3 juni 2018
Vandaag viert onze kerk het feest van de ‘Katholieke Heilige Etsjmiadzin’
De stichting van de Kathedraal van Heilige Etsjmiadzin is een symbool voor de prachtige visioen van Sint Grigor de Verlichter. Katholiek betekent de grote en hoofdkerk, de moederkerk. De viering van het Heilige Etsjmiadzin wordt op de zondag, 15 dagen na Pinksteren, gevierd. Oftewel de dag na de viering van de bevrijding van Sint Grigor de Verlichter uit de kerker, Khor Virap, herdenken we de visioen die hij had onmiddellijk nadat hij uit deze kerker was gekomen.
Sint Grigor de Verlichter predikte groots in Armenië na het verlaten van Khor Virap. Hij predikte het geloof in God en het christelijke licht verspreidde zich door het hele land en daarbuiten. Sint Grigor de Verlichter had een grote droom en ook een groot verlangen dat hem door een goddelijk visioen werd geschonken. Volgens de traditie ging hij elke nacht de tuinen in en bad hij op zijn knieën. Met deze gebeden stuurde hij niet alleen woorden van dankbaarheid naar God maar vroeg ook iets anders. Het was een verzoek om God te zien, een groot verlangen van zijn oprechte en onschuldige ziel. Toen God de smeekbede van de Heilige hoorde, achtte Hij hem waardig om de glorieuze verschijning van de Zoon van God in een visioen te zien.
Zoals Agathangelos en Faustus van Byzantium getuigen, op een dag, na middernacht, ging de hemel open en dook het Goddelijke licht neer naar Armenië naar de stad Vagharshapat. En in dat licht kwam Christus, met de gouden hamer in zijn hand, van de hemel naar de aarde, naar de plaats waar tegenwoordig Heilige Etsjmiadzin zich bevindt. En dit is de dag die we vandaag vieren tijdens het ‘Feest van de Katholieke Heilige Etsjmiadzin.’
Het feest van de katholieke Etsjmiadzin betekent voor Armeniërs de uiteindelijke vernietiging van het heidense geloof en in plaats daarvan de vestiging van de Armeense kerk en de vestiging van haar patriarchale macht.
Op deze glorieuze manier bevestigde de Armeense kerk voor de eerste keer haar identiteit. De Armeense kerk presenteerde zich als een georganiseerde instelling. De apostolische prediking van de voorgaande drie eeuwen in het Armeense volk over het geloof in het Evangelie kreeg een lichaam.
De visioen van Sint Grigor de Verlichter is een uniek fenomeen in de Armeense kerk en het Armeense volk. Zoals tijdens Pinksteren de apostelen vervuld werden met de Heilige Geest, vervulde het hele Armeense volk met de Heilige Geest door de visioen van Sint Grigor de Verlichter. Zodat met deze gave de Armeense kerk stevig werd gevestigd met de Heilige Etsjmiadzin en de Armeniërs het Christendom accepteerden als staatsgodsdienst.
Evangelie: Johannes 10:22-30
Jezus op het feest van de tempelwijding
22 En het was het feest van de inwijding van de tempel in Jeruzalem, en het was winter. 23 En Jezus liep rond in de tempel, in de zuilengang van Salomo. 24 De Joden dan omringden Hem en zeiden tegen Hem: Hoelang houdt U ons in het onzekere? Als U de Christus bent, zeg het ons vrijuit. 25 Jezus antwoordde hun: Ik heb het u gezegd en u gelooft het niet. De werken die Ik doe in de Naam van Mijn Vader, die getuigen van Mij. 26 Maar u gelooft niet, want u bent niet van Mijn schapen, zoals Ik u gezegd heb. 27 Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij. 28 En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. 29 Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken. 30 Ik en de Vader zijn Eén.
10 juni 2018
“Maar als u geweten had wat het betekent: “Ik wil barmhartigheid en geen offer,” dan zou u de onschuldigen niet veroordeeld hebben.” – Matt. 12:7
In dit deel van het evangelie benadrukt de Heer nogmaals het belang en de onschatbare waarde van genade. Met deze opvatting zijn veel onvervangbare deugden van een christen nauw verweven en onscheidbaar. Hoe vaak we wel niet struikelen en ons in gevangenschap van de zonde bevinden waar ons enige uitweg dan is om Gods genade te vragen. En we achten het natuurlijk dat de Heer ons telkens weer zal helpen, een helpende hand zal toereiken. Dus waarom vinden we het natuurlijk om hulp te ontvangen en niet om het te geven? Waarom zou God elke keer barmhartig moeten zijn, zelfs bij de ergste zonden, terwijl wij zelf, de kleinste belediging van onze naasten, hen niet vergeven? Dit is de reden waarom God spreekt met de lippen van profeet Hosea en via Zijn Zoon dat Hij barmhartigheid wil en geen offer. Dat wil zeggen dat onze hemelse Vader wil dat wij Hem dienen niet afbakenen met het uitvoeren en deelnemen aan rituelen, maar om Hem ook geestelijke te dienen. Het geestelijk dienen uit zich door een vriendelijke en menselijke houding tegenover elkaar, liefde en bereidheid om te vergeven en te helpen, omdat de zichtbare rituele ceremonies de interne vroomheid nooit zal vervangen. Maar beide zijn nodig en vullen elkaar aan. Onze zielen verlangen naar de sacramenten en rituelen, gebeden en hymnes, bijbellezingen en preken, maar het is niet genoeg om dit verlevendigende spirituele voedsel te ontvangen. Ze moeten worden gerealiseerd in liefde en genade, want genade is een van de vruchten van liefde.
We realiseren ons allemaal dat we met genade of barmhartigheid tonen niet alleen materiële hulp bedoelen, omdat het heel gemakkelijk is om geld aan de behoeftigen te geven en de missie als voltooid te beschouwen. Maar genade impliceert in eerste instantie toewijding van spirituele krachten en tijd, want soms is een uur met een grootouder of een zieke op een bed meer waard dan het geven van geld en te vertrekken. “Genade verdedigt niet alleen voor het oordeel maar heeft Hem, de
Rechtvaardige Rechter, als verdediger”, zegt Sint Johannes Chrysostomus.
God verwacht allereerst daden van barmhartigheid. Er is geen limiet aan het streven naar perfectie, om Gods beeld en gelijkenis in ons intact te houden en een vroom voortbestaan te hebben. Laat het voorbeeld van de barmhartige God een voorbeeld voor ieder van ons zijn, zodat wij de waardige kinderen van onze Hemelse Vader zijn en Zijn beloofde Koninkrijk mogen erven.
Evangelie: Mattheüs 12:1-8
Aren plukken op de sabbat
1 In die tijd ging Jezus op een sabbat door de korenvelden, en Zijn discipelen hadden honger en begonnen aren te plukken en te eten. 2 Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden zij tegen Hem: Zie, Uw discipelen doen iets wat niet geoorloofd is te doen op de sabbat. 3 Maar Hij zei tegen hen: Hebt u niet gelezen wat David deed toen hij honger had, en zij die bij hem waren? 4 Hoe hij het huis van God binnengegaan is en de toonbroden gegeten heeft, die hij niet mocht eten, evenmin als zij die bij hem waren, maar alleen de priesters? 5 Of hebt u niet gelezen in de Wet dat de priesters op de sabbatdagen de sabbat ontheiligen in de tempel, en toch onschuldig zijn? 6 Ik zeg u echter dat hier Iemand is Die meer is dan de tempel. 7 Maar als u geweten had wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer, dan zou u de onschuldigen niet veroordeeld hebben. 8 Want de Zoon des mensen is Heere, óók van de sabbat.
17 juni 2018
Hij antwoordde: “Dit is een verdorven en trouwloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona. Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven.” (Matteüs 12: 39-40)
De Farizeeën en de schriftgeleerden hebben altijd met een kritische en weigerende blik gekeken naar het Vleesgeworden Woord van God. Met verblinde ogen van de ziel, niet gelovend en niet aanvaardend keken zij naar Jezus Christus, de Verlosser van de hele wereld. Opnieuw vroegen ze Jezus wat voor autoriteit hij had. De Heer weigerde hen te antwoorden omdat hij hun sluwheid, oneerlijkheid en onrecht zag, terwijl Hij het geloof en het doorzettingsvermogen in diegenen die Hem zoeken en in zijn goddelijke kracht geloven looft en prijst. Twee tegengestelde legers: de een die in God gelooft, de ander die Hem afwijst. De een volgt God om te leren en gered te worden, de ander wilde Hem vernietigen als “godslastering”.
De mens heeft altijd om een teken van God gevraagd om in Hem te geloven. Mensen hebben te allen tijde voor keuzes gestaan. Ook wij staan voor de keus: staan we in het leger dat God volgt of in het leger dat hem afwijst? Veel mensen blijven tekenen en wonderen eisen om in God te geloven. Hedendaags in de 21e eeuw, zijn er mensen die onvoorwaardelijk geloven in de wetenschappelijke en technische ontwikkelingen en het bestaan van God uitsluiten. Mensen geven alleen de voorkeur aan hetgeen te geloven wat ze met hun ogen zien en vergeten het feit dat alles in het universum, inclusief de mens zelf, de vruchten zijn van Gods schepping. De Schriftgeleerden en Farizeeën, de vertegenwoordigers van kennis, wetenschap en wijsheid in hun tijd, waren niet in staat Jezus Christus als de beloofde Messias te accepteren, als de redding van de hele mensheid, de Zoon van God. Jezus Christus beschouwt hen als waardige afstammelingen van hun voorouders. ““Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bouwen grafmonumenten voor de profeten en versieren de graven van de rechtvaardigen, en jullie zeggen: Als we geleefd hadden in de tijd van onze voorouders, zouden wij ons niet zoals zij schuldig hebben gemaakt aan de moord op de profeten.” Daarmee erkennen jullie zelf dat jullie kinderen zijn van hen die de profeten vermoord hebben. Maak de maat van jullie voorouders dan maar vol.” (Matteüs 23:29-32).
Dus laten wij ook zijn zoals de gelovige volgelingen van Jezus, die ondanks dat ze schuldig waren, niet aan Jezus hebben ontweken en hebben gesmeekt om Zijn genade en genezing. Zij hebben met een onvoorwaardelijk geloof Hem gevolgd en constant Hem gevraagd om Zijn liefdadigheid, want Hij is Vriendelijk, Vergevingsgezind, Barmhartig en Genadig en door Zijn liefde voor ons is Hij op deze wereld gekomen. Wij moeten Hem vrijwillig gehoorzamen, zoals de Kerkvaders zeggen, en niet bekritiserend. We moeten, net als de vader van de maanzieke jongen, tegen de Heer zeggen: “Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp” (Marcus 9:24), zodat we door ongehoorzaamheid niet worden beroofd van de Goddelijke rust. Net zoals de apostel Paulus zegt tegen de Hebreeën, herinnerend aan de woorden van koning David: “Heden, als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet.” (Hebreeën 4: 7).
Evangelie: Mattheüs 12:38-45
Het teken van Jona
38 Toen antwoordden sommigen van de schriftgeleerden en Farizeeën: Meester, wij zouden van U een teken willen zien. 39 Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Een verdorven en overspelig geslacht verlangt een teken, maar het zal geen teken gegeven worden dan het teken van Jona, de profeet. 40 Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de grote vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn. 41 De mannen van Ninevé zullen opstaan in het oordeel samen met dit geslacht en zullen het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona; en zie, meer dan Jona is hier! 42 De koningin van het Zuiden zal opstaan in het oordeel samen met dit geslacht en het veroordelen, want zij is gekomen van de einden van de aarde om de wijsheid van Salomo te horen; en zie, meer dan Salomo is hier!
Terugkeer van de onreine geest
43 Wanneer nu de onreine geest uit de mens weggegaan is, gaat hij door dorre plaatsen om rust te zoeken, maar hij vindt die niet. 44 Dan zegt hij: Ik zal teruggaan naar mijn huis, waar ik uit weggegaan ben; en wanneer hij komt, vindt hij het leeg, geveegd en opgeruimd. 45 Dan gaat hij weg en neemt zeven andere geesten met zich mee, die meer verdorven zijn dan hijzelf, en wanneer zij naar binnen gegaan zijn, gaan zij daar wonen; en het einde van die mens wordt erger dan het begin. Zo zal het ook met dit verdorven geslacht zijn
24 juni 2018
De Armeens Apostolische kerk viert vandaag van de vinding van het kistje van de Heilige Maagd Maria. Volgens de traditie heeft de Heilige Maagd Maria haar kleding, die zij in het aardse leven heeft gedragen: een jurk, een hoofddeksel en een riem, als een onbetaalbare herinnering heeft overgedragen aan de kerk als teken van Haar onophoudelijke bescherming en eeuwige bemiddeling.
Vandaag vieren wij de dag dat het kistje is gevonden, waarin het hoofddeksel van de Heilige Maagd Maria is bewaard. Volgens de traditie is het kistje van Heilige Maagd Maria, waarin het hoofddeksel werd bewaard, gevonden door twee Griekse heersers, die voor een bedevaart onderweg waren naar Jeruzalem. Onderweg zien zij in Galilea, een Joodse vrouw met een kistje waarmee zieken genazen. Dit kistje vervingen zij door een duplicaat en namen de echte mee naar Constantinopel waar het werd overgedragen aan de Patriarch. De Patriarch hield het kistje in de Heilige Maagd Maria kerk en bevestigde die dag als de viering van de vinding van het kistje van de Heilige Maagd Maria. Later werden het hoofddeksel en een deel van de riem van de Heilige Maagd samen met het kleed hier bewaard. In de vijftiende eeuw werden ze verplaatst en bevinden zich nu in verschillende heilige plaatsen.
Dus vandaag vieren we het feest van de Heilige Maagd Maria, wie door Gods voorzienigheid gekozen werd om de moeder van de Redder van de mensheid te zijn. Zij heeft als eerste de pasgeboren Zoon van God aanbeden en heeft als laatste Zijn Kruis verlaten.
Heilige Maagd Maria volgde de eniggeboren Zoon van God vanuit het grot in Bethlehem tot aan de heuvel van Golgotha, Haar moederlijke hart “werd met een zwaard gestoken” (Lucas 2:35), zij zag het lijden van haar geliefde Zoon en Zijn dood aan het kruis maar behield haar geloof en vertrouwen in de Almachtige God. Christus heeft Zijn heilige bloed voor ons vergoten en Heilige Maagd Maria heeft uit moederlijke tederheid tranen vergoten. Haar moederlijke hart, vol met oneindige vriendelijkheid en nederigheid, hield van de mensheid en adopteerde het.
De Moeder van God is eeuwenlang het voorbeeld geweest en heeft de ware aard en karakter van de ware gelovige gevormd en gecreëerd. Tegelijkertijd leeft haar aanwezigheid voort door wonderen en heeft zij invloed op ons leven. Door spirituele ervaringen voelen wij de stille aanwezigheid van de Moeder van God in ons leven.
De Bijbel vertelt wellicht niet veel over Heilige Maagd Maria, maar vanaf het begin van de Bijbel tot aan het einde zien wij de stille aanwezigheid van Heilige Maagd Maria naast Christus. Zij vergezelde haar Zoon tot aan Golgotha en liet Hem nooit in de steek. Op dezelfde manier is Zij, de Meest Gezegende Vrouw, de Uitverkorene, de belichaming van nederigheid en zachtmoedigheid, constant om ons heen. Zij zorgt voor ons en houdt niet op om voor ons te bemiddelen bij de Allerhoogste.
Met het vieren van deze mooie viering, uiten wij onze dank en tevredenheid aan de Heilige Maagd, onze grootste bemiddelaar. Wij danken haar voor haar eindeloze geduld, oneindige goedheid en constante bezorgdheid, die Zij iedere seconde tegenover haar aardse kinderen uit.
Evangelie: Mattheüs 13:24-30
Het onkruid tussen de tarwe
24 Een andere gelijkenis hield Hij hun voor. Hij zei: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan iemand die goed zaad zaaide in zijn akker. 25 Maar toen de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide onkruid tussen de tarwe, en ging weg. 26 Toen het gewas opkwam en vrucht voortbracht, kwam ook het onkruid tevoorschijn. 27 De dienaren van de heer des huizes gingen naar hem toe en zeiden: Heer, hebt u niet goed zaad in uw akker gezaaid? Waar komt dan dit onkruid vandaan? 28 Hij zei tegen hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. De dienaren zeiden tegen hem: Wilt u dan dat wij erheen gaan en het verzamelen? 29 Maar hij zei: Nee, opdat u bij het verzamelen van het onkruid niet misschien tegelijk ook de tarwe zelf uittrekt. 30 Laat ze allebei samen tot de oogst opgroeien, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Verzamel eerst het onkruid en bind het in bossen om het te verbranden, maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur.