4 augustus 2019

‘Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Want de Zoon des mensen is gekomen om zalig te maken wat verloren is. Wat denkt u: als iemand honderd schapen heeft, en een daarvan afgedwaald is, zal hij niet de negenennegentig andere achterlaten en in de bergen het afgedwaalde gaan zoeken? En als het gebeurt dat hij het vindt, voorwaar, Ik zeg u dat hij zich daarover meer verblijdt dan over de negenennegentig die niet afgedwaald waren. Zo is het ook niet de wil van uw Vader, Die in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren gaat.’ (Mattëus 18:10-14)

In de beschrijving van de evangelie van Mattheüs vertelt de Heer Jezus Christus deze gelijkenis nadat de discipelen Hem benaderen en vragen wie de grootste onder hen is in het koninkrijk van de hemel. Toen riep de Heer Jezus een kind naar zich toe, ging voor hen staan ​​en zei Hij dat ze niet kunnen toetreden tot het koninkrijk van de hemel totdat zij zo nederig waren als een kind. Vervolgens waarschuwt hij hen voor verleidingen en moedeloosheid en vertelt dan de gelijkenis van het verloren schaap en laat zien wat voor een grote waarde de hemelse Vader geeft aan elk van deze kinderen.

Allereerst spreekt de Heer Jezus Christus hier over de kinderen en vertelt aan ons volwassen wat voor een belangrijke missie we hebben voor de vrome opvoeding van onze kinderen. In deze wereld waar losbandigheid, perversie en immoraliteit wordt gepromoot. In deze wereld waar de geboden en waarden van God worden verwaarloosd, moeten we extra voorzichtig zijn en het niet toelaten dat onze kinderen afdwalen van het ware geloof, zodat zij niet te gronde gaan.

De volgende boodschap die de Heer ons in deze gelijkenis overbrengt, verwijst naar degenen die klein zijn in het geestelijk leven. Dit zijn de mensen die hun eerste stappen zetten in de kerk, of zich voorbereiden op de komst naar de kerk, in wier harten de zaden van het geloof nog maar net zijn begonnen te groeien en die veel aandacht, zorg en hulp nodig hebben. Degenen die in hun leven spirituele hoogten hebben bereikt en iemand ontmoeten die zwak zijn in het geloof, kunnen verleid worden en onmiddellijk in de val van de dodelijke zonde van trots vallen. Een gelovige moet zijn ziel eerst vernederen omwille van spirituele trots, hoogmoedigheid en arrogantie. Daarnaast moet die ook zijn bekeerde broer helpen, ondersteunen en leiden naar God.

Ten slotte wijst Heer Jezus Christus ons door middel van deze gelijkenis van de verloren schaap op de zondige mensheid die de persoonlijke aanwezigheid van God heeft verloren en afstand heeft gecreëerd van zijn zalige toestand. En om die te redden verlaat de liefhebbende Herder Zijn engelen en komt Zijn verloren mensheid redden. Dit gebeurt voor de gehele mensheid maar ook op persoonlijke schaal. God verlangt niet de afdwaling van ook maar een iemand maar wilt dat die zich bekeerd en leeft. ‘

En dit spreekt van de onuitputtelijke liefde van de almachtige God, die Hij verreikt naar Zijn schepselen. De Heer staat altijd klaar om de misleide man te redden die het heilige beeld van God nog niet uit zijn ziel heeft gewist, en zelfs op het niveau van het onderbewustzijn, maar op zoek is naar de waarheid. God accepteert met groot plezier dat de misleide man een nieuw leven krijgt en zich naar God keert. ‘God verheugd zich en de engelen verblijden door berouw van de mensen, die komt met tranen en biechten, de eerlijke op aarde verblijden zich wanneer ze eerlijke en hartelijke bekering zien.’ (Grigor Vkajaser). En hij spreekt over de onophoudelijke liefde van de Almachtige God, die Hij geeft aan Zijn schepselen. De Heer is altijd bereid om de afgedwaalde mens, die nog niet definitief het heilige beeld van God uit zijn geest heeft gewist, te redden. De mens die wellicht onbewust de waarheid zoekt. God accepteert met grote vreugde de terugkeer van Zijn kind die zich bekeert.

Evangelie: Mattheüs 18:10-14

Het verloren schaap

10Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg u dat hun engelen in de hemelen altijd het aangezicht zien van Mijn Vader, Die in de hemelen is. 11Want de Zoon des mensen is gekomen om zalig te maken wat verloren is. 12Wat denkt u: als iemand honderd schapen heeft, en een daarvan afgedwaald is, zal hij niet de negenennegentig andere achterlaten en in de bergen het afgedwaalde gaan zoeken? 13En als het gebeurt dat hij het vindt, voorwaar, Ik zeg u dat hij zich daarover meer verblijdt dan over de negenennegentig die niet afgedwaald waren. 14Zo is het ook niet de wil van uw Vader, Die in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren gaat.

 

11 augustus 2019

‘Zo kennen wij vanaf nu niemand naar het vlees; en al hebben wij Christus naar het vlees gekend, dan kennen wij Hem nu zo niet meer.’ 2 Korintiërs 5:16

Met deze woorden wilt apostel Paulus de lezer vertellen dat die de menselijkheid van Christus moet bekijken met geestelijke ogen en met geloof moet begrijpen. Hij wilt ook zeggen dat hij voortaan, niet alleen Christus, maar alle mensen niet met het lichaam maar met de geest wilt kennen. ‘Zo kennen wij vanaf nu niemand naar het vlees;’ De gedachte van deze woorden is zeer duidelijk. In ieder mens schuilen twee naturen. De zichtbare, ofwel het uiterlijke, en het onzichtbare, ofwel het innerlijke. De lichamelijke mens is het zichtbare en de geestelijke mens is de onsterfelijke ziel. Wat betreft het lichamelijke kun je rijk of arm zijn, schrijver of diplomaat, handelaar of boer. Maar met het geestelijke ben maar één ding, kind van God. Apostel Paulus zegt dat hij voortaan iemand niet met het lichamelijke wil kennen maar als geestelijke en onsterfelijke ziel. Wat voor betekenis had een arme, of een visser of een tollenaar voor de komst van Christus? Maar vanuit het perspectief van Christus is de geest van de achterste zondige vrouw ook waardig aan Zijn genade en barmhartigheid. Wat voor betekenis hebben de zelfverzonnen titels van deze wereld? Hij ziet overal zondaren die de verlossing willen. Hij spreekt met iedereen dezelfde taal, Hij geeft iedereen Zijn liefde, Hij beschouwd niemand als onwaardig om Zijn te krijgen, en vaak bespaart Hij Zijn boodschappen niet aan mensen van lagere stand te geven.

Zo moet je de mens kennen, zo moet je liefhebben. De wereld kent verschillen in status, educatie en mogelijkheden. Dit gaat vanzelf, want de behoefte ertoe bestaat. Als het vandaag wissen komt het morgen terug. Dit betekent niet dat we onverschillig moeten zijn naar mensen die een hoge status hebben maar dat we, voor God, de aardse mens met de geest kennen en niet met het lichaam. Dat we naar zijn geeft kijken en een geest als onze eigen geest zien daarin.

Laten we Christus’ voorbeeld volgen en samen met apostel Paulus zeggen: ‘Vanaf nu kennen wij niemand naar het vlees.’ Laten we zo goed mogelijk leven met deze gedachtegang in al onze relaties. Wij zijn christenen en wanneer we iemand liefhebben, laten we des te meer iemand geet liefhebben. Laten we in ieder hetgeen zien wat de Heer zag. Dan zal ijdelheid richting degenen met een hogere status geen plek hebben in ons, en zal de afschuwelijke minachting jegens hen niet in ons nestellen. Dan zullen wij iedereen respecteren, want in iedereen zien wij een geest. Ofwel een heiligdom van de levende God. Een standvastige of geruineerde heiligdom maar een heiligdom, die we als christen niet kunnen naderen zonder respect.

Evangelie: Marcus 2:1-12

Jezus geneest een verlamde

1En na enkele dagen kwam Hij opnieuw in Kapernaüm; en men hoorde dat Hij thuis was. 2En meteen verzamelden zich daar velen, zodat zelfs de ruimte bij de deur hen niet meer kon bevatten; en Hij sprak het Woord tot hen. 3Er kwamen ook enigen naar Hem toe die een verlamde brachten, door vier mannen gedragen. 4En omdat zij niet bij Hem konden komen vanwege de menigte, verwijderden zij de dakbedekking boven de plaats waar Hij was; en nadat zij het dak opengebroken hadden, lieten zij de ligmat waarop de verlamde lag, neer. 5En toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde: Zoon, uw zonden zijn u vergeven.6En er zaten daar enigen van de schriftgeleerden, en die overlegden in hun hart: 7Waarom spreekt Deze op die manier godslasteringen? Wie kan zonden vergeven dan God alleen? 8En Jezus, Die meteen in Zijn geest onderkende dat zij zo bij zichzelf overlegden, zei tegen hen: Waarom overlegt u deze dingen in uw hart? 9Wat is gemakkelijker, tegen de verlamde te zeggen: De zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op, neem uw ligmat op en ga lopen? 10Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven (zei Hij tegen de verlamde): 11Ik zeg u: Sta op, neem uw ligmat op en ga naar uw huis. 12En hij stond meteen op, en nadat hij de ligmat opgenomen had, ging hij voor het oog van allen naar buiten, zodat zij allen buiten zichzelf waren en God verheerlijkten en zeiden: Wij hebben nog nooit zoiets gezien!

 

18 augustus 2019

Vandaag viert onze Armeens Apostolische heilige Kerk één van de vijf grote vieringen. De tenhemelopnening van heilige Maagd en Moeder-Gods Maria.

De heilige Maagd Theotokos heeft eeuwenlang de hoogste respect binnen de Armeense kerk. Zij is een uitzonderlijk persoon die met niemand vergeleken kan worden, want God zag in haar de zuiverheid en heiligheid, waaruit Zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, geboren zou worden. Uit alle vrouwen op aarde werd heilige Maria gekozen als middel voor de incarnatie van God. Zij werd verkozen als Theotokos voor haar schone maagdelijke leven, haar deugdelijke levenswijze en vrome ontwikkeling. Dus de eerste boodschap die deze mooie viering ons geeft is om een zuiver leven te leiden, een leven met heiligheid, een geestelijk leven, beïnvloed door deugden en gezonde morele normen en waarden.

Ten tweede functioneerd heilige Maagd Maria als rolmodel voor de moeder. Een moeder, die niet een kind baart, maar leeft voor haar kind. Zij, die haar leven zal geven voor het verbeteren van haar kind.  Als we de evangeliën openenen en alle delen bekijken die het leven van de heilige Maagd beschrijven zien we haar voorbeeld als moeder. Wanneer zij haar twaalf jarige Zoon in de menigte verliest, vergat zij al het andere en ging op zoek naar haar Zoon, die zij vond tussen de wijze leraren van de Joden. Zij, die iedere keer leed tijdens de vervolgingen van haar Zoon. Zij, die tijdens de kruisiging van haar Zoon, Zijn lijden in haar droeg. En zoals Simeon tijdens de opdracht van Christus aan de tempel had gezegd: ‘ook door uw eigen ziel zal een zwaard gaan’ (Lucas 2:35), zo ging tijdens de aardse leven van Christus een zwaar door de ziel van de heilige Maagd. Het zwaard was het feit dat het volk haar Zoon niet begreep, de vervolgingen door de heersers van het Joodse volk tot aan Zijn kruisiging, het overdragen van Zijn ziel en Zijn begrafenis.

De gedachte van het moederschap draagt een zeer belangrijke boodschap in zich over het gezond ontwikkelen van ons leven. Het moederschap is de hoogste titel van alle titels. Het moederschap is de kunst van alle kunsten. De kunst om de grootste waarde, een mens, te creeëren. Hun opvoeding van het gezin en de kinderen, een gezonde en christelijke opvoeding als mens en als Armeniër, is het geheim van onze gezondheid. Laten onze moeders net zoals de heilige Moeder-Gods een zuiver leven leiden en de hoogste roeping hebben, om hun gezinnen tot heilige gezinnen te veranderen.

Evangelie: Johannes 19:25-30

25En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder, de zuster van Zijn moeder, en Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. 26Toen nu Jezus Zijn moeder zag en de discipel die Hij liefhad, bij haar zag staan, zei Hij tegen Zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. 27Daarna zei Hij tegen de discipel: Zie, uw moeder. En vanaf dat moment nam de discipel haar in zijn huis. 28Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was, opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst! 29Er stond dan een kruik vol zure wijn en ze vulden een spons met zure wijn, omwikkelden die met hysop en brachten die aan Zijn mond. 30Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest.

 

25 augustus 2019

‘geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bezoedeling van vlees en geest, en de heiliging volbrengen in het vrezen van God.’ 2 Korintiërs 7:1

Over heiligheid zijn de geestelijke percepties en voorstellingen verschillend. Sommigen begrijpen heilig of heiligdom als wezens met bovennatuurlijke krachten. Anderen kennen heiligen van iconen uit de kerk. Weer anderen vinden hun gezin, hun vrienden, hun eer en dergelijke heilig.

De getuigenissen over de heiligen zijn voornamelijk door het volk overgedragen aan ons. Het zijn niet alleen de geestelijken die heilig kunnen zijn of worden. Heilig betekent afgescheiden, apart. Het bevat alleen maar liefde. Zich vestigen in de liefde, door liefde het heilige bereiken, dezelfde liefde bereiken waarmee God ons lief heeft.

In de Bijbel wordt ons verteld dat we volmaakt moeten zijn zoals Diegene die ons roept. Volmaaktheid is in deze context hetzelfde als heiligheid en de weg om dit te bereiken is moeilijk en soms onoverwinnelijk.

Een van de wegen om het heilige te bereiken is Godskennis. Door God te kennen kunnen we onszelf kennen. Wanneer we het verschil tussen de Volmaakte en de niet-volmaakte (die de mogelijkheid heeft gekregen om volmaakt te worden) kennen en zien en begrijpen dat God onze God is, liefde is en volmaakt is, dan zullen we de weg naar heiligheid begrijpen. Dan zullen we kunnen antwoorden op de vraag: Wie kan er heilig worden?  Misschien precies jij!

Evangelie: Lucas 1:39-56

Maria bij Elizabet

39In die dagen stond Maria op en reisde haastig naar het bergland, naar een stad van Juda, 40en zij kwam in het huis van Zacharias en groette Elizabet. 41En toen Elizabet de groet van Maria hoorde, gebeurde het dat het kindje opsprong in haar buik; en Elizabet werd vervuld met de Heilige Geest, 42en zij riep met luide stem en zei: Gezegend ben je onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van je buik. 43En waaraan heb ik dit te danken dat de moeder van mijn Heere naar mij toe komt? 44Want zie, toen het geluid van je groet in mijn oren klonk, sprong het kindje van vreugde op in mijn buik. 45En zalig is zij die geloofd heeft, want wat haar van de kant van de Heere gezegd is, zal volbracht worden.

De lofzang van Maria

46En Maria zei: Mijn ziel maakt de Heere groot, 47en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker, 48omdat Hij heeft omgezien naar de nederige staat van Zijn dienares. Want zie, van nu aan zullen alle geslachten mij zalig spreken, 49want Hij Die machtig is, heeft grote dingen aan mij gedaan en heilig is Zijn Naam. 50En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over hen die Hem vrezen. 51Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm. Hij heeft hen die hoogmoedig zijn in de gedachten van hun hart, uiteengedreven. 52Hij heeft machtigen van de troon gestoten en nederigen heeft Hij verhoogd. 53Hongerigen heeft Hij met goede gaven verzadigd en rijken heeft Hij met lege handen weggezonden. 54Hij heeft het opgenomen voor Israël, Zijn knecht, door aan Zijn barmhartigheid te denken, 55zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen, tot Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid. 56En Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar en keerde terug naar haar huis.