4 mei 2025 (14 april 2024)

De vijftig dagen na de Opstandingszondag, vanaf de Opstanding tot aan Pinksteren, staan ​​in het teken van de verheerlijking van de opstanding.

Elk van de zeven zondagen heeft een speciale naam. Groene Zondag wordt gevierd op 4 mei, het wordt ook wel Ashkharmatra-zondag genoemd, omdat die dag de oprichting markeert van de eerste christelijke kerk in het Hogerhuis van Jeruzalem, waar Christus het laatste avondmaal doorbracht en de discipelen ontmoette na de opstanding.

Groene Zondag dankt zijn naam waarschijnlijk aan een oud lentefeest. Onze voorouders, na een lange winter die de bloei van moeder aarde zagen, verheerlijkten de Schepper met dankgebeden en versierden de kerk met groen. Het ontwaken van de natuur symboliseert de opstanding en groen is de kleur van leven, frisheid en belofte. Na de winter omhult de wederopstanding ons met hoop, leven en liefde.

Groene Zondag is de beste tijd om onze verplichtingen als goede rentmeesters van de aarde en bewakers van Gods gaven te herdenken en te versterken.

Evangelie: Johannes 2:23-3:12

Gesprek met Nikodemus

23Toen Jezus op het pesachfeest in Jeruzalem was, kwamen velen tot geloof in zijn naam, omdat ze de tekenen zagen die Hij verrichtte. 24Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat Hij hen allemaal kende. 25Niemand hoefde Hem iets te vertellen over de mensen, want Hij wist wat er in een mens omgaat.

31Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. 2Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de tekenen verrichten die U verricht.’ 3Jezus zei: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ 4‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot in gaan en weer geboren worden?’ 5Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, niemand kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest. 6Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. 7Wees niet verbaasd dat Ik zei dat jullie opnieuw geboren moeten worden. 8De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’ 9‘Maar hoe kan dat?’ vroeg Nikodemus. 10‘Begrijpt u dit niet,’ zei Jezus, ‘terwijl u een leraar van Israël bent? 11Werkelijk, Ik verzeker u, wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet. 12Wanneer jullie Me niet geloven als Ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie Me dan geloven als Ik over hemelse dingen spreek? 

 

11 mei 2025 (21 april 2024)

“Het bloed van de martelaren is het zaad van de kerk” – Tertullianus (155-220)

Vandaag is het Rode Zondag in de Armeense Kerk. Rode kleur is een symbool van bloed, leven, strijd en overwinning voor het leven. Rood is het symbool van het levengevende bloed van onze Heer Jezus Christus, dat aan het kruis werd vergoten tot verzoening van onze zonden. Rood is ook een symbool van het bloed van al die martelaren die gemarteld zijn voor de naam van Christus, Zijn Kerk en hun geloof.

De kerkkroniekschrijver Tertullianus van het tweede eeuw, getuige van de brute vervolging van christenen door de Romeinen, schrijft: “Het bloed van de martelaren is het zaad van de kerk”. De christenen van de eerste eeuwen legden met het martelaarschap van hun bloed het fundament van de kerk, de kerk waar zij Jezus Christus zonder angst hadden moeten aanbidden. Dankzij hun moed heeft het christendom gewonnen. Zonder deze dappere strijders van God zou het christendom een ​​verboden en vervolgde religie blijven.

Het grootste geschenk van de mens is vrijheid, die wordt gegeven door het kennen van de waarheid. Het was voor die vrijheid en waarheid dat Gods getuigen hun leven hebben opgeofferd, inclusief miljoenen martelaren van onze Armeense volk.

Laten we ons dus wapenen om de beproevingen van ons leven te overwinnen door het voorbeeld te volgen van gemartelde heiligen op weg om het geloof van Christus te behouden. Laten we onze Heer Jezus Christus herkennen, ons geloof in Hem sterk houden en van Hem getuigen op een onbevreesde en moedige manier.

Evangelie: Johannes 5:19-30

19Jezus reageerde hierop met de volgende woorden: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, de Zoon kan niets uit zichzelf doen, Hij kan alleen doen wat Hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier. 20De Vader heeft de Zoon immers lief en laat Hem alles zien wat Hij doet. Hij zal Hem nog grotere dingen laten zien, u zult verbaasd staan! 21Want zoals de Vader doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil. 22De Vader zelf velt over niemand een oordeel, maar Hij heeft het oordeel geheel aan de Zoon toevertrouwd. 23Dan zal iedereen de Zoon eer betuigen zoals men de Vader eert. Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet, die Hem gezonden heeft.

24Werkelijk, Ik verzeker u, wie luistert naar wat Ik zeg en Hem gelooft die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven; over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven. 25Werkelijk, Ik verzeker u, er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat de doden de stem van Gods Zoon zullen horen en dat wie Hem horen, zullen leven. 26Zoals de Vader leven heeft in zichzelf, zo heeft ook de Zoon leven in zichzelf; dat heeft de Vader Hem gegeven. 27En omdat Hij de Mensenzoon is, heeft de Vader Hem ook gezag gegeven om het oordeel te vellen. 28Wees hierover niet verwonderd, er komt een moment waarop alle doden zijn stem zullen horen 29en uit hun graf zullen komen: wie het goede gedaan heeft staat op om te leven, wie het slechte gedaan heeft staat op om veroordeeld te worden.

30Ik kan niets doen uit mijzelf: Ik oordeel naar wat Ik hoor, en mijn oordeel is rechtvaardig omdat Ik mij niet richt op wat Ik zelf wil, maar op de wil van Hem die Mij gezonden heeft.

 

18 mei 2025 (28 april 2024)

“Onze zielen wachten op de Heer, omdat Hij onze Helper en onze Beschermer is. Laat ons hart zich in Hem verheugen, en laten we hopen op Zijn heilige naam. Laat Uw genade op ons rusten, o Heer, zoals wij op U hebben gehoopt” – Psalm 32:20-21

Wij zijn ongeduldig. Wij houden niet van wachten. Er lijkt niets te gebeuren terwijl je wacht. Wanneer we bidden en het antwoord op het gebed wordt uitgesteld, lijkt het ons dat God onze gebeden nooit zal verhoren.

De Bijbel spreekt echter over de “kwaliteit” van hoop en zegt: “Laat Uw genade over ons komen, o Heer, zoals wij op U hebben gehoopt.” Deze ‘kwaliteit’ verwijst naar ons gedrag tijdens het wachten. Verspillen we die tijd met piekeren en zorgen maken of gebruiken we het om God beter te leren kennen en Hem te vertrouwen?

Als we Hem kennen en verbonden met Hem zijn, zijn we niet bezorgd over vertragingen en/of tijdelijke problemen. Wij weten dat Hij bij ons is, van ons houdt en ons behoedt, en wij wachten geduldig op Hem. Geduldig wachten is het beste bewijs dat we Hem als onze Helper en Beschermer vertrouwen.

Degenen die geen verbintenis met God hebben, hebben de neiging zich zorgen te maken, verteerd door onzekerheid en twijfel. “Maar wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht: hij slaat zijn vleugel uit als een adelaar, hij loopt, maar wordt niet moe, hij rent, maar raakt niet uitgeput.” (Jesaja 40:31).

God wil dat wij in persoonlijke verbintenis met Hem zijn ​​en volledig op Hem vertrouwen. Laten we niet in paniek raken, maar op Hem vertrouwen. Laten we niet vergeten dat Hij ons liefheeft en voor ons zorgt.

Laten we dus zoveel mogelijk tijd met God doorbrengen. Laten we met Hem praten in gebed, luisteren naar Zijn stem door het Heilige Boek te lezen. Laten we op Hem vertrouwen en op Hem wachten, het gebed van lof en dank op onze lippen houden en Hij zal onze gebeden beantwoorden, ons sterken en ons vrede geven.

Evangelie: Johannes 7:14-23

14Toen het feest al halverwege was, ging Jezus naar de tempel en Hij gaf er onderricht. 15De Joden waren verbaasd: ‘Hoe weet Hij dat allemaal, terwijl Hij geen opleiding heeft gehad?’ 16Jezus zei: ‘Wat Ik onderwijs heb Ik niet van mijzelf, maar van Hem die Mij gezonden heeft. 17Wie ernaar streeft te doen wat God wil, zal weten of mijn leer van God komt of dat Ik namens mezelf spreek. 18Wie namens zichzelf spreekt, is uit op zijn eigen eer, maar wie uit is op de eer van wie hem gezonden heeft is betrouwbaar; hij bedriegt niemand. 19U hebt van Mozes toch de wet gekregen? Maar niemand houdt zich aan de wet. Waarom wilt u Mij doden?’ 20‘U bent bezeten!’ riepen de mensen. ‘Wie wil U dan doden?’ 21Jezus antwoordde: ‘Eén ding heb Ik gedaan, en u staat allemaal versteld. 22Nu heeft Mozes u de besnijdenis gegeven – niet dat die van Mozes komt, ze komt van de aartsvaders – en u besnijdt ook op sabbat. 23Als er op sabbat besneden wordt omdat anders de wet van Mozes wordt ondermijnd, waarom bent u dan kwaad wanneer Ik op sabbat iemand volledig genees?

 

25 mei 2025 (5 mei 2024)

“Laat op dezelfde manier uw licht schijnen voor de mensen, zodat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemel is, verheerlijken.” – Mattheüs 5:16

Zoals de zon opkomt in de lucht en haar licht en warmte op de mensen afwerpt en zoals een aangestoken lamp niet onder een emmer wordt geplaatst, maar op een kandelaar zodat het licht geeft aan ieder in het huis (Mattheüs 5:15), zo is iedere Christen geroepen om het licht van de Evangelie en de warmte van Gods liefde om zich heen te verspreiden.

Onze Heer Jezus Christus zegt: “Laat op dezelfde manier uw licht schijnen voor de mensen, zodat zij uw goede werken kunnen zien en uw Vader, die in de hemel is, verheerlijken” (Mattheüs 5:16).

Het is niet voldoende om licht te hebben, want het is ook noodzakelijk om in dit licht te wandelen en met het licht te leven. Ons hele leven, onze gedachten, woorden en daden dienen het goddelijke licht uit te stralen en te getuigen van Zijn kracht en waarheid. Dat licht straalt via ons, als onze werken getuigen van de liefde en barmhartigheid van Christus ter ere van God.

God wordt inderdaad verheerlijkt wanneer de glorieuze kracht van Zijn liefde en genade in de levens van mensen wordt verspreid voor de redding van hun ziel, waardoor de donkere duisternis van zonde en onverschilligheid wordt verdreven.

Evangelie: Johannes 9:39-10:10

39Jezus zei: ‘Ik ben in de wereld gekomen om het oordeel te vellen. Dan zullen zij die niet zien, zien en zij die zien, blind worden.’ 40Een paar farizeeën die bij Hem stonden en dat hoorden, zeiden: ‘Wij zijn toch zeker niet blind!’ 41‘Was u maar blind,’ zei Jezus, ‘dan zou u zonder zonde zijn. Maar u beweert dat u kunt zien, en dus blijft uw zonde.

101Werkelijk, Ik verzeker u, wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover. 2Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. 3Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. 4Als hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. 5Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen.’

6Jezus vertelde hun deze gelijkenis, maar ze begrepen niet wat Hij bedoelde. 7Daarom vervolgde Hij: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, Ik ben de deur voor de schapen. 8Zij die vóór Mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar naar hen hebben de schapen niet geluisterd. 9Ik ben de deur: wanneer iemand door Mij binnenkomt zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen, en hij zal weidegrond vinden. 10Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen, maar Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.