2 oktober 2022
“Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen” – Marcus 11:28
Soms denken mensen die een hoge positie willen innemen en meer succes willen behalen dat ze macht hebben. Maar wat is macht? Wordt er macht gegeven om onze superioriteit te benadrukken ten opzichte van anderen?
Het is daarom verstandig om de vraag “Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen en wie heeft u het recht gegeven zo te handelen?” in het Heilig Geschrift te stellen (Marcus 11:28).
Deze eenvoudige vraag impliceert een serieuze reflectie. Laten we er even bij stilstaan en onze gedachten aan de kant leggen. Laat er voor ons maar één voorbeeld zijn, Degene in Wie we met heel ons hart geloven.
Hij, de Heiland, had alle gezag. Hij kon iedereen aanzien als Zijn dienaren, iedereen die in Hem geloofde dienen en inzetten voor de verwezenlijking van Zijn doel. Christus, als de Hemelse Koning, zou ons kunnen bevelen Hem te dienen, maar wat deed Hij in plaats daarvan?
Christus werd zelf een dienaar. Ja, hij reinigde de zondige mens van zijn zonden met Zijn liefde en genade. Hij was in staat om een dienaar te zijn en ons naar de verlossing te leiden. We noemen Hem niet voor niets de Verlosser.
Toen de tijd kwam om zondaars te oordelen, schepte Christus niet op over zijn bekwaamheid en gezag om te oordelen, maar zei geduldig als een liefhebbende vader: “Ik veroordeel jou ook niet, zondig niet meer” (Johannes 8:11).
Vandaag de dag is onze taak hetzelfde. We moeten namelijk de macht die ons is gegeven niet in ons voordeel te gebruiken, maar degenen te dienen die bij ons horen.
Onze taak vandaag is om te begrijpen wie ons de macht heeft gegeven. Wie heeft de door de mens gegeven kracht nodig? Het is slechts een rol. De door God gegeven autoriteit is niets meer dan dienstbaarheid aan allen, liefde voor iedereen, geduld en hoop. Laten we niet vergeten dat de macht van ons kan worden afgenomen, zoals het werd gegeven, het belangrijkste is om een echte christen te blijven, een echte persoon in alle gevallen.
Evangelie: Markus 11:27-33
Confrontatie met hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten
27Ze kwamen weer in Jeruzalem aan. Toen Jezus zich in de tempel ophield, kwamen de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten van het volk naar Hem toe 28en vroegen Hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet U die dingen? Wie heeft U het recht gegeven om zo te handelen?’ 29Jezus antwoordde: ‘Ik zal u een vraag stellen; als u Me daarop antwoord geeft, zal Ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid Ik die dingen doe. 30Doopte Johannes in opdracht van de hemel of in opdracht van mensen? Antwoord Mij.’ 31Ze overlegden met elkaar: ‘Als we zeggen: “Van de hemel,” zal Hij zeggen: “Waarom hebt u hem dan niet geloofd?” 32Maar als we zeggen: “Van mensen,” wat dan?’ Ze waren namelijk bang voor de menigte, want iedereen hield Johannes voor een echte profeet. 33Dus zeiden ze tegen Jezus: ‘We weten het niet.’ Daarop zei Jezus tegen hen: ‘Dan zeg Ik ook niet op grond van welke bevoegdheid Ik die dingen doe.’
9 oktober 2022
“Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid” – Markus 12:43
In het 12e hoofdstuk van het evangelie van Marcus lezen we het verhaal van een weduwe die haar volledige vermogen van twee centen, in de schatkist gooide. Hiermee trok ze de aandacht van Jezus. De weduwe was niet verplicht om geld te geven, maar ze respecteerde de wet en gaf haar laatste geld, wetende dat ze haar plicht zou vervullen. Aan de andere kant zag Jezus dat de huichelaars de schatkist benaderen. Om zijn discipelen te onderwijzen, zei Jezus: “Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid”.
Onze Heer kon hypocrisie niet verdragen. Hij zag dat de levens van de Joodse leiders compleet tegenstrijdig waren. Aan de buitenkant waren ze namelijk heilig, rechtvaardig, gezagsgetrouw, maar aan de binnenkant waren ze vals, wetteloos en vogelvrij. Jezus waarschuwde zijn discipelen om uit de buurt te blijven van huichelarij. Aan de andere kant toonde hij door de weduwe als voorbeeld te noemen, een prachtig voorbeeld van absolute toewijding.
De apostelen, die de verspreiders van het Woord des Levens waren, ontvingen de boodschap om hun leven volledig aan de Heer en Zijn Evangelie te wijden. De geschiedenis getuigt dat de apostelen en de vaders van onze kerk hun levens volledig aan God wijden en het evangelie van Christus verspreiden, zoals de lijdende weduwe die al haar bezittingen, zelfs de laatste twee centen, in de schatkist van de tempel gooide.
De aan ons gerichte evangelische boodschap van vandaag nodigt ons uit na te denken over die arme, lijdende weduwe, die door het opofferen van wat ze had, de plicht van haar geweten vervulde, haar liefde, overtuiging en bewustzijn vermengde. We zullen allemaal in gelukzaligheid zijn als we met dit bewustzijn en deze geest van opoffering leven.
Evangelie: Markus 12:35-44
Onderricht in de tempel
35Jezus vroeg de mensen bij zijn onderricht in de tempel: ‘Hoe kunnen de schriftgeleerden beweren dat de messias een zoon van David is? 36Zelf heeft David, sprekend door de heilige Geest, gezegd: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot Ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” 37David noemt Hem Heer, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn?’ De talrijke aanwezigen luisterden graag naar Hem.
38Tijdens zijn onderricht zei Hij: ‘Pas op voor de schriftgeleerden die zo graag in dure gewaden rondlopen en eerbiedig begroet willen worden op het marktplein, 39en een ereplaats willen in de synagogen en bij feestmaaltijden: 40ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!’
41Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in wierpen. Veel rijken gooiden veel geld in de kist. 42Er kwam ook een arme weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan een quadrans. 43Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan alle anderen die er geld in hebben gegooid; 44want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.’
16 oktober 2022
“De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuwe te brengen, heeft Hij mij gezonden.” – Lucas 4:18
Jezus ging naar Nazareth, waar Hij was opgegroeid en ging zoals gewoonlijk naar de synagoge. Toen ze Hem het boek van de profeet Jesaja gaven om te lezen, opende Hij het hoofdstuk waar geschreven staat: “De Geest van God, de Heer, rust op mij, want De Heer heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuwe te brengen, heeft hij mij gezonden” (Jesaja 61:1).
Deze toespeling van de profeet Jesaja was op de komst van de beloofde Messias bedoeld en Jezus begint Zijn preek over Zijn komst met deze profetie van Jesaja.
Jezus zegt zelf: “Vandaag zijn deze woorden werkelijkheid geworden.” Het zal inderdaad onmogelijk zijn om de evangelische overwinning van Jezus te verklaren als we niet toegeven dat de Geest van de Heer op Hem rustte.
Eeuwen voor Jezus leefden er vele filosofen, Socrates, Plato, Aristoteles, Cicero en anderen, die opperste denkgenieën waren en die de onbekende God wilden vinden en kennen, maar stierven zonder Hem te vinden. Want hoewel ze van grote menselijke geest waren, misten ze de Geest van de Heer in hen.
Juist omdat Hij vervuld was met de goddelijke Geest, slaagde Jezus in om Zijn goddelijke missie te voltooien en zo werd hij de Verlosser van de mensheid. Hetzelfde kunnen we zeggen over Zijn onwetende apostelen. Zonder de komst van de Heilige Geest zou het onmogelijk zijn om de hoge apostolische roeping te realiseren waarvoor ze gekozen waren. Zonder de Geest van de Heer zou het voor deze onwetenden van gisteren onmogelijk zijn geweest om plotseling de zelfopofferende apostelen van de christelijke religie te worden.
Hoe verschijnt de Geest van de Heer? De Geest van de Heer is het allerhoogste bewustzijn van oneindige opoffering dat Jezus toonde aan het kruis van Golgotha. Al Zijn apostelen en discipelen bewezen hun oneindige opoffering door hun pijnlijke dood.
Jezus bracht de goddelijke Heilige Geest over aan Zijn apostelen en discipelen, en zij aan hun opvolgers en de vroege gelovigen, waardoor zij zich onderwierpen aan alle vervolgingen, smaad, lijden en de dood negeerden.
Zonder deze oneindige Geest van opoffering zou het onmogelijk zijn om de overwinning van de christelijke religie veilig te stellen. Zonder de Geest van de Heer zou het voor St. Gregorius de Verlichter onmogelijk zijn geweest om die ontembare geest van opoffering te tonen, waardoor Hij de hooghartige Armeense koning Trdat op zijn knieën bracht en de Armeense wereld verlichtte.
Alleen zij die vervuld waren met de Geest van de Heer en doordrongen van een hoog bewustzijn van oneindige opoffering, hebben een onvergetelijke, grote naam achtergelaten in de geschiedenis van de mensheid. Zij zijn erin geslaagd om morele overwinningen te behalen. Ieder mens heeft morele kracht nodig in zijn morele leven, waarvan de bron alleen de Geest van de Heer kan zijn.
Evangelie: Lucas 4:14-23
Optreden van Jezus in Nazareth
14Vervuld met de kracht van de Geest keerde Jezus terug naar Galilea. Het nieuws over Hem verspreidde zich in de hele streek. 15Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen en werd door allen geprezen. 16Hij kwam ook in Nazaret, waar Hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging Hij op sabbat naar de synagoge. Toen Hij opstond om voor te lezen, 17werd Hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en Hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat:
18‘De Geest van de Heer rust op Mij,
want Hij heeft Mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen
heeft Hij Mij gezonden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden het herstel van hun zicht,
om onderdrukten hun vrijheid te geven,
19om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’
20Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op Hem gericht. 21Hij zei tegen hen: ‘Vandaag is de schrifttekst die jullie gehoord hebben in vervulling gegaan.’ 22Allen betuigden Hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden, en ze zeiden: ‘Dat is toch de zoon van Jozef?’ 23En Hij zei tegen hen: ‘Ongetwijfeld zullen jullie Me dit gezegde voorhouden: Geneesheer, genees uzelf. Doe alles waarvan wij gehoord hebben dat het in Kafarnaüm gebeurd is, ook hier in uw vaderstad.’
23 oktober 2022
“Want zoals de een bliksemschicht van oost naar west langs de hemel schiet, zo zal het zijn als Ik, de Mensenzoon, terugkom.” – Mattheüs 24:27
De christenen van de vroegere periode, geïnspireerd door de prediking van de apostelen, dachten dat de wederkomst van Christus nabij was. Als verlossing van hun dagelijkse werk, wachtten ze op die dag door te bidden en te vasten. De apostel Paulus, die de moeilijke ontstane situatie begreep, probeerde hen aan het werk te zetten en herinnerde hen aan de woorden van Jezus. “Ook moeten jullie klaar staan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht” (Lukas 12:40).
Als christenen moeten wij de liefde van onze Heer hebben, de nederigheid, de zachtmoedigheid en het verlangen om rechtvaardig en zuiver te zijn. Wij moeten ook nadenken over het leven dat we hebben geleefd en het komende vreselijke oordeel in onze gedachten houden. Op een dag zal de Rechtvaardige Rechter, Jezus Christus, ons allemaal ter verantwoording roepen voor het leven dat we hebben geleefd, wat we hebben gedaan en hoe we ons leven hebben geleid.
Er is een passend verhaal hierover met een leerzaam doel. Bij het diner ter ere van de filosoof Voltaire in Parijs was, naast de staats- en intellectuele persoonlijkheden, een bisschop aanwezig, die naast de ongelovige filosoof zat. Op het meest verhittemoment van het diner stond Voltaire dronken en opgewonden op, legde zijn hand op de schouder van de bisschop en riep uit: “Heilige, het is een zeer belangrijke kans voor u om te profiteren van mijn volgende verklaring. Ik kan momenteel mijn plaats in het koninkrijk verkopen voor één frank.” Iedereen lacht en schreeuwt luidruchtig. Wanneer het lawaai en het gelach ophoudt, staat de bisschop kalm en zonder haast op en zegt hij het volgende tegen de filosoof: “Voltaire, ten eerste staat de wet je niet toe een plaats te verkopen die niet van jou is. Ik raad je aan om eerst te proberen die plaats over te nemen en als het je eenmaal lukt, weet ik zeker dat je het niet zal inruilen voor de rijkdom van de hele wereld.”
Als ware christenen moeten we inderdaad een leven als Christus leiden volgens de geboden van het evangelie, zodat wanneer de Heer komt, Hij ons wakker en gereed vindt en zegt: “Kom, gezegend door mijn Vader, beërf het koninkrijk dat voor u is bereid vanaf het begin van de wereld” (Mattheüs 25:34). Met de wederkomst van Christus gaat het gordijn van een nieuw tijdperk, een “nieuwe hemel en nieuwe aarde”, open. “Wie overwint, krijgt dit van Mij. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn kinderen zijn.”(Openbaring 21:7)
Evangelie: Mattheüs 24:27-36
27Want zoals de bliksem de hemel van oost tot west verlicht, zo zal de Mensenzoon komen. 28Waar een lijk is, daar verzamelen zich de gieren.
29Meteen na die tijd van verdrukking zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. 30Dan zal het teken van de Mensenzoon verschijnen aan de hemel, en alle volken op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. 31Dan zal Hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere. 32Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. 33Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat alles ziet, dat Hij in aantocht is en heel dichtbij. 34Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren. 35Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden verdwijnen nooit.
36Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het.
30 oktober 2022
“Alles wat verborgen is, wordt openbaar.” – (Lucas 8:17)
Christus geeft dit gebod meerdere malen in het evangelie. Wanneer wij dit horen vragen wij ons af: Bedoelt Hij de slechte daden en zonden of de goede en deugdelijke daden? Dit gebod wordt in drie situaties in het evangelie genoemd en heeft elke keer een eigen betekenis.
Het wordt in het evangelie genoemd als waarschuwing tegen hypocrisie. “Intussen had er zich een enorme menigte verzameld. De mensen verdrongen elkaar, maar Hij richtte Zich eerst tot Zijn leerlingen: ‘‘Hoed je voor de zuurdesem van de Farizeeën. Niets is verborgen dat niet onthuld zal worden, en niets is geheim dat niet bekend zal worden. Alles wat jullie in het donker zeggen, zal in het licht worden gehoord, en wat jullie binnenskamers in iemands oor fluisteren, zal van de daken worden geschreeuwd.’ ” (Lucas 12:1-3)
Hier wijst Christus naar het pad van hypocrisie van de Farizeeën die zij gekozen hebben. Zij presenteerden zich als vrome, heilige mensen maar waren onwaar en gevuld met kwaad. Christus gebiedt Zijn leerlingen en volgers om het voorbeeld van de Farizeeën niet op te volgen en niet blind te zijn in de geest maar ervan overtuigd te zijn dat het onmogelijk is om te liegen tegen de Almachtige God. Christus gebiedt hen ook om zich niet anders voor te doen dan ze zijn. In de ogen van God verschijnen wij in een ontblote geest en is alles zichtbaar, ook de dingen die we zo graag willen verbergen. We zijn hier vaak bang voor maar we moeten ons ervan bewust zijn dat dit hetgeen is dat ons op het juiste pad brengt. Daar waar we onze gedachten kunnen reinigen en genezen van onreinheden.
Op een ander moment vertelt Hij de apostelen de gelijkenis van de lamp. “Wie een lamp aansteekt, zet hem niet onder een vat of onder een bed, maar plaatst hem om een standaard, zodat iedereen die binnenkomt het licht ziet. Alles wat verborgen is, wordt openbaar; alles wat geheim is, zal bekend worden en aan het licht komen. Let dus goed op hoe jullie luisteren: want wie iets heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen.” (Lucas 8:16-18).
Dus we moeten voorzichtig wezen met hetgeen dat we hebben, wat niets negatiefs is. In het geestelijk leven moeten we niet alleen het kwaad openbaren en afwijzen maar ook voorzichtig kennis maken met het goede. De goddelijke mysteries openbaren zich door geloof in de Heer, gebed, berouw en bekering. En het geopenbaarde goed verveelvoudigd door de wil van God. Dus in dit stuk bevestigd de Verlosser dat de goddelijke verborgen mysteriën niet verborgen zullen blijven maar zich zullen openbaren.
Een andere keer zegt Christus dit gebod wanneer Hij Zijn apostelen stuurt op het Koninkrijk van God te prediken in Israël (Mattheüs 10:1-42). Hier heeft het betrekking op de beloning die de apostelen zullen krijgen voor hun prediking en werk. Dat de apostelen zullen lijden tot het martelaarschap toe, zal verborgen blijven tot zij in de toekomst hun beloning zullen ontvangen. Het werk dat de heiligen verrichten in de onverschilligheid van mensen, werd eeuwen later gewaardeerd. “Voor een leerling is het voldoende dat hij wordt als zijn leermeester, en voor een slaaf als zijn heer. Als ze de heer des huizes al Beëlzebul genoemd hebben, waarvoor zullen ze dan zijn huisgenoten wel niet uitmaken? Wees dus niet bang voor hen. Want niets is verborgen dat niet onthuld zal worden en niets is geheim dat niet bekend zal worden.” (Mattheüs 10:25-26)
Dus ook wij als christenen moeten dit gebod van de Heer als richtingaanwijzer hebben en daden verrichten die als een lamp zijn die het duister verlicht. Deze zijn namelijk gericht zijn op het goede en verbannen het kwaad. Dit zijn de daden waarvoor we ons niet zullen schamen als ze geopenbaard worden, waar we de behoefte niet voor voelen om ze te verbergen, want niets is verborgen dat niet onthuld zal worden.
Evangelie: Lucas 8:17-21
17Alles wat verborgen is, wordt openbaar; alles wat geheim is, zal bekend worden en aan het licht komen. 18Let dus goed op hoe jullie luisteren: want wie iets heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen.’
19Zijn moeder en zijn broers kwamen naar Hem toe, maar ze konden niet bij Hem komen vanwege de menigte. 20Zijn toehoorders zeiden tegen Hem: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen U spreken.’ 21Maar Hij antwoordde: ‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’