterd; Hij gebood hun tegen niemand te zeggen wat er was gebeurd.

 

13 november 2022

“Hij neigt zich tot het gebed van de ontheemden en zich van hun bidden niet afkeert. – Psalm 102:17

Net zoals er geen groter kwaad is dan trots, is er geen grotere goedheid dan nederigheid. Omdat het eerste iemand hatelijk maakt voor God en mensen, en de tweede lieflijk en aangenaam. De eerste kwelt door geen rust te geven, de tweede kalmeert met rustgevende vrede. Zoals Neghos Sinaïetsi zegt: “Een kalme zee is een aangenaam gezicht, maar de vrede van de ziel is nog aangenamer.” Maar wat is nederigheid precies?

Nederigheid is als je een goede daad wil verrichten, maar je beschouwt jezelf niet als iemand die aan de slag kan en het kan uitvoeren en daarom aan God om hulp en genade vraagt en zegt: “Help mij, mijn zwakheid, zodat ik je kan behagen. Zoals de Heer zegt: “Als iemand in Mij blijft, en Ik in hem, zal hij ​​veel vruchten dragen, omdat je zonder Mij niets kunt doen” (Johannes 15:5).

Nederigheid is niet alleen houden van degenen die onder de mensen verheerlijkt worden, maar ook jezelf vernederen door de armen en de daklozen te troosten. Zo gedroeg de Heer zich ook, door antwoord te geven op Pilatus, met grote genade te spreken tot de dief, en geschenken te geven. Toen de blinden het uitschreeuwden, stond Hij op, kwam dichterbij en opende hun ogen.

Nederigheid alleen is genoeg voor een persoon om goddelijke genade te verkrijgen. Een nederig mens heeft alle zogenaamde spirituele geuren: eenvoud, zachtmoedigheid, grenzeloze liefde, vriendelijkheid, onvoorwaardelijke opoffering, gehoorzaamheid, enzovoorts.

Een nederig persoon blijft altijd vrij van schade, omdat hij door niemand wordt gestoord, niet treurt, wanhoopt, boos wordt en geen vijandigheid vertoont jegens iemand. Daar waar veel spirituele vooruitgang is, is veel nederigheid. Degenen die het pad van de nederigheid hebben gevonden, gaan snel, gestaag en zonder moe te worden vooruit in het spirituele leven. Hoe meer iemand zich vernedert, hoe meer hij genade van God ontvangt en hoe meer hij vooruit gaat. “Onderwerp u dus nederig aan Gods hoge gezag, dan zal hij u op de bestemde tijd een eervolle plaats geven” (1 Petrus 5:6).

Evangelie: Lucas 9:44-50

44‘Onthoud wat Ik tegen jullie zeg: de Mensenzoon zal aan de mensen uitgeleverd worden.’ 45Maar ze begrepen deze uitspraak niet; de betekenis bleef voor hen verborgen, en ze durfden Hem er niet naar te vragen.

46Ze begonnen onderling te redetwisten over de vraag wie van hen de belangrijkste was. 47Jezus wist wat hen bezighield en Hij nam een kind bij zich, dat Hij naast zich neerzette. 48Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam ontvangt, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’ 49Daarop zei Johannes: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten, omdat hij U niet samen met ons volgt.’ 50Jezus zei tegen hem: ‘Verhinder het niet! Want wie niet tegen jullie is, is voor jullie.’

 

20 november 2022

“Vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven iedereen die ons iets schuldig is” – Lucas 11:4

Er zijn verschijnselen in ons leven die ons gevangen houden, ons de kans ontnemen om te vliegen, en blindheid en kleingeestigheid veroorzaken. Wij hebben allemaal onze pijnen, wonden, teleurstellingen en liefdesverdriet en dragen jarenlang de last van een belediging. Wij kunnen ons niet herinneren wanneer de laatste keer was dat wij diep ademhaalden, het leven in al zijn prachtige kleuren zagen en wanneer wij iemand volledig vertrouwden en binnen lieten. Als wij ons sluiten, sluit de hemel zich ook voor ons. Wat is de sleutel tot de hemel, is er iets dat onze gemoedsrust kan herstellen, onze pijn kan genezen en onze geest kan herstellen?
De aarde draait om vergeving. De vergeving van God, de vergeving van de aarde, de hemel, de lucht, de bomen, de vogels en de zeedieren. Als die eindeloze vergeving, die ons constant de hand reikt, er niet zou zijn, zou de planeet verwoest zijn en zouden wij ook niet bestaan. Onze missers en fouten zijn eindeloos. Mensen exploiteren alles en veroorzaken grote schade aan de natuur en de wereld.

Elke dag stoten wij een nieuwe dosis gif en boosheid uit, die eerst onszelf en daarna de mensen om ons heen schaadt. De aarde blijft echter draaien en brengt ons een nieuwe dag. Elke nieuwe dag brengt de sleutel tot de hemel met zich mee en de sleutel tot de hemel is vergeving. Door onszelf en het onrecht dat ons is aangedaan te vergeven, kunnen wij openen wat voor ons gesloten is. Maar wat is vergeving? Het woord zelf geeft al aan; een vergevingsgezinde geest hebben en daarmee in het leven staan. Vergeven is binnen laten. Wanneer wij het onrecht en slechte gedrag dat ons is aangedaan binnen laten, begrijpen wij de aard van wat er gebeurd is, begrijpen we dat wijzelf niet onfeilbaar zijn en volledig in staat zijn om hetzelfde te doen en zo vergeven wij. Zo glimlachen wij naar de God die in ons leeft en Hij lacht wederzijds naar ons.

Vaak denken we dat onze vergeving alleen voor degenen is die het verdiend hebben, maar als iemand vergeven is, hebben wij van onze kant niets te doen. Onze vergeving is alleen geldig als er geen actie is ondernomen om het te verdienen, maar wij in onszelf de kracht en wijsheid vinden om te vergeven. Vergeving is een goddelijk vermogen en wanneer iemand tegen ons zondigt, krijgen wij de kans om iets te proeven wat een goddelijk begin heeft. Zo proeven wij de zaligheid van vergeving en gaat de hemel voor ons open.

Natuurlijk is vergeven niet makkelijk om te doen. Althans, dat is wat veel mensen denken, vooral als zij te diep gekwetst zijn en te veel pijn hebben gevoeld. Er is echter niets dat God heeft ontnomen van de mens om te vergeven. Via Christus zegt God tegen ons dat wij de broeder die tegen ons heeft gezondigd, niet slechts één of zeven keer moeten vergeven, maar zeventig keer zeven keer: eindeloos dus. Omdat vergeving een stroom is, stopt het nooit. Het komt uit de hemel van God en stroomt naar beneden. Het stroomt als bloed en doet alles herleven, wast de zonden en de fouten van ieder van ons weg, helpt om op te staan ​​na een val en veegt alle onreinheid in de ziel weg.

Zo opent God elke dag de deuren van de hemel en stuurt Hij Zijn liefde naar ons.

Evangelie: Lucas 11:1-13

Het gebed

111Eens was Jezus aan het bidden, en toen Hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen tegen Hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’ 2Hij zei tegen hen: ‘Wanneer jullie bidden, zeg dan:

“Vader, laat uw naam geheiligd worden

en laat uw koninkrijk komen.

3Geef ons dagelijks het brood dat wij nodig hebben.

4Vergeef ons onze zonden,

want ook wijzelf vergeven iedereen

die ons iets schuldig is.

En breng ons niet in beproeving.”’

 5Daarna zei Hij tegen hen: ‘Stel dat iemand van jullie een vriend heeft en midden in de nacht naar hem toe gaat en tegen hem zegt: “Wil je mij drie broden lenen, 6want een vriend van me is na een reis bij mij gekomen en ik heb niets om hem voor te zetten.” 7En veronderstel nu eens dat die vriend dan zegt: “Val me niet lastig! De deur is al gesloten en mijn kinderen en ik zijn al naar bed. Ik kan niet opstaan om je te geven wat je vraagt.” 8Ik zeg jullie, als hij al niet opstaat en het hem geeft omdat ze vrienden zijn, dan zal hij wel opstaan omdat zijn vriend onbeschaamd aandringt, en hem alles geven wat hij nodig heeft. 9Daarom zeg Ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. 10Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. 11Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven?

 

27 november 2022

“Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht, want iemands leven hangt niet af van zijn bezittingen, zelfs niet wanneer hij die in overvloed heeft.” (Lukas 12:15)

Vogels in de lucht en vissen in het water gebruiken hun staarten om hun weg te sturen. Zo kan ook een mens zijn weg sturen richting het goede door na te denken over de dood. Onze Leraar Jezus Christus waarschuwt Zijn luisteraars voor hebzucht en herinnert hen tegelijk eraan hoe kort een mensenleven is. “Hij zei tegen hen:‘‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht, want iemands leven hangt niet af van zijn bezittingen, zelfs niet wanneer hij die in overvloed heeft” (Lukas 12:15).

Wie schatten verzamelt in deze wereld of ze verbergt in zijn boezem, kan nooit zonder zorgen zijn. De rijkste boer is degene die zijn zaden niet opslaat en bewaart maar ze zaait in de velden. De daar gezaaide zaden zijn nooit vruchteloos maar geven veel vruchten, zowel in dit leven als in het leven in het hiernamaals.

Er zijn hoofdzakelijk drie dwalingen die de mens richting grote fouten duwen. De eerste is de wens van het lichaam, de tweede is de wens voor glorie en de derde is de wens voor bezittingen. Met andere woorden, gemakzucht, ijdelheid en hebzucht of geldzucht. Johannes de evangelist spreekt over deze drie dingen en zegt: “want alles wat in de wereld is – zelfzuchtige begeerte, afgunstige inhaligheid, pronkzucht -, dat alles komt niet uit de Vader maar uit de wereld” (1 Johannes 2:16). Deze drie fouten werken op de volgende manier. Gemakzucht wil het wenselijke met grote enthousiasme maar keert met afkeer terug. IJdelheid bereikt vrijwillig de glorie maar dan vervult het hart zich met verdriet. Wanneer hebzucht met grote moeite uiteindelijk de mammon bereikt, keert niet meer terug maar verenigt zich en vestigt zijn volledige hoop op de mammon. Zelfs wanneer hebzucht begrijpt dat hetgeen wat hij wil onrechtmatig is, verontrust hij zich niet, maar vervolgt zijn weg richting die dwaling en verdwaalt volledig.

Degene die zich wil verrijken met God, zowel hier als in het hiernamaals, zal zalig zijn. Laten we daarom onze hoop alleen op God vestigen. Sarkis de Begaafde zegt: “God heeft ons het grote gegeven, maar het kleine zal Hij ons niet geven?’ Hij gaf ons een geest en lichaam, wat iets groots is, maar denken we dat Hij hetgeen wat een geest en lichaam nodig heeft, wat iets kleins is, niet zal geven? Heeft God ons geschapen om ons te verlaten? Luister naar wat de profeet zegt: “Zo liefdevol als een vader is voor zijn kinderen, zo liefdevol is de HEER voor wie Hem vrezen” (Psalm 103:13). Heilige apostel Petrus zegt: “U mag uw zorgen op Hem afwentelen, want u ligt Hem na aan het hart” (1 Petrus 5:7).

Wat hier gezegd wordt, wordt bevestigd in twee voorbeelden. Het voorbeeld van de vogels die God voedt (zie Mattheüs 6:26) en de lelies die God prachtig aankleedt (zie Mattheüs 6:28). Hoe vaak nog zal God de mensen voeden en kleden? Christus vergelijkt de lelies met koning Salomo en zegt: “Ik zeg U dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet gekleed ging als één van deze”  (Mattheüs 6:29). Ofwel, de wilde lelie wordt door niemand geteeld terwijl koning Salomo wordt omringd door vele dienaren. Niemand maakt zich zorgen om de lelie terwijl de behoeften van koning Salomo werden voorzien door de mijnen in deze wereld, de parels in de zee en de dienaren. Dit alles in acht nemend zijn de ‘versieringen’ van de lelie veel mooier dan die van Salomo, want God verzorgd de lelie. Heidenen verzorgen hun eigen behoeftes, maar de aanbidders van de ware God zullen hier geen zorg voor hoeven dragen, want de ware God weet wat zij nodig hebben. Net zoals kinderen niet voor zichzelf kunnen zorgen en zelfs niet weten wat ze nodig hebben maar hun ouders dit wel weten en zorg dragen voor hun kinderen. Hoeveel te meer zal onze hemelse Vader, Die de Schepper is van iedereen, weten en voorzien in hetgeen dat Zijn kinderen nodig hebben? “Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden” (Mattheüs 6:33). Dus vraag alleen om het Koninkrijk van God en verricht Zijn rechtvaardigheid en de fysieke behoeftes zullen je in overvloed worden gegeven.

 Evangelie: Lucas 12:13-31

13Iemand uit de menigte zei tegen Hem: ‘Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen!’ 14Maar Jezus antwoordde: ‘Wie heeft Mij als rechter of bemiddelaar over jullie aangesteld?’ 15Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht. Want ook al heeft een mens nog zoveel, zijn leven bezit hij niet.’ 16En Hij vertelde hun de volgende gelijkenis: ‘Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht, 17en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan. 18Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, 19en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. 20Maar God zei tegen hem: “Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?” 21Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.’

22Hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Daarom zeg Ik jullie: maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam, over wat je zult aantrekken. 23Want het leven is meer dan voedsel en het lichaam meer dan kleding. 24Kijk naar de raven: ze zaaien niet en oogsten niet, ze hebben geen voorraadkamer en geen schuur, het is God die ze voedt. Hoeveel meer zijn jullie niet waard dan de vogels! 25Wie van jullie kan door zich zorgen te maken één dag aan zijn levensduur toevoegen? 26Als jullie dus zelfs het geringste al niet kunnen, waarom maken jullie je dan zorgen over de rest? 27Kijk naar de lelies, kijk hoe ze groeien. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. 28Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zoveel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal Hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? 29Ook jullie moeten je niet druk maken over wat je zult eten en wat je zult drinken, jullie moeten je niet door zorgen laten kwellen. 30De volken van deze wereld jagen die dingen na, maar jullie Vader weet dat je ze nodig hebt. 31Zoek liever zijn koninkrijk, en die andere dingen zullen je erbij gegeven worden.