2 september 2018
“De lamp van het lichaam is het oog; als dan uw oog oprecht is, zal heel uw lichaam verlicht zijn; maar als uw oog kwaadaardig is, zal heel uw lichaam duister zijn. Als het licht dat in u is, duisternis is, hoe groot is dan de duisternis zelf!” (Mattheüs 6:22-23)
Deze woorden van Christus waren erg geschikt voor hen die de lamp van hun lichaam, het oog, geen zorg verlenen, want het oog is het geloof. Als we van het geloof zijn ontdaan of ons geloof niet voeden, dan houdt het op een lamp van het lichaam te zijn. Zoals Christus het zelf zei: “als uw oog oprecht is, zal heel uw lichaam verlicht zijn. Maar als uw oog kwaadaardig is, zal heel uw lichaam duister zijn”.
In het gemeenschapsleven is de kerk het oog, die de verantwoordelijkheid heeft om de lamp van het lichaam, haar gelovigen, te zijn. Als de kerk tekort schiet in haar missie, dan verzwakt het gehele lichaam, oftewel dan wordt het lichaam duister. Maar als de kerk het ware pad van haar missie beloopt, dan is de hele kerkgemeenschap verlicht. Hetzelfde geldt voor het gezinsleven, waarin de ouders de lamp van het lichaam zijn. Als zij hun verantwoordelijkheden vervullen, dan groeien de kinderen opgevoed op. Maar als het oog, de ouders van het gezin, onverschillig zijn tegenover de taak die God hen heeft toevertrouwd, dan groeien de gezinsleden onopgevoed op.
Het gebed en het vasten, als dagelijks geestelijk voedsel, leiden ons naar de waarheden van de evangelies en des temeer naar God. We begrijpen deze woorden van Christus beter en grondiger wanneer Hij zegt: “De lamp van het lichaam is het oog”.
Zonder het geloof wordt het leven inderdaad doelloos. Het is het geloof dat ons versterkt tegen het kwaad en de beproevingen. Het is het geloof dat ons verbindt met onze Schepper en de vrees voor God bevestigt, dit is het begin van wijsheid. Christus heeft zelf zijn geofferde leven ons geschonken, zodat we daarmee ons geloof vervullen, in onszelf de kracht voor het geloof vinden, zodat wij ons lichaam verlicht houden. En als de Heer Jezus zelf de noodzaak voelde om te bidden, om Zijn ‘oog’ gezond te houden, de lamp van het lichaam, hoeveel te meer moeten wij mensen, als zwakke wezens, bidden en ons zelf analyseren.
Evangelie: Markus 6:30-44
De wonderbare spijziging
30En de apostelen kwamen weer samen bij Jezus en berichtten Hem alles wat zij gedaan en wat zij onderwezen hadden. 31En Hij zei tegen hen: Komt u zelf mee naar een eenzame plaats, alleen, en rust wat uit; want er waren er velen die kwamen en die gingen, en zij hadden zelfs geen gelegenheid om te eten. 32En zij vertrokken in een schip naar een eenzame plaats, alleen. 33En de menigten zagen hen weggaan, en velen herkenden Hem en gingen uit alle steden gezamenlijk te voet daarnaartoe; en zij kwamen er vóór hen aan en gingen samen naar Hem toe.
34En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij een grote menigte en was innerlijk met ontferming bewogen over hen, want zij waren als schapen die geen herder hebben; en Hij begon hun veel dingen te onderwijzen. 35En toen het al laat geworden was, kwamen Zijn discipelen naar Hem toe en zeiden: Deze plaats is eenzaam en het is al laat; 36stuur hen weg, opdat zij naar de omliggende gehuchten en dorpen kunnen gaan en broden voor zichzelf kopen, want zij hebben niets te eten. 37Maar Hij antwoordde hun en zei: Geeft u hun te eten. En zij zeiden tegen Hem: Moeten wij voor tweehonderd penningen brood gaan kopen en hun te eten geven? 38En Hij zei tegen hen: Hoeveel broden hebt u? Ga eens kijken. En toen zij het te weten gekomen waren, zeiden zij: Vijf, en twee vissen. 39En Hij droeg hun op om allen in groepen te laten gaan zitten in het groene gras. 40En zij gingen zitten in groepen van honderd en van vijftig. 41En toen Hij de vijf broden en de twee vissen genomen had, keek Hij op naar de hemel, zegende en brak de broden en gaf ze aan Zijn discipelen, opdat zij die aan hen zouden voorzetten, en de twee vissen verdeelde Hij onder allen. 42En zij aten allen en werden verzadigd. 43En zij raapten twaalf manden vol met stukken brood op, en wat over was van de vissen. 44En die de broden gegeten hadden, waren ongeveer vijfduizend mannen.
9 september 2018
Wie naar Mijn woorden luistert en doet wat Ik zeg, zal lijken op een wijze man die zijn huis op een rots bouwde. Het regende, er waren overstroming, de winden bliezen en sloegen op het huis, maar het huis bleef staan, want het was gegrond op de rots. Maar wie hoort wat Ik zeg en niet doet wat ik zeg, zal lijken op een man die zijn huis bouwde op zand. Het regende, er waren overstromingen, de winden bliezen en sloegen het huis, en het stortte in. En de vernietiging was enorm. (Mattheus 7:24-27)
De rots waar Jezus over spreekt, is het evangelie waarin we onze Heer Jezus Christus zien. De rots is Jezus zelf. Met de heilige doop ‘kleden wij ons met Christus,’ worden we verenigd met Christus en worden we vanaf dat moment volgelingen van Christus. Als we leven volgens de boodschappen van Christus, dan maken we het evangelie de rots van ons leven. Christus beschouwt zulken als wijzen, die hun huis bouwen op een rots. Dat is de mens, die naar Christus luistert en ze bovendien daadwerkelijk uitoefent.
We weten allemaal dat mensen die huizen bouwen, zich in het begin richten op de fundering van hun bouwwerkzaamheden. Op de fundering komt de constructie waarop het gebouw moet steunen. Als het fundament zwak is, dan zal in korte tijd het gebouw instorten. Als het fundament stevig is, dan is het gebouw bevestigd op een rots.
Hetzelfde geldt voor ons leven. Wij weten dat degenen die moreel zwak zijn, in zullen storten wanneer het ‘regent.’ De regen is de beproevingen in het leven. Als we onze levens vullen met de kracht van het gebed zullen we, hoe zwak onze menselijke aard ook is, de beproevingen onmiddellijk verwerpen met de kracht en het geweten van ons geloof. ‘‘De regen zal vallen, en de rivieren zullen stromen, de winden zullen blazen tegen het huis, maar het zal niet instorten, omdat het stevig op de rots is gevestigd’’. Als de regen of wind uitdagingen zijn, dan zijn wij het huis, als ons leven op de rots is gevestigd.
Dit prachtige deel in het evangelie geeft ons de gelegenheid om over onze leven na te denken, om deze te zuiveren en te vernieuwen, een band te vestigen met onze Schepper, waarvan de brug de Redder, Jezus Christus is.
Evangelie: Markus 7:31-37
De genezing van een dove
31En toen Hij weer weggegaan was uit het gebied van Tyrus en Sidon, kwam Hij bij de zee van Galilea, midden door het gebied van Dekapolis. 32En ze brachten een dove bij Hem, die moeilijk sprak, en smeekten Hem dat Hij de hand op hem legde. 33En na hem uit de menigte apart genomen te hebben, stak Hij Zijn vingers in zijn oren, en na gespuwd te hebben, raakte Hij zijn tong aan. 34En terwijl Hij opkeek naar de hemel, zuchtte Hij en zei Hij tegen hem: Effatha! dat is: Word geopend! 35En meteen werden zijn oren geopend en de band van zijn tong werd los, en hij sprak goed. 36En Hij gebood hun dat zij het tegen niemand zouden zeggen; maar wat Hij hun ook gebood, zij verkondigden het des te meer. 37En zij stonden bovenmate versteld en zeiden: Hij heeft alles goedgemaakt; ook de doven doet Hij horen en Hij maakt dat zij die niet kunnen spreken, kunnen spreken.
16 september 2018
Een historisch overzicht: De Kruisverheffing is een van de vijf hoofdvieringen van het kruis en de kerk. Alle christelijke kerken vieren dit op 14 september, maar de Armeens Apostolische kerk viert het op de zondag tussen 11 en 17 september.
Kruisverheffing betekent de verheffing van het kruis. Volgens de kerktraditie is het kruis van Christus drie keer openlijk verheven. Als eerste was het de eerste bisschop van Jeruzalem, de apostel Jacobus, die de namaak van het kruis van Christus aan de mensen liet zien, met het doel om de mensen te waarschuwen (toen waren de vervolgingen van de Christenen op gespannen voet).
Voor de tweede keer werd het Kruis verheven in 326 op Golgotha door de moeder van Constantijn de Grote, Helena en bisschop Cyrillus van Jeruzalem. De derde keer dat het werd verheven was nadat het Kruis terug werd gebracht van de Perzen die het geroofd hadden. Hierna werd de viering van de Kruisverheffing uiteindelijk vastgesteld.
In het jaar 610 had de Perzische koning Khusro II de oorlog met de Keizer Herakleios gewonnen. Hij veroverde Jeruzalem en bezat het reddende Kruis en transporteerde het naar Perzië.
Het Kruis van onze Heer, dat opdook in Perzië, werd kreeg veel glorie. De komst van het Kruis van Christus, in een vuur aanbiddend land, ging gepaard met wonderbaarlijke tekens. Iedereen en overal werd gezegd dat: “De God van de christenen is naar Perzië gekomen”. Koning Khosro II zelf naderde het heiligdom met grote angs. Hij bewaarde het met grote eer in een schatkamer en waagde zelfs niet het Kruis eruit te halen.
De perzen die heidenen waren, waagden het niet om het Kruis te beschadigen. Vele van hen die contact opnamen met de lokale christenen en luisterden naar het Woord van de evangelie, bekeerden zicht tot het christendom. Ongeveer 14 jaar lang bleef het heilige Kruis onaangetast in gevangenschap.
Uiteindelijk, in het jaar 628 viel keizer Herakleios met een enorm leger Perzië aan. Voor het Kruis werd een heilige oorlog gevoerd. Er was ook een Armeense eenheid in dit leger onder leiding van de Armeense minister, Mjej I Gnuni. De keizer won de oorlog en door beide partijen werd een verzoeningsovereenkomst ondertekend. Een belangrijk onderdeel van de overeenkomst was de terugkeer van het Kruis. Zodoende werd het heilige Kruis met een grote stoet vanuit Perzië teruggebracht naar Jeruzalem. Op de terugweg ging het Kruisvan stad naar stad en verspreide het overal vreugde en enthousiasme. Op de terugweg komt het Kruis ook door Armenië, waar de mensen met grote vreugde de bevrijding van de “wonderbaarlijke en krachtige Kruis” van de Heer verwelkomen.
Vanuit de traditie is bekend, dat de Perzen het Kruis terug proberen te veroveren wanneer het door Armenië reist, maar de Armeniërs laten het achter op het Karno-veld, bieden weerstand tegen de vijand en duwen de aanval terug. Wanneer zij als overwinnaar terugkeren, zien ze op de plaats van het Kruis een nieuwe bron.Deze plaats werd later een bedevaartsoord. Tot op heden wordt de hoogste top van de bergen ten oosten van Karin (Erzurum) het houten Kruis genoemd. Aan de voet van dezelfde berg is ook de klooster Kachkavank gebouwd.
Gedurende de gehele weg gaf het Kruis een onbeschrijfelijke troost en inspireerde het de vrome gelovigen. Deze gebeurtenissen werden een reden om het feest van Kruisverheffing te bevestigen.
Het heilige Kruis is teruggekeerd uit gevangenschap op 14 september 628. Sindsdien vieren alle christelijke kerken de Kruisverheffing. In het Byzantijnse Rijk werd dit feest een nationale feestdag en het kruis werd een symbool van het rijk. Het werd geplaatst op de muren van overheidsgebouwen en werd een versiering voor de kleding van de ambtenaren. Op de feestdag werd door bisschoppen en priesters openlijk een kruis verheven.
De plechtige ceremonie van het opheffen van het kruis wordt nog steeds gedaan door kerken.In de Armeense kerk wordt op zondagavond de Kruisverheffing met een grote stoet gevierd. In de kerk wordt het kruis versierd met kleurrijke bloemen en basilicum (rehan) en loopt men buiten met het Kruis een rondje om de kerk. Dit weerspiegelt het terugbrengen van het Kruis na de verovering, door de bergen en landschappen van Armenië, naar Jeruzalem. Er vindt een zegeningsdienst plaats.
De priester zegent de vier zijden van de wereld, bidt tot God om vrede en sprenkelt rozenwater over de gelovigen.
De heilige Johannes Chrysostomus zegt: “Verheerlijk het edele en leven gevende kruis van de Heer, want het kruis is een teken van onze redding, het kruis is de hoop van christenen, het kruis is het fundament van de kerk, het kruis is de nederlaag van de duivel, het kruis is de vader van de wezen, het kruis is de rechter van de goddelozen, het kruis is de dokter van de zieken, het kruis is het wapen van de dag en de bescherming van de nacht, het kruis is de bron voor de dorstige, het kruis is het licht voor de zittende in de duisternis en de bevrijding van de gevangenen, het kruis is de ondergang van het onrechtmatige”.
Zoals de heilige vaders van de kerk belijden, om het symbool van het verlossingskruis van onze Heer Jezus Christus op ons te kunnen verbeelden, moeten wij een stabiel en levend geloof hebben.
De heilige Efrem de Syriër zegt: “We moeten altijd en elke dag dit winnende wapen bij ons hebben, het kruis van Christus. Wij moeten het kruis nooit van ons afhalen, niet tijdens onze slaap, niet wanneer wij wakker zijn, niet wanneer wij aan het werk zijn en ook niet wanneer we onderweg zijn. Wij moeten onszelf altijd omringen met het reddende en leven gevende symbool van het kruis.”
“Zie hoe de Hemelse Koning de soldaat die hem volgt heeft bewapend, Hij heeft geen schild gegeven, geen helm, geen boog, geen pantser, en ook niet iets soortgelijks, maar heeft het kracht van het kruis gegeven, het teken van de overwinning van de duivel”. (Johannes Chrysostomus)
Evangelie: Johannes 3:13-21
13En niemand is opgevaren naar de hemel dan Hij Die uit de hemel neergedaald is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is. 14En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, 15opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 16Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. 17Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. 18Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. 19En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liefgehad, meer dan het licht, want hun werken waren slecht 20Want ieder die kwaad doet, haat het licht en komt niet tot het licht, opdat zijn werken niet ontmaskerd worden. 21Maar wie de waarheid doet, komt tot het licht, opdat van zijn werken openbaar wordt dat ze in God gedaan zijn.
23 september 2018
“En hij vervolgde: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.” (Mattheus 19: 5-6)
Het christendom plaats het gezin hoog. Door het gezin te zuiveren en op iets heiligs te baseren geeft het christendom het gezin een belangrijke positie in de morele wereld, waardoor het gezin het begin en fundament wordt van deze wereld. Middels monogamie creëerde hij gelijkheid tussen de twee geslachten en door het huwelijk als Sacrament te vestigen, plaatste Hij het huwelijk in het beeld van de goddelijke Koninkrijk. Het sacrament van het huwelijk werd door Christus bekrachtigd tijdens de bruiloft in Kana (Joh. 2:1-2). Dit werd later voltooid door het Goddelijke bevel: “Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; ze zijn dan niet langer twee, maar één…” (Matteüs 19:5-6). Dus iedere man die scheidt zich van zijn ouders en bindt zich aan een andere vrouw, wordt één lichaam met haar door het sacrament van het huwelijk en de zegen van God en wordt een nieuw gezin in het hemelse koninkrijk.
De gedachtegang van de heiligheid van het huwelijk en het sacrament bereikt zijn hoogtepunt in de christelijke leer in de woorden van de apostel Paulus: “Zo moeten mannen hun vrouw liefhebben, als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. Niemand haat ooit zijn eigen lichaam, integendeel: men voedt en verzorgt het, zoals Christus de kerk, want dat is zijn lichaam en wij zijn de ledematen (Efeziërs 5:28-30). Of “Houd het huwelijk in ere en het echtelijk bed zuiver” (Hebreeën 13:4). De apostel heft het heilige sacrament van het huwelijk zo hoog dat hij zelfs een man en vrouw vergelijkt met Christus en zijn Kerk. “Aanvaard elkaars gezag uit eerbied voor Christus. Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer, want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk… Mannen, heb uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft prijsgegeven (Efeziërs 5:21-23, 25). Door het evangelie belooft een man zijn vrouw lief te hebben als zichzelf. Dit betekent bereid te zijn alles op te offeren voor haar als een ware gelijke en samen met haar één lichaam te vormen. Aan de vrouw wordt gevraagd om gehoorzaam te zijn aan de man en hem te respecteren. Deze gehoorzaamheid heeft niets te maken met slavernij, maar wil zeggen hoe de vrouw haar man moet behandelen, die ware vriend die zichzelf opoffert voor haar. Hij die liefheeft, kan niet oneerlijk zijn en diegene die geliefd is kan niet ongehoorzaam zijn tegen diegene die liefheeft. De gehoorzaamheid van de vrouw wordt bepaald door de liefde van de man met de rechtvaardiging dat de vrouw gehoorzaam zal zijn aan de man die haar liefheeft. Dus binnen het huwelijk is er geen sprake van geweld en slavernij, maar volmaakte liefde en gelijkheid, gehoorzaamheid, onbaatzuchtigheid en eenheid, waarmee zij beloven om bij elkaar te blijven tot aan de dood.
Dat het huwelijk een sacrament is laat zien dat het huwelijk geen persoonlijk of individueel doel kan hebben. Maar net zoals de eenheid van de Kerk en Christus een grote betekenis heeft in het Koninkrijk van God, is ook het huwelijk en het gezinsleven een belangrijk element in de verwezenlijking van het Koninkrijk van God. Het gezin moet een klein verbeelding zijn van de morele wereld, een miniatuurweergave. God is liefde en onze gelukzaligheid wordt bereikt door met liefde samen te komen met God. Dus er kan geen liefde en geen gelukzaligheid zijn daar waar Gods zegen ontbreekt. Twee worden één lichaam ofwel twee zielen leven als één. Dus beide hebben een wil maar die worden op één wijze uitgedrukt met wederzijdse begrip, vertrouwen, vergeving, nederigheid en natuurlijk de heilige gevoelens van geloof en liefde. Dit zijn de voorwaarden voor de volmaaktheid van het huwelijk.
Een eenheid die geen unie van liefde en waarheid is maar van puur plezier, kan geen deel uitmaken van de verwezenlijking van het koninkrijk van God in deze wereld. Daarom benadrukte de apostel Paulus het grote belang van het huwelijk toen hij sprak over echte liefde. “Dit mysterie is groot maar ik betrek het op Christus en de Kerk” (Efeziërs 5:32).
De kerk verwerpt het gezinsgeluk in deze materiële wereld niet, door enkel en alleen geestelijke principes op te dragen. Zij verwerpt het wanneer we als gezin onderdanig zijn en alleen dienen voor het ‘genieten’ principe en vergeten het Goddelijke gebod te ‘liefhebben.’ De kern van het huwelijk is wederzijdse liefde, en het vervolg voortplanting. Voortplanting moet niet als enige doel van het huwelijk zijn maar de reflectie van de goddelijke liefde in het gezin, wat de basis van de samenleving vormt.
Evangelie: Markus 10:1-12
Over de echtscheiding
1En toen Hij opgestaan was, ging Hij vandaar naar het gebied van Judea, door het Overjordaanse; en de menigten kwamen opnieuw bij Hem samen, en zoals Hij gewoon was, onderwees Hij hun opnieuw. 2En de Farizeeën kwamen naar Hem toe en vroegen Hem, om Hem te verzoeken, of het een man geoorloofd is zijn vrouw te verstoten. 3Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Wat heeft Mozes u geboden? 4En zij zeiden: Mozes heeft toegestaan een echtscheidingsbrief te schrijven en haar te verstoten. 5En Jezus antwoordde hun: Vanwege de hardheid van uw hart heeft hij dat gebod voor u geschreven. 6Maar vanaf het begin van de schepping heeft God hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt. 7Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; 8en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees. 9Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. 10En thuis stelden Zijn discipelen Hem hierover opnieuw vragen. 11En Hij zei tegen hen: Wie zijn vrouw verstoot en met een andere trouwt, pleegt overspel tegen haar. 12En als een vrouw haar man verstoot en met een andere trouwt, pleegt zij ook overspel.
30 september 2018
“Christus is verheugd om te leven in het heilige Teken,
voor het behoud en de redding van de Armeense wereld. ”
De kalender van de Heilige Armeense Apostolische Kerk heeft vier vieringen gewijd aan de verheerlijking van het Kruis: de verschijning van het Kruis, de Kruisverheffing, het Kruis van de berg Varaga en de vinding van het Kruis. Drie van deze vier vieringen worden ook door andere christelijke kerken gevierd. Het Heilige Kruis van Varaga is uniek voor onze kerk en wordt alleen door onze kerk gevierd. Deze viering werd in het jaar 653 aangenomen toen de kluizenaars Thodik en Hovel de relikwieën van het Kruis van Christus vonden.
Geschiedenis
Volgens de kerkelijke traditie, vluchtten de heilige maagd Hripsime, abdis Gayane en 38 nonnen naar Armenië door de vervolgingen van de Romeinse keizer Diocletianus (243-313). In de regio van Vaspurakan, ten zuidoosten van Van, op de berg Varaga,, vinden zij hun eerste schuilplaats.
Een van de heiligen, heilige Hripsime, droeg een reliek van het kruis van Christus aan haar nek. De vrouw van keizer Claudius, koningin Plautia, kreeg dit van de eerste bisschop van Jeruzalem, Jakobus de Rechtvaardige (de broer van de Heer), toen apostel Petrus naar Rome ging om het evangelie te prediken. Aangezien Hripsime een afstammeling was van keizer Claudius, werd het reliek van het kruis door haar geërfd.
De heilige Hripsime-maagden werden in Armenië vervolgd voor het prediken van het christelijk geloof. Hierom overhandigde heilige Hripsime de heilige relikwie van het Kruis van de Heer aan de biddende kluizenaars en vraagt hen om het in een van de grotten te bewaren. Met Gods voorzienigheid wist de Armeense samenleving vanuit de traditie dat de heilige relikwie op de berg Varaga werd bewaard, maar de exacte locatie daarvan was niet bekend.
In 653 wordt de berg Varaga door de kluizenaar Thodik en zijn leerling Hovel geselecteerd als de plaats om hun leven te leiden. Met het verlangen om het heilige Teken te vinden, vasten zij twaalf dagen en met gepassioneerde gebeden smeken zij de Heer dat Hij hen waardig acht om het verlangde Teken te zien en te kussen.
De mensliefhebbende God, die altijd de wil vervult van degenen die Hem vrezen, openbaart hen met een visioen de plaats van de relikwie. De kluizenaars zien een helder licht in de vorm van een kruis in het midden tussen twaalf zuilen boven het altaar waar de kluizenaars aan het bidden waren. Tegelijkertijd klonk er een geluid uit het licht: “Christus is verheugd om te leven in het heilige Teken,voor het behoud en de redding van de Armeense wereld.”
De lichtgevende zuilen blijven twaalf dagen lang op de berg Varaga zichtbaar, zodat ze van veraf werden gezien. De geestelijken en de gelovigen komen, onder leiding van katholikos Nerses de 3e en de zoon van de heerser van de Rshtuni dynastie, naar Varag om het Ware Kruis te aanbidden en te vieren. Katholicos Nerses vestigt een viering ter nagedachtenis van het verschenen kruis op de berg. De kerk waar het licht verscheen werd vergroot en op de twaalf plaatsen waar de zuilen verschenen werden kerken gebouwd.
Het Ware Kruis wordt tot 1026 in het kloostercomplex van Varaga bewaard, totdat koning Senekerim het koninkrijk van Vaspurakan overdraagt aan het Byzantijnse rijk en verhuist naar Sebastia en het Ware Kruis met zich meeneemt. Hierna wordt het Ware Kruis meerdere keren verhuisd tot in 1655 het wordt verplaatst naar de kerk van Heilige Maagd Maria in Van. Deze kerk wordt hierom vernoemd naar de kerk van het Heilige Teken (Surp Nshan). Aartsbisschop Maghakia Ormanian (1841-1918) getuigt in zijn “Woordenboek voor ceremonies” dat in zijn tijd het Ware Kruis nog steeds in Surp Nshan werd bewaard. Het klooster uit de 11e eeuw werd tijdens de Armeense genocide verwoest door de Ottomanen en sindsdien is het niet bekend waar de relikwie is.
Het kruis is het opperste christelijke symbool. In de Armeense kerk is het kruis niet alleen een onderwerp van aanbidding, maar wordt alles alleen door het kruis gezegend en geheiligd. Vanaf de eerste dag van de stichting van de kerk heeft het kruis zijn ereplaats. Toen Grigor de Verlichter de heidense tempels verwoestte, hief hij als eerste een kruis op deze plaatsen. Evenzo werden er kruizen geheven op de plaatsen waar heilige Hripsime, heilige Gayane en hun metgezellen hun martelaarschap aangingen.
Er zijn weinig volkeren die het pad van het kruis, het pad van offeren en lijden, hebben begaan om hun christendom te behouden als de Armeniërs. Daarom heeft het geschenk van God, dit relikwie, een grote betekenis.
De viering van het heilige Kruis van Varaga werd gevestigd in een periode waarin het religieuze en nationale leven van de Armeense bevolking wederom in gevaar was. Deze viering heeft een gedachte om ons geestelijk te bewapenen tegen deze grote gevaren. Ook vandaag de dag. Door te vertrouwen op het Kruis van Christus overwinnen we, want “Christus is verheugd om te leven in het heilige Teken,
voor het behoud en de redding van de Armeense wereld.”
Evangelie: Mattheus 24:30-36
30En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. 31En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan.
De uitspruitende vijgenboom
32Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. 33Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur 34Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn 35De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.
Aansporing tot waakzaamheid
36Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader.